Het woord aan Freinet (2)

Het woord aan FreinetNiemand houdt ervan gedwongen te worden. Niet het werk, maar het bevel wekt weerstand op.

   Een kind, of een volwassene, aan wie je beveelt "doe dit", reageert automatisch met "neen". Daar ligt ten dele de verklaring van de opstandigheid bij kinderen van zeven tot negen jaar.
   De volwassene die voorwendt het kind discipline te leren, wil in werkelijkheid zijn gezag vestigen met een bruut bevel, dat passieve gehoorzaamheid veronderstelt, zo'n soort gehoorzaamheid die al te veel ouders of opvoeders als een onmiskenbaar deel van een krachtige opvoeding beschouwen.
   Tussen het kind, dat wil proberen te leven volgens zijn noden en verlangens, en de volwassene die het kind tot onderwerping wil dwingen, ontstaat een soort strijd.
   Indien het kind de discipline aanvaardt, zal het kind zich plooien. Maar er zijn er die zich aan geen brutale autoriteit zullen onderwerpen, de latere opstandigen, de stijfkoppen, de onaangepasten. Je kent de individuele en sociale verwikkelingen die hieruit voortvloeien.
   Die oppositie maakt dat sommige bezigheden - speciaal op school - verwenste karweien worden; de angst groeit, er ontstaat afkeer, kinderen worden lusteloos en krijgen ernstige complexen, die een goede pedagogie kan vermijden.
 

Het woord aan FreinetIeder mens wil slagen. De mislukking remt, en breekt het enthousiasme.

   Ik leg heel speciaal de nadruk op deze invariant, want de hele techniek van de traditionele school steunt op het opsporen van fouten.
   De eersten van de klas slagen natuurlijk omdat ze bijzonder begaafd zijn, maar ook omdat ze altijd goede cijfers halen, met goed en zeer goed worden aangemoedigd en het ook goed doen bij examens. Maar de school begraaft de anderen onder een lawine van mislukkingen: een stroom van rood als reactie op de lage cijfers, "overdoen", en slordige schriften. De opmerkingen in de marge zijn zelden aanmoedigend, en al te zelden kan een kind steun putten uit een succes. Het verliest de moed, en zoekt langs andere wegen - minder aanbevelingswaardige - andere successen.
   Probeer je kinderen altijd te doen slagen. Je onderwijs zal op slag aan kracht winnen.
   Ouders en leerkrachten zullen natuurlijk zeggen dat je toch geen hoge cijfers kan geven voor een ontoereikend werk of dat je een leerling met een schrift vol ezelsoren niet kan feliciteren. Inderdaad niet. Maar we kunnen een pedagogie toepassen die het de kinderen mogelijk maakt te slagen; taken en vrije teksten aan te bieden waar ze met liefde aan gewerkt hebben, schilderijen of kleiwerkstukken te maken die meesterwerken zijn, uiteenzettingen te houden die het publiek met handgeklap beloont.
   Het is de gehele schoolformule die we moeten veranderen, en ook de rol van de opvoeder. In plaats van een exclusieve censor te zijn, wordt de leerkracht een uitmuntende gids.

Het woord aan FreinetHet werk, niet het spel, is de natuurlijke bezigheid van een kind.

   Beweren dat het werk meer waard is dan het spel, gaat tegen de stroom in van de hedendaagse psychologie en pedagogie.
   De vergissing begint in de kleuterschool, die op dat gebied de ouders heeft besmet: bekijk de catalogi van de grote uitgeverijen; men adverteert er geen enkel werktuig, maar een oneindige reeks spelletjes.
   Ook thuis is men het gewoon gaan vinden dat de kinderen niet meer bij het werk betrokken worden. Het zijn vadsige koningen aan wie men uitsluitend spelletjes biedt.
   In de latere stadia neemt de pedagogie vanzelfsprekend minder haar toevlucht tot het spelen, maar aanvaardt daarom het principe van de arbeid nog niet. In het lager en voortgezet onderwijs geeft men de voorkeur aan opgelegde taken en oefeningen die ten hoogste een oppervlakkige belangstelling wekken, maar geenszins beantwoorden aan onze definitie van natuurlijk, gemotiveerd en allesomvattend werk, waarvan men de kwaliteiten niet genoeg kan prijzen.
   Onze pedagogie is precies de pedagogie van de arbeid.
   Onze originaliteit ligt hierin dat we gereedschap en technieken ontworpen, beproefd en verspreid hebben waarvan het gebruik de klassensfeer grondig verandert.

Het woord aan FreinetDe school cultiveert een abstracte vorm van intelligentie die zich - ver van de levende werkelijkheid - voedt met woorden en ideeën vastgelegd door het geheugen.

   Individuen bij wie deze vorm van intelligentie sterk ontwikkeld werd, zijn in staat om over alle onderwerpen waarover ze iets geleerd hebben briljante gesprekken te voeren, wat hen niet belet soms onverstandig te handelen in het gewone leven, of moeite hebben zich aan hun omgeving aan te passen.
   Er bestaan verschillende vormen van intelligentie, verschillend naargelang het uitgangspunt van het experimenteel zoeken dat zij als basis genomen hebben:
- De intelligentie van de handen, die voortvloeit uit de kwaliteiten waarmee men vat probeert te krijgen op de omgeving, om die om te vormen en te beheersen.
- De kunstintelligentie
- De intelligentie van het gezond verstand.
- De speculatieve intelligentie, het genie van wetenschappelijke vorsers, en grootmeesters van handel en industrie.
- De politieke en sociale intelligentie, die mensen van actie en volksmenners vormt.
   Het volk heeft altijd deze diverse vormen van intelligentie erkend. Zij brachten genieën van de kunst voort, toegewijde mensen tot offers bereid, uitvinders en wijzen, allen mensen die het dikwijls niet goed deden op school, precies omdat ze rebelleerden tegen de traditionele leermethodes.
   De huidige maatschappij heeft zo'n grote behoefte aan polyvalent kaderpersoneel, aan vorsende en scheppende krachten, dat een tendens tot het ontwikkelen van deze vormen van intelligentie duidelijk waarneembaar wordt. De pedagogie van de moderne school verschaft middelen om dit te doen. Ze durft ook op dat punt vooruitstrevend te zijn. Maar de slag is nog lang niet gewonnen. De intellectuelen verdedigen hardnekkig hun privileges, door examens verkregen en vastgelegd op perkament.
 

Het woord aan FreinetIntermezzo

   Net zomin als Célestin Freinet, kunnen we aan de verleiding weerstaan een scène te citeren uit Giraudoux' toneelstuk "Intermezzo", die op bijna parabelachtige wijze het gedachtegoed van Freinet illustreert. Het gaat over de onderwijzeres Isabelle die met haar leerlingen een uitstap maakt in de openlucht. Net op dat ogenblik komt een inspecteur opdagen.
De inspecteur: Ga binnen, meisjes! ( De meisjes giechelen.)
Waarom lachen ze, juffrouw?
Isabelle: U zegt "ga binnen", maar hier is geen deur.
De inspecteur: Die openluchtpedagogie is volslagen absurd. Onze omgangsvormen verliezen de helft van hun betekenis. (Gefluister) Stilte, a.u.b.!
Isabelle: Hoe kan ik ze eigenlijk straffen? In de open lucht is er zo weinig reden. Al wat fout is op school, lijkt hier verstandig. Een jongen straffen die naar het plafond tuurt? Kijkt u zelf maar, wat een plafond!
De inspecteur: Precies! Het plafond vervult in het onderwijs een duidelijke taak. Het laat toe de gestalte van de leerkracht af te meten tegenover de gestalte van de kinderen. Een leerkracht die naar buiten stapt, bekent dat hij kleiner is dan een boom, minder sterk dan een dier, minder vlug dan een bij, en zo schiet hij er heel zijn waardigheid bij in.
   Een kind luistert niet graag naar ex cathedra lessen. Niet omdat het verstrooid of lui is. Maar omdat kinderen noch volwassenen met overgave luisteren naar iets wat ze niet gevraagd hebben, naar iets waarvan ze het nut niet inzien. Dit verklaart het laag rendement van die lessen en meteen waarom de schoolmensen allerlei foefjes moeten uitdenken om de kinderen te plooien naar de hand van de leerkracht.

Het woord aan FreinetMoet een kind dan niet leren wat het nog niet weet, en wat de leerkracht hem dus nog moet verklaren? Of leiden ook andere wegen naar die kennis?

   Onze technieken bieden verscheiden oplossingen. Ik beveel in het bijzonder deze aan:
   Als je zonder iets te vragen de moeilijkheden verklaart, luister niemand. Maar richt het werk zo in dat het kind van een eigen activiteit vertrekt, van een proefneming, een onderzoek, wat lectuur, dat het begint met gegevens uit de documentatiemappen te halen, en ze te ordenen. Het zal vanzelf vragen stellen over punten die hem boeien of nieuwsgierig maken. Geef dan het antwoord op zijn vragen: je komt tot wat we noemen de les-a-posteriori, een antwoord op de echte vraag, niet een verklaring zonder probleem.
   Orde en discipline zijn noodzakelijk in de klas. Al te dikwijls gelooft men dat de freinettechnieken orde noch leiding veronderstellen, dat de vrije expressie een synoniem is van losbandigheid, en dat de kinderen in de moderne school hun gangetje maar gaan.
   In werkelijkheid is het net andersom: een klas die op hetzelfde moment met verschillend werk bezig is, en waar men probeert de stok buiten te houden, heeft veel meer behoefte aan orde en gezag dan een traditionele klas, waar leerboeken en lessen de enige werkinstrumenten zijn.
   Hier volstaat geen vormelijke orde - zwijgen en rechtop zitten zolang de meester kijkt. Wij hebben een diepere orde nodig, die werkelijk deel uitmaakt van het gedrag en het werk van de kinderen, een echte, verantwoorde manier van leven, door de leerlingen zelf gewild. Dit zijn geen holle woorden, maar mogelijkheden die je zelf kan verwezenlijken in iedere klas die open werkt.
   Orde en discipline in de moderne school groeien uit de organisatie van het werk zelf. Pas open technieken toe, en kom zo tot levende bezigheden. De kinderen zullen zichzelf aan discipline onderwerpen omdat ze willen werken en vooruitkomen volgens een regeling die aangepast is aan hun aard en aan hun werk. Zo krijg je échte orde in de klas.
Célestin Freinet
Overzicht Artikels
Copyright © De Viervoeter                     maart 2000.