Conflicthantering
en clearing
Sinds 1995
ben ik halftime medewerkster Muzische Vorming (domein beweging) aan de
Pedagogische Begeleidingsdienst in Gent. Na een opleiding als dansdocent
aan de Rotterdamse Dansacademie ben ik mij gaan verdiepen in andere vormen
van lichaamswerk, zoals yoga en massage. Samen met mijn ervaring in relaxatietechnieken
en een opleiding in NLP (neuro-linguistisch programmeren) vormen zijn de
basis voor de aanpak rond "conflicthantering en clearing". Aan de hand
van een voorbeeld uit de praktijk wordt deze conflicthantering verder toegelicht.
Dagelijks worden we geconfronteerd met conflicten die ontstaan uit niet
efficiënte communicatie, emoties waar we niet meteen weg mee kunnen,
eigen interpretaties die misverstanden veroorzaken en noem maar op. Voor
mensen in het onderwijs is deze problematiek zeker niet vreemd. Als leerkracht
is het niet zo vanzelfsprekend om die conflicten aan te pakken. Het zou
verkeerd zijn om conflicten in een negatief daglicht te plaatsen. Ze zijn
er niet zomaar, ze zijn er omdat ze iets te vertellen hebben over onszelf.
Ze zijn een bewuste of onbewuste zoektocht naar een antwoord.
Vorig
schooljaar kwam ik o.a. in de Kleine Spiegel om relaxatie te geven in de
klassen. Martine, leerkracht van de derde graad, vertelde over haar problemen
in de klas. Het waren bijna altijd dezelfde kinderen om wie het ging. Het
ging om subtiele plagerijen, machtspelletjes, bedreigingen en agressiviteit.
Om te vermijden dat de sfeer erger zou worden en om een beter groepsgevoel
te krijgen zochten we naar oplossingen en kozen o.a. voor conflicthantering.
Conflicthantering
is een instrument dat ons leert omgaan met problemen, wat niet wil zeggen
dat er altijd onmiddellijk een oplossing voorhanden is. Zo worden bijvoorbeeld
vooroordelen en irritaties aangepakt. Door de kinderen naar hun conflict
te laten kijken leren ze de dingen in hun ware context te zien waardoor
het vaak juist heel relativerend werkt. Zo leren de kinderen uitleggen,
taalkundig beter specificeren wat ze ervaren (hebben), wat ze voelen en
vooral ook wat ze willen. Ze leren hierdoor structureren, ordenen en onderscheid
maken tussen situaties. In de conflicthantering moet je ook ruimte kunnen
toelaten voor emoties, anders riskeer je maar half werk.
Conflicthantering
maakt dat constructieve en creatieve energie vrijkomt waar ze voordien
stagneerde door opgestapelde emoties en niet efficiënte communicatie.
Door de conflicthantering krijgen de kinderen doorzicht in hun eigen problematiek
en dat van de ander(en). Omdat het doel van conflicthantering het dichtst
aanleunt bij de doelstellingen van de klassenraad besloten we om het in
dit lesuur te plaatsen. We hielden de conflicthantering van ongeveer januari
tot begin juni, elke week ongeveer één uur.
In
de praktijk...
De conflicthantering bestaat achtereenvolgens
uit een spinselronde, een wrevelronde en een waarderingsronde (wij noemen
het appreciatieronde). De kinderen en de leerkracht zitten zoals het woord
verwijst, in een ronde of kring. Voor de spinsel- en wrevelronde worden
elk ongeveer vijftien minuten uitgetrokken. Voor de waarderingsronde ongeveer
vijf minuten.
Doelgroep: voor kinderen vanaf het 2de leerjaar.
1.
De spinselronde
Een spinsel is een gedachte (een beeld, een idee, een gevoel, een indruk)
die je over iemand hebt en waarvan je niet precies weet of deze gedachte
klopt of niet. Je weet dus eigenlijk niet of deze gedachte waar of niet
waar is. Vandaar dat we op dit moment nog kunnen spreken over een fantasiegedachte
of irreële gedachte. In de spinselronde kan elk kind spinsels uitspreken
die hij/zij heeft over iemand. Op die manier worden de spinsels rechtstreeks
naar de persoon gericht of indien gewenst bij de persoon gecheckt. De persoon
aan wie het spinsel gericht is, luistert en kan antwoorden met "ja, dat
klopt" of "nee, dat klopt niet".
Een voorbeeld: Rosa heeft een spinsel in verband met Casper. "Casper, klopt
het dat jij gisteren mijn turnzak verstopte?" Een andere mogelijkheid is
dat Rosa zegt: "Casper, ik heb het vermoeden dat jij gisteren mij turnzak
verstopte."
Gezien het hierboven over een concrete handeling gaat zal Casper een antwoord
kunnen geven met "ja, dat klopt" of "nee, dat klopt niet".
Maar het gaat niet altijd over tastbare feiten. Bijvoorbeeld: An heeft
een spinsel in verband met Rosa. "Rosa, klopt het dat je kwaad bent?" Rosa
antwoordt: "Ja, dat klopt." An weet nu dat Rosa kwaad is maar weet nog
niet precies op wie en of waarom Rosa kwaad is. An vraagt verder aan Rosa:
"Klopt het Rosa, dat je kwaad bent op mij?" Rosa antwoordt: "Nee, dat klopt
niet." An weet nu dat haar vermoeden gedeeltelijk klopte, nl. dat Rosa
kwaad is, maar niet op haar.
Het is echter niet ondenkbaar dat bij bepaalde spinsels de persoon aan
wie het spinsel gericht is zich nog niet bewust is van datgene waar hij
voor aangesproken wordt. Els heeft een spinsel in verband met Marie. "Marie,
ik heb het gevoel dat je iets dwars zit, je praat al een hele tijd niet
meer tegen me en ik weet niet wat ik je misdaan heb."
Indien de persoon aan wie het spinsel gericht is een antwoord wil geven,
kan hij dit doen met een tussenpauze van 5 seconden.
2.
De wrevelronde
In de wrevelronde kan elk kind dat een wrevel heeft over een ander deze
rechtstreeks uiten naar de persoon in kwestie. Dit is opgebouwd in 3 zinnen.
In de eerste zin zeg je waarom je een wrevel hebt of waarover je wrevel
gaat. In de tweede zin zeg je wat dat bij jou doet, welk gevoel dat geeft
bij jou. In de derde zin zeg je wat je voortaan wil.
Rosa zegt tegen Casper: " (1) Casper, ik heb een wrevel omdat je gisteren
mijn turnzak verstopte. (2) Dat maakt mij heel kwaad. (3) Ik zou willen
dat je voortaan van mijn spullen blijft."
Wat
is de taak van de leerkracht of begeleider hierin?
-
Je moet de kinderen kunnen opvangen en naar ze luisteren.
-
Zeker in het begin heb je een sturende rol.
-
Als begeleider of leerkracht en zelfs voor de kinderen in de klas is het
verleidelijk om zelf te gaan invullen wanneer een kind niet meteen zijn
gedachten kan uiten of niet meteen zijn gevoel kan formuleren. Het is belangrijk
dat je hen de tijd geeft en het gevoel dat hij/zij die ruimte mag nemen.
Blijkt het toch te moeilijk, dan geef ik een seintje aan de klas om te
helpen.
-
Soms is het nodig dat er spinsels gegeven worden tussen de wrevels. In
het voorbeeld hierboven gaat Rosa ervan uit dat Casper haar turnzak verstopte.
Misschien heeft Rosa dit eerst in de spinselronde moeten checken om zeker
te zijn dat het Casper was die haar turnzak verstopt had. Indien ze het
niet gecheckt heeft in de spinselronde en ze is er niet zeker van dat Casper
haar turnzak verstopte, dient ze het alsnog eerst in de vorm van een spinsel
te checken vooraleer haar wrevel te uiten.
-
Hou er rekening mee dat kinderen voor zichzelf spreken en niet in ons,
wij of jullie-vorm.
-
Hou rekening met de veralgemeningen die kinderen soms gebruiken in de eerste
zin van de wrevel. Woorden als: altijd, nooit, overal... Bijvoorbeeld:
"Frank, ik heb een wrevel voor jou omdat je mij altijd nadoet." Hier raden
we aan om de situatie zo specifiek mogelijk te maken en zo per situatie
te spreken. "Frank, ik heb een wrevel naar jou omdat je vanmorgen precies
hetzelfde tekende wat ik tekende."
-
Hou er rekening mee dat de kinderen onderscheid tussen vooronderstellingen
en realiteit.
-
'Wat je niet wil' vervangen door 'wat je wel wil'. In de derde zin is het
belangrijk dat Rosa zegt wat ze wel wil i.p.v. wat ze niet wil. In het
begin van het conflicthanteringsproces zeggen kinderen heel vaak: "Ik zou
willen dat je dat niet meer doet." Zeggen wat ze dan wel willen is voor
veel kinderen nieuw.
3.
De waarderingsronde of appreciatieronde
In deze ronde kunnen de kinderen elkaar (of zichzelf) een appreciatie geven.
Voorbeelden: "Karel, ik heb een appreciatie voor je omdat ik een uitnodiging
gekregen heb voor je verjaardagsfeestje." "Sien, ik vind je heel aangenaam
in de groep en ik ben blij dat je er bent." "Wil, ik vond het heel moedig
van je dat je daarstraks je wrevel geuit hebt aan Jan." "Marie, ik wou
je een dikke knuffel geven omdat je je aan de afspraken hield in het spel
daarstraks."
Belangrijk hierbij is dat de kinderen zich bewust worden dat je niet altijd
eerst iets hoeft te doen om geapprecieerd te worden. Je kan ook geapprecieerd
worden wegens het "zijn". Het is de bedoeling dat de ontvanger, diegene
die de appreciatie krijgt, deze appreciatie ook toelaat bij zichzelf. Anderzijds
maf hij/zij die een appreciatie ontvangt deze ook weigeren.
Het was zoals al wat nieuw is, even wennen en tasten in het begin. Voor
de kinderen, nieuwe woorden zoals spinsel, wrevel, appreciatie. Maar die
terminologie was belangrijk om als groep te weten waar we wat konden plaatsen
als we met elkaar gingen praten. Er was een mooie evolutie merkbaar.
In het begin vielen nogal wat denkwerk-stiltes, waarbij iedereen nog voorzichtig
en veilig speelde maar na verloop van tijd kwamen we waar we moesten zijn.
Dan waren er ook wel stiltes, maar die waren van een heel ander niveau.
Het is zeker niet de bedoeling dat de kinderen hun hersenen gaan pijnigen
om een spinsel of wrevel te vinden over iets of iemand. Als er niets is,
oké, dan is dat prima. We moeten wel alert zijn bij kinderen die
om een af andere reden spinsels of wrevels niet durven uiten (bij faalangst,
angst voor afrekeningen, enz.). Kinderen zagen plots dingen bij zichzelf
of bij anderen waar ze zich niet eerder bewust van waren. En als ze er
zich al bewust van waren dan pakten ze het nu aan. Zo waren er kinderen
die zich bewust werden dat ze altijd veel geven in de groep maar weinig
krijgen. Kinderen spraken over bedreigingen die ze krijgen van anderen
uit de klas en de angst die daar mee samengaat. Of kinderen waar je het
minst van verwachtte, gingen constructief deelnemen aan de verschillende
rondes... En zo zag je wekelijks dingen veranderen in de groep. Niet alleen
het respect voor elkaar groeide, ook het zelfrespect. Kinderen leren meer
verantwoord omgaan met zichzelf en met de anderen. Martine is enthousiast
en gaat er dit jaar mee verder. Haar bevindingen vertelt ze in een van
de volgende uitgaven van de Viervoeter.
Dit schooljaar introduceren we deze conflicthantering in de andere lagere
klassen van de Kleine Spiegel en starten we ermee in een niet-Freinetschool.
Scholen of klassen die geïnteresseerd zijn kunnen contact opnemen
met:
Mieke
De Palmenaer
projectmedewerker Pedagogische Begeleidingsdienst
Copyright
©
oktober 1999.