Over LO, MO, PO en TO

In een vorig nummer verscheen een lezersbrief van een ouder van Het Trappenhuis, waarin zij stelde dat in ons Freinetonderwijs de artistieke vorming het zwakke broertje is. Wij moeten haar gelijk geven: niet alle leergebieden zijn in onze scholen even harmonisch uitgebouwd.

   Wie dacht dat LO, MO, PO en TO misschien de namen waren van een stel vrolijke boskabouters of van een nest leuke hondjes, leest best een ander artikel. Dit hier is heus geen sprookje, want LO is de gebruikelijke afkorting voor Lichamelijke Opvoeding, MO voor Muzikale, PO voor Plastische en TO voor Technologische Opvoeding. Lichamelijke opvoedingHet intrigeert mij reeds lang dat er op iedere Freinetschool wekelijks meerdere malen een leerkracht LO langskomt, maar vreemd genoeg niet voor MO, niet voor PO noch voor TO. Herhaaldelijk hield ik reeds een pleidooi om deze "onfreinetiaanse" toestand recht te trekken. In Célestin Freinets pedagogisch concept is geen plaats voor een externe leerkracht die op vooraf vastgestelde tijdstippen de klas komt verstoren om turnen of sport te geven. En wanneer die externe leerkracht dan nog niet het minste benul heeft van Freinetpedagogie of er zich niet voor interesseert, loopt het spaak. En dan sijpelt de klachtenregen van de schoolraad door tot op het ouderoverleg. Eigenlijk is het vreemd dat in de Freinetscholen turnleerkrachten hun positie zo sterk wisten te handhaven. De bestaande situatie vloeit gewoon voort uit de bureaucratische organisatie van ons onderwijs, waarin voorzien is dat voor iedere school een aantal uren van het lestijdenpakket worden gereserveerd voor een turnleerkracht, basta. Een ons opgedrongen fossiel uit het traditioneel onderwijs, niets meer. En het moet ons van het hart dat onze Freinetleerkrachten hieraan eigenlijk medeplichtig zijn: een klasleerkracht beschouwt het uurtje turnen maar al te gretig als een uurtje vrij, al wordt dat uurtje meestal niet onnuttig besteed aan lesvoorbereiding of aan verbeterwerk. Terwijl de consequente houding in het Freinetonderwijs er nochtans in zou bestaan dat de klasleerkracht minstens zou meeturnen of zou meezwemmen met de klasgroep, niet gehinderd door soms krakende gewrichten of een niet meer te verdoezelen buikje.
Technologische opvoeding   Het kan op het eerste zicht paradoxaal overkomen dat ik hier aan de andere kant pleit om voor muzikale, plastische en technologische opvoeding juist wel externe leerkrachten aan te trekken. Ongerijmd is dit niet, omdat ik niets heb tegen externe leerkrachten, maar enkel tegen de manier waarop ze in in het Freinetonderwijs worden geïntegreerd - of net niet worden geïntegreerd. De ideale toestand lijkt mij dat turnen, muziek, tekenen alsmede de diverse ambachtelijk vaardigheden ingeschakeld worden in het dagelijkse klasgebeuren (en in principe worden aangeboden door de klasleerkracht zelf). Dit alles vloeit voort uit de theorie van Célestin Freinet, die stelde dat de verschillende vormen van intelligentie evenwaardig zijn en ook gelijkwaardig dienen ontwikkeld te worden; en dat anderzijds de verschillende leergebieden niet in aparte hokjes en op vooraf vastgestelde tijdstippen ex cathedra mogen worden onderwezen. Nu weet iedereen dat niet iedere onderwijzer danst als Noerejev of tekent als Picasso, dat niet iedere onderwijzeres een stem heeft als Maria Callas of sport als Marion Jones en dat de leerkracht die voor Freinet opteert niet automatisch een bolleboos is voor houtbewerking of voor kalligrafie. En hier ligt dan ook een taak voor externe leerkrachten: het bijstaan van de klasleerkracht, niet in de plaats van die klasleerkracht, maar als een duo in aanvullende samenwerking. En tijdnes die samenwerking legt de klasleerkracht er zich op toe om van haar/zijn gespecialiseerde collega de nodige dosis kennis en kunde te verwerven om het een volgende maal misschien helemaal alleen aan te kunnen. Het monopolie van bijzondere leerkrachten lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs moet dus dringend doorbroken worden, zeker voor de Freinetscholen. Hun aandeel in het lestijdenpakket moet worden teruggeschroefd en herverdeeld ten voordele van technologische, muzikale en plastische opvoeding. Een soepelheid dient best ingebouwd te worden: de externe leerkracht komt naar de school als geheel, zodat elk der leerkrachten naargelang de behoeften van hun klas aan die externe leerkracht assistentie kan vragen omwille van zijn gespecialiseerde kennis of kunde. Hoe dan ook, pas wanneer zowel de artistieke, de sportieve als de ambachtelijk vorming in eerste instantie taken zijn van de vertrouwde klasleerkracht, weliswaar met ondersteuning door gespecialiseerde leerkrachten van buitenaf, zit ons Freinetonderwijs goed.
Jan Boddaert


Overzicht Artikels
Copyright © De Viervoeter                     december  1998.