Zuigen aan duim of fopspeen

Stel je voor: je bent pas geboren. Uit dat heerlijk warm nest waar je negen maanden lang een knusse tijd hebt doorgebracht, word je plotseling zonder pardon buitengezet. Ze vragen zelfs je mening niet. Van een leuke ervaring gesproken!!!

FopspeenWat doe je dan? Je organiseren om je leven zo aangenaam mogelijk te maken: eten, drinken, slapen, ... zuigen. Na wat zoekwerk vind je je duim of vingers of je merkt wonder boven wonder dat als je je keel heel hard openzet jouw omgeving nogal vlug reageert door een ding in je mond te stoppen. Die "tut" (zo noemt men dat) is ook heel aangenaam om aan te zuigen. Raak je ze kwijt, brul dan hard genoeg en hop... daar zijn ze weer om het kleinood in je mond te stoppen. 't Leven is zo slecht nog niet! Zelfs 's nachts werkt dit systeem perfect. Na een jaartje bungelt het ding zelfs aan een touwtje rond de hals en heb je het (zoals de duim) altijd bij je. Beste mensen. Tot daar het verhaal van jullie pappenheimer. Vertederend niet?

Jammer genoeg is ere aan al dit heerlijks een nogal vervelende schaduwzijde. Bij het te lang zuigen aan duim, fopspeen, vingers wordt er een enorme druk uitgeoefend op de tanden en duwt de tong de bovenste en onderste tandjes uit elkaar en naar voor. Hierdoor komt een opening tussen de tanden die steeds groter en groter wordt en waardoor de tong constant tussen de tanden blijft zitten, ook bij het spreken. De Gentse uitdrukking "die spreekt met een voddeke rond zijn tong" wordt bittere realiteit. In 90% van de gevallen gaat het kind lispelen. En dan zijn er twee mogelijkheden:
- mama en papa vinden die preekwijze zo lief en vertederend, het gaat vanzelf wel over.
- mama en papa trekken aan de alarmbel en zoeken op alle mogelijke manieren hoe het spreken kan worden verbeterd (het liefst van de ene dag op de andere).

MAAR, vergeet niet dat je kind intussen misschien 5 jaar geworden is en dus reeds 5 jaar lang die slechte gewoonte in stand houdt. Dus voorkomen is beter dan genezen.
Baby
Maar hoe?
Een verrassend gegeven is dat het zuigen voor een kind (tot ongeveer 2 jaar) reflexmatig is. Maar zuigen in functie van eten is voor sommige kinderen vaak onvoldoende om tot een bevredigend gevoel te leiden. Merk je dus dat je kind een sterke zuigbehoefte heeft, geef dat bij voorkeur een fopspeen (afgeplat) ook al zuigt hij/zij reeds aan de duim. Begin rond het 2de levensjaar het zuigen af te bouwen. Overdag geef je de fopspeen niet, je koppelt het geven van een speentje enkel aan het slaapritueel (eventueel ook bij het middagdutje). Probeer de knuffelbeer meer en meer de plaats te doen innemen van de speen of duim.

Blijft het kind zich nu hardnekkig aan duim of fopspeen vastklampen, start dan met een echt afbouwsysteem op papier, zo maak je het kind echt bewust van het zuigen. Daarom moet je als ouder eerst goed het duimen observeren. Dit houdt in dat je noteert waar, wanneer en onder welke omstandigheden je kind op zijn/haar duim zuigt. Je werkt per dag, een vijfjarige heeft nog geen besef van hoelang een week duurt, nl. telkens het kind zuigt trek je streepjes naast die dag, het aantal streepjes moet geleidelijk verminderen. Heb je een dag zonder streepjes, dan krijgt het kind een cadeautje. Geloof het of niet maar: het werkt!

Het kind moet positief benadert worden, anders krijg je het omgekeerde effect, het neemt meer en meer zijn toevlucht tot de duim of fopspeen. Geef bv.. een extra knuffel, een glimlach, een complimentje bij niet zuigen. Kan je dit niet alleen, schakel dan de hulp in van de schoollogopediste of de klasjuf. Indien alle partijen (ouders, familieleden, klasjuf, logopediste) achter dit alles staan, is succes verzekerd. De behandeling door de logopediste kan nu echt starten.

Het HIPB, St.-Lievenspoortstraat 143 te Gent, afdeling logopedie heeft een volledig pakket rond duimzuigen (video en instructieprogramma). Ouders kunnen dit via de logopediste bestellen (het is jammer genoeg niet gratis).
Terug overzicht artikels
 

Bea De Wit 
(logopediste Spiegel)

Copyright © De Viervoeter                    februari 1997