De viervoeter sprak met Goedele Lengeler, brugfiguur SIF

Vorig jaar dook er in het Gentse onderwijslandschap een nieuwsoortige functie op onder de wat cryptische benaming brugfiguur. Goedele Lengeler was toen als enige in die functie op een Freinetschool en verdeelde haar tijd tussen De Vlieger en Het Trappenhuis. Sinds september '98 werkt zij op De Vlieger en in De Biekorf, twee zeer verschillende scholen die zich echter in hetzelfde gebouw bevinden, doordat Het Trappenhuis een nieuwe brugfiguur kreeg en De Loods het rijtje Freinetscholen kwam vervoegen, is ons Freinetonderwijs nu drie brugfiguren rijk. Tijd dus om even hun mening te vragen.

Goedele LengelerDe Viervoeter: Wat is het SIF-project Brugfiguren eigenlijk?
Goedele Lengeler: Het Sociaal ImpulsFonds (SIF) van de Vlaamse Gemeenschap stopt geld toe aan projecten in kansarme stadswijken. Gent kreeg als enige stad een project goedgekeurd om de schoolse ontwikkeling te stimuleren en de onderwijsachterstand bij kansarme leerlingen te beperken door het inzetten van brugfiguren. Die mensen moeten werkelijk een brug vormen tussen het schoolmilieu en het thuismilieu. Dit project is netoverschrijdend en het is de sociale structuur van de wijk waarin de school ligt die bepalend is voor de deelname aan dit project, niet de schoolpopulatie. Daardoor is het mogelijk dat enkele Freinetscholen ook in aanmerking kwamen voor dit SIF-project, niettegenstaande het autochtoon gedeelte van hun schoolbevolking alvast niet bepaald veel kenmerken van kansarmoede vertoont. Maar de scholen zijn gelegen in wijken met veel migranten, en aangezien zijn zich meer en meer wensen te profileren als buurtscholen, komen de werkingsmiddelen van het SIF uitstekend van pas.

De Viervoeter: Vanuit welke achtergrond stapte je in dit project?
Goedele Lengeler: Als maatschappelijk assistent deed ik eerst voor het OCMW vormingsactiviteiten met kansarme vrouwen, daarna migrantenbemiddeling voor de VDAB. Het is vooral het werken aan kansarmoede dat mij aantrok en ik wilde mijn engagement voor de Vierde Wereld doortrekken met dit project dat de kansarmoede via de school bestrijdt.

De Viervoeter: Wat kwam daarvan terecht in Het Trappenhuis en in De Vlieger?
Goedele Lengeler: Het project Brugfiguren berust op 3 pijlers: de relatie gezin-school, de zorgverbreding en de teamontwikkeling. School en gezin dienen dichter bij elkaar gebracht te worden, kansarme leerlingen hebben vaak meer dan andere kinderen behoefte aan taalstimulering, leerbegeleiding, hulp bij huistaken en sociaal-emotionele ondersteuning, en ten slotte moet een hecht betrokken schoolteam samen met buurtwerk en schoolopbouwwerk zoeken naar middelen om de draagkracht van de school voor kansarme leerlingen te verhogen.
   Ik stelde vast dat op Freinetscholen reeds veel overlegstructuur aanwezig was, waarvan ik zo veel mogelijk gebruik moest kunnen maken. Maar in Het Trappenhuis brak kort na mijn aankomst een crisis los over de mate waarin de allochtone kinderen in de klassen met de autochtone kinderen konden worden vermengd. Het overleg dat de belangen van de beide oudergroepen moest harmoniseren heeft enorm veel tijd en energie opgeslorpt, waardoor ik pas rond februari mijn werk naar de leerlingen ernstig kon aanpakken. In De Vlieger had ik intussen veel meer gewerkt naar de klassen en naar de gezinnen, in de eerste plaats algemeen, ter kennismaking, en van daaruit specifieker naar diegenen die nood aan ondersteuning hebben.

De Viervoeter: Is dit de reden waarom je voltijds in De Vlieger bent gaan werken?
Goedel Lengeler: Het was vooral vanuit praktische overwegingen. Toen ik mijn tijd over twee scholen op verschillende locaties moest verdelen, stelde ik vast dat ik telkens een stuk van de evolutie kwijt was, omdat ik net de vorige dag op de andere school gewerkt had. Naast De Vlieger bestond op hetzelfde terrein ook nog De Biekorf met nagenoeg uitsluitend allochtone kinderen. Omdat die twee scholen vanaf september op vele vlakken meer gingen samenwerken, was hier de mogelijkheid voltijds te werken. Hier heb ik nu een vast lokaal, ik ben iedere dag aanspreekbaar voor de ouders en ik kan ook dagelijks zelf alle teamleden aanspreken.

De Viervoeter: Zijn er structurele verschillen tussen Het Trappenhuis en De Vlieger?
Goedele Lengeler: Op sociaal vlak zijn er geen uitgesproken verschillen. In De Vlieger werd streng gewaakt over de vooropgestelde verhouding aan allochtone kinderen; maar in de De Biekorf word ik geconfronteerd met een nieuw aspect: de vluchtelingen van zeer verscheiden nationaliteit. Ik moet hen niet alleen in contact brengen met de diverse sociale opvangstructuren, maar bovendien help ik hen aan meubilair, aan kledij, aan medische verzorging. Want pas als die eerste noden gelenigd zijn kan je maar gaan denken aan je werk als brugfiguur tussen school en gezin.

De Viervoeter: Hoe ziet je dagindeling er in praktijk uit?
Goedel Lengeler: Naast mijn werk voor die vluchtelingenkinderen wek ik veel naar migranten toe. Ik doe regelmatig huisbezoeken, nu bijvoorbeeld om allochtone moeders uit te nodigen op de Turkse Moedergroep die de gezinnen nauwer bij het schoolgebeuren betrekt, straks om allochtone klasafgevaardigden te engageren die de migrantenouders willen vertegenwoordigen op het ouderoverleg. Ik kom tussen bij schoolabsenteïsme, doe huistaak- en leesbegeleiding, ik leer de kinderen planning en tracht hen een studiehouding bij te brengen, ook met de ouders. Ik volg de samenkomsten van het team, van de ouderwerkgroep, van de moedergroepen en van het 'kernteam' met OVB en Zorgverbreding. Ik heb ten slotte regelmatig contact met het lokaal integratiecentrum De Brug, de Speel-o-theek en de speelpleinwerking om de samenwerking tussen de school en de buurt te versterken.

De Viervoeter: Hoe ervaar je dit soort werk?
Goedele Lengeler: Ik heb het gevoel over een grote vrijheid te beschikken. Als brugfiguur krijg je een algemene opdracht; de invulling van je functie moet je zelf tot stand brengen. Iedere Brugfiguur zal dit op een andere wijze doen, elk vanuit zijn specifieke opleiding en ervaring. Onder de Brugfiguren zijn er mensen met de meest uiteenlopende opleiding. Maar het zal ook van de school zelf afhangen hoe die functie wordt ingevuld. Ik prijs me gelukkig dat de Freinetscholen open staan voor inspraak en participatie, iets wat wellicht niet in elke school wenselijk geacht wordt. Om meer dan één reden hoop ik dus dat het project langer zal lopen dan de voorlopige einddatum van 31 december 1999.

Jan  Boddaert


Overzicht Artikels
Copyright © De Viervoeter                     april 1999.