Maar uiteraard niet om het even welke kost. Ik geloof dat de overheid haar verantwoordelijkheid dient op te nemen en een voldoende groot aandeel moet betalen om elke school de mogelijkheid te bieden degelijk onderwijs te organiseren. Zij mag zich niet verschuilen achter geldgebrek, punt basta. Maar daarnaast scheppen wat extra financiële middelen precies de mogelijkheden waardoor de ene school zich kan differentiëren van de andere. De mogelijkheid ook om keuzes te maken. De mogelijkheid om beter onderwijs te organiseren. Bosklassen, excursies, culturele activiteiten. Een klasbibliotheek, een knutselhoek, een troeteldier in de klas. Een kookuurtje, bewegingsactiviteiten, een spreker, een feestje. Het hoort allemaal niet tot de basisleeropdracht van het onderwijs. Maar de vormende waarde van dit surplus kan exponentieel zijn.
Waarom besteden ouders vrij probleemloos 50.000 Fr. voor de aanschaf van een computer voor hun kind, maar gaan diezelfde ouders in het verweer wanneer hen een renteloze lening van 1.000 Fr. wordt gevraagd voor de aanschaf van een klascomputer? Waarom mag een gezinsreis tijdens de zomervakantie gerust 100.000 Fr. kosten, maar wordt 3.000 Fr. voor bosklassen slechts met tegenzin bovengehaald? Tal van efemere zaken worden aangekocht, niets wat goed is voor onze kinderen is ons te duur. Legio zijn immers de ouders die het beste voorhebben met hun kind. Met geld kopen wij allen extra mogelijkheden voor ons kind voor 's avonds, voor het weekend, voor de vrije woensdagnamiddag. Waarom dan ook niet voor tijdens de schooluren?
Goed onderwijs mag geld kosten, goed onderwijs moet geld kosten. En wie gelooft in het pedagogisch project van de school die hij voor zijn kinderen uitkoos, betaalt met plezier zijn bijdnage voor de extra's die de school aan het kind biedt.
En hier belanden wij dan uiteraard bij het Freinetonderwijs, bij een onderwijsvorm die in regel bewust door ouders gekozen wordt omdat zij ervaringsgericht leren beter achten dat de traditionele pedagogieën. Ervaringen doe je pertinent niet op in een lege kamer. Ervaringen doe je enkel op door confrontatie met personen, met media en met materialen. Het Freinetonderwijs maakt hiervan ten volle gebruik, veel meer dan het gevestigd onderwijs, en is dan ook navenant duurder. In vergelijking met vele andere Freinetscholen zijn de ouders in de Gentse Freinetscholen duidelijk verwend: het stadsbestuur neemt als inrichtende macht een belangrijk gedeelte van de extra pedagogische kost voor haar rekening. In vele andere Freinetscholen in ons land nemen de ouders een veel substantiëler aandeel in de onderwijskost op zich, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks onder de vorm van schoolfeesten en aanverwante activiteiten.
En
hier dan ook wringt het schoentje: wat goedkoop is wordt doorgaans weinig
geapprecieerd, wat gratis is wordt niet gerespecteerd, wat duur is wordt
des te meer hoog geacht. Zodat ik pleit voor een verhoging van het ouderaandeel
in de kostprijs...
Maar wat dan met de kansarmen? Ik ben mij bewust van dit probleem,
en wil dan ook duidelijk stellen dat de ouderbijdrage geen 'remgeld' mag
worden. Maar het is niet aan de school om het probleem der kansarmen op
te lossen door goedkoper onderwijs te gaan verlenen, wel integendeel:
de kansarmen hebben precies recht op kwalitatief beter onderwijs dat hen
de gelegenheid geeft hun kansarmoede te overstijgen. Voor de
gegoede middenklasse die de meerderheid van de (school)bevolking uitmaakt
is de besteding van geld aan de school slechts een kwestie van prioriteiten.
En krijgen wij tenslotte niet allemaal kinderbijslag, waarin ook een vergoeding
begrepen is voor de kosten van de (school)opvoeding die wij aan onze kinderen
geven? Wat de kansarmen betreft moeten er structurele maatregelen
worden uitgewerkt; tijdelijk kan misschien een palliatieve remediëring
worden gezocht in de richting van meer kostendekkende kinderbijslag of
in extra financiële toeslag voor scholen in kansarme buurten. En vooral
moet aan de leerkrachten geleerd worden alert te zijn voor signalen van
kansarmoede teneinde de probleemgevallen op te sporen en niet-discriminerende
oplossingen uit te werken. En bij het uitwerken van een structurele oplossing
moet enige creativiteit aan de dag worden gelegd. Bestaat er tenslotte
nu ook al geen regeling waarbij voor de peutertuinen de ouderbijdrage berekend
wordt naar vermogen?
Het is mijn oprechte wens door dit wel erg persoonlijk standpunt en
dit enigermate polemisch geaard pleidooi enkele zieltjes eens flink door
elkaar te hebben geschud. Want dit is helaas de enige manier om een debat
over de kostprijs van het onderwijs op gang te brengen. Eventuele
reacties, suggesties en aanvullingen zijn dan ook van harte welkom op het
redactieadres.