Wie
niet zus is, is zo
Levensbeschouwing
Freinetscholen protesteren tegen verplichte keuze
Het
rommelt in het Freinet-onderwijs, tenminste in die Freinet-scholen die
onder de koepel van het Gemeenschapsonderwijs opereren. Het probleem is
de gedwongen keuze tussen godsdienst en zedenleer. De opsplitsing in vakjes
volgens levensovertuiging druist regelrecht in tegen Freinet-principes,
oordelen ouders. De door hen voorgestelde introductie van het vak cultuurbeschouwing
als alternatief mag niet van het Gemeenschapsonderwijs, en ondertussen
vragen ouders uit protest massaal vrijstelling aan voor de lessen moraal
en godsdienst.
De
Appeltuin in Leuven, de oudste Freinet-school in Vlaanderen voert al drie
jaar actie voor het afschaffen van de opsplitsing godsdienst/moraal en
verloor er ei zo na de subsidies door. Maar blijkbaar zijn nu ook de andere
Freinet-scholen binnen het Gemeenschapsonderwijs mee op de kar gesprongen.
Schoorvoetend weliswaar, want de schrik om hun job af de broodnodige subsidies
te verliezen zit er dik in.
De meeste
Freinet-scholen zijn gestart vanuit het vrij onderwijs. Een groep gemotiveerde
ouders en leerkrachten stampten met eigen middelen schooltjes uit de grond
en probeerden er hun kinderen te onderwijzen volgens de Freinet-methode;
met veel belangstelling voor de spontane ontwikkeling van het kind en met
idealen als vrijheid van mening en verdraagzaamheid op de voorgrond.
Maar
voor de meeste Freinet-scholen werd de druk toch wat te zwaar. De kost
voor de ouders was vaak zo hoog dat er een groep kinderen uit de boot viel.
Om het financieel wat makkelijker te hebben, gingen de Freinet-scholen
op zoek naar een alternatief. Het Gemeenschapsonderwijs trok hen wel aan.
Door zich aan te sluiten bij de toenmalige Argo was het mogelijk de drempel
laag te houden. Ook het pedagogische concept van het Gemeenschapsonderwijs
lag in de lijn van de verwachtingen. De jongste jaren sloten heel wat Freinet-scholen
zich dan ook aan bij het Gemeenschapsonderwijs. Maar al snel bleek er toch
een probleem te zijn.
"Het enige probleem is de opdeling in godsdienst en moraal. Kinderen die
tot de ene of andere godsdienst behoren, kunnen daarin in de mate van het
mogelijke op school onderwezen worden. Wie niet tot een godsdienst behoort,
wordt verplicht om zedenleer te volgen, een vak dat duidelijk zwaar geïnspireerd
is door de vrijzinnige beweging", legt An Baert uit, één
van de gemotiveerde ouders van de Freinet-school de Triangel in Booischot.
"De opsplitsing in vakjes volgens levensovertuiging druist regelrecht in
tegen de Freinet-principes. Het uitgangspunt van het Freinet-onderwijs
is dat de school een omgeving schept waarin de kinderen naar een persoonlijke
levenshouding kunnen groeien. Bij de Argo gaat men er van uit dat elk kind
dat de school binnenkomt al een levenshouding en bijbehorende levensopvatting
heeft. Wij gaan ervan uit dat je de kinderen moet laten kennismaken met
meerdere en verschillende opvattingen. Dat dient niet apart en naast de
gewone klaswerking te gebeuren door specialisten, maar binnen het kader
van de gewone klaswerking, in het leren over de wereld en de geschiedenis,
in de muzische opvoeding en evengoed in de praatrondes, een typisch kenmerk
van het Freinet-onderwijs. Die manier van werken is volgens ons essentieel
om de kinderen te doen begrijpen waarom mensen of volkeren zo verschillend
zijn, waarom ze van mening verschillen en waarover en waarom er conflicten
ontstaan. Het geeft hen een bredere kijk op de wereld en de mogelijkheid
om als ze dat willen later zelf een bewuste keuze te maken."
Om de goeie samenwerking met de Argo op andere vlakken niet in het gedrang
te brengen en tegelijkertijd ook hun eigen filosofie niet te ondermijnen,
besloten sommige Freinet-scholen om dit schooljaar ook het vak cultuurbeschouwing
op het programma te zetten. Een vak dat in het vrij onderwijs als alternatief
voor moraal of godsdienst gegeven wordt. Het vak sluit helemaal aan bij
de Freinet-pedagogiek, omdat in dat vak alle mogelijke culturen en levensbeschouwingen
door elkaar aan bod komen. Er worden zowel verhalen uit de islam, het hindoeïsme
als het christendom verteld en de kinderen krijgen uitleg over de verschillende
levenswijzen. Bij het ministerie van Onderwijs vonden ze dit een goeie
zaak. Ook de inspecteurs van onderwijs en levensbeschouwelijke vakken,
stonden achter het initiatief. In heel wat Freinet-scholen kregen de ouders
een brief waarin de schooldirectie het vak uitlegde. In totaal koos naar
schatting meer dan de helft van alle ouders ervoor om hun kind dit vak
te laten volgen. Maar dat was buiten het Gemeenschapsonderwijs gerekend.
Dat liet weten dat het vak cultuurbeschouwing enkel mocht in het vrij onderwijs.
Jan
Seynhaeve van het Gemeenschapsonderwijs: "Sinds het Schoolpact van 1958
staat in de grondwet dat kinderen in het Gemeenschapsonderwijs de keuze
moeten hebben tussen het volgen van een godsdienst of van de lessen zedenleer.
Wij hebben dus geen keuze. Zelfs al zouden we voorstander zijn van het
invoeren van de lessen cultuurbeschouwing, dan nog zitten we gewrongen.
Een klassiek probleem overigens: onderwijs is een Vlaamse materie, maar
de grondwetsherziening die nodig is om het vak toe te laten is een federale
zaak. De federale regering ziet de invoering van dit vak niet als een prioriteit,
althans niet belangrijk genoeg om er de grondwet voor te veranderen. Dus
kunnen wij niets doen."
De Freinet-scholen voelen zich nu gedwongen om af te zien van hun filosofie.
Ze hebben het over "apartheid" en "vakjespolitiek". An Baert: "Het onvermijdelijke
gevolg van de verplichting een officieel goedgekeurde levenshouding te
hebben en voor elke levenshouding afzonderlijke lessen te geven, is dat
in de groep van de kinderen artificieel verschillen gemaakt of benadrukt
worden. De kinderen worden in vakjes gestopt en daardoor worden kunstmatig
'wij'- en 'zij'-groepen gevormd. Daardoor bevestig je alleen maar het anders-zijn.
Het uitgangspunt van de Freinet-pedagogiek is net dat de kinderen samenwerken
en samen leven met de verschillen die ze meebrengen."
Omdat
cultuurbeschouwing niet mocht, grijpen heel wat ouders nu naar de grote
middelen en vragen massaal vrijstelling aan voor hun kinderen. Al geruime
tijd bestaat binnen het Gemeenschapsonderwijs het recht op vrijstelling.
Ouders die vinden dat hun kind beter geen godsdienst of moraal volgt, kunnen
bij de desbetreffende inspecteurs een vrijstelling aanvragen. Als de inspecteurs
akkoord gaan met de motivatie van de ouders, dan hoeft het kind in kwestie
de lessen niet te volgen. Maar ideaal is het niet. Tijdens de uren dat
er normaal godsdienst/moraal gegeven wordt, moet het kind "zichzelf nuttig
zien bezig te houden met zijn eigen levensbeschouwing". Zo staat het in
het schoolreglement van het Gemeenschapsonderwijs. Officieel moeten de
ouders materiaal meegeven waarmee het kind tijdens die uren kan bezig zijn.
De aanwezige leerkracht mag enkel toezicht houden, hij of zij mag geen
enkel initiatief nemen.
Nu de
ouders massaal vrijstellingen aanvragen, zitten de scholen dus met een
probleem. De vrijgestelde uren tellen immers niet mee als lesuren en de
scholen krijgen er dus ook geen subsidies voor. Ook bij het Gemeenschapsonderwijs
zelf zitten ze met de zaak verveeld. "Die vrijstellingen werden in het
verleden enkel uitzonderlijk aangevraagd. De school in kwestie moet de
mogelijkheid tot vrijstelling bieden, maar het is uiteraard niet de bedoeling
dat ze er reclame voor maken. Maar als de ouders zelf massaal om vrijstellingen
vragen, zoals hier het geval is, zitten we inderdaad met een probleem",
zegt Seynhaeve.
De Freinet-scholen
bereiden een tegenzet voor, of beter gezegd de ouders van de leerlingen.
Vanuit de ouderbewegingen kwam het initiatief om een werkgroep Cultuurbeschouwing
op te richten, met als grote bedoeling een oplossing te vinden voor het
probleem. De werkgroep wil ook binnenkort met hun eisenbundeltje naar minister
van Onderwijs Marleen Vanderpoorten stappen. De scholen willen dat zij
een oplossing zoekt voor de kwestie.
Cathy
Galle
Copyright
©
3 december 1999.
