Ook de School Zonder Naam had een naam

De onthulling van de geheimen en intriges die achter de vroegere benaming van Het Trappenhuis schuilgaan. Ooit heette deze school De School Zonder Naam. 
De achtergrond hiervan vormt een verhaal waarin schijnbaar altruïstische initiatieven bij nader toezien heel wat minder belangeloos blijken en op vreemde wijze met elkaar verstrengeld raken.

Het TrappenhuisDe School Zonder Naam bestond ooit echt. Wat oude Gentenaars er ook mogen over beweren, die naam kreeg zij niet omdat de inspiratie zoek was. Net zomin als de Zondernaamstraat een straat was waarvoor men geen naam meer vond, integendeel. Beiden danken hun ongewone benaming aan een liefdadigheidsinstelling die in de vorige eeuw ontstond in de wijk tussen de Dampoort en de Steendam.

   De winter van 1855 was ongemeen hard; de klassieke liefdadigheid schoot middelen en handen te kort. Enkele liberaal geïnspireerde burgers onder leiding van katoenbaron Ferdinand Dierman, fabrikant aan de Ham, konden het niet meer aanzien en begonnen zelf voedsel en kleren uit te delen. Dit was zonder de waard gerekend, want de gevestigde katholieke liefdadigheidsinstellingen beschouwden deze bemoeienis als een regelrecht affront aan hun adres. Bovendien ondermijnde het initiatief hun werking. Want moest het lenigen van lichamelijke nood niet de weg effenen voor het redden van de bijbehorende zieltjes?

   De klassieke strategie bestond erin de concurrent belachelijk te maken. De katholieken hoonden dat de nieuwe liefdadigheidskring niet eens een naam had. Dit schoot bij Dierman in het verkeerde keelgat. Hadden zij nog geen naam voor hun kring, zij hadden tenminste een hart! In navolging van de geuzen, die ook een scheldnaam tot hun eretitel uitriepen, besloot Dierman zijn kring "De Zonder Naem, Niet Zonder Hert" te noemen.

   Helemaal zonder eigenbelang redeneerde Dierman al evenmin, want aangezien hij best wat beter geschoold werkvolk in zijn fabriek kon gebruiken, stelde De Zonder Naem vier jaar later de mooie som van 100.000 goudfrank ter beschikking aan Gent om een "Stadskostelooze school" te bouwen in de buurt van zijn fabriek. Zo heette die school, nu "Het Trappenhuis", ooit "De Zonder Naem". (Later, in 1913, zou dezelfde vereniging in een zijstraat van de Koning Albertlaan een complex van bejaardenwoningen optrekken. Deze straat, officieel de Prosper Claeysstraat, werd later in de volksmond ras tot het "Slaphangersstroatse" omgedoopt.)

   Toen ik als student in 1969 medeoprichter van Studio Skoop was, vond ik op de zolder van het gebouw, naast een onoverzichtelijke berg collectebussen (tot mijn spijt allemaal leeg), het complete archief terug van "De Zonder Naem, Niet Zonder Hert". Alles stond minutieus in registers en op steekkaarten genoteerd, welke weduwen, wezen en andere dompelaars op welke dag een brood, een deken, een zak kolen of een hemd gekregen hadden.

   Hoewel dit alles zich ten tijde van Koarelke Waeri afspeelde, heb ik op die zolder helaas geen bewijs gevonden dat er aan de armen ook koevoet werd bedeeld, nochtans zoveel beter dan bouilli.

Jan Boddaert


Overzicht Artikels
Copyright © De Viervoeter                     oktober  1998.