Tijdens
de vergaderingen blijkt er een merkbaar verschil te bestaan in de interesse
en de verwachtingen van Belgische en Turkse ouders. Voor de Turkse ouders
draait alles rond het kind en het leren van Nederlands. In één
van de vergaderingen van de oudergroep van Het Trappenhuis bespraken de
Belgische ouders de filosofie en de toepassingen van de Freinettechnieken
in de ruimere zin. Ook de haalbaarheid van de 30% migrantennorm in de school
werd besproken. De Turkse ouders willen graag een oplossing horen voor
hun complexe probleem.
De Turkse moeders hebben ook behoefte aan ondersteuning. Het wordt mij meer en meer duidelijk dat vooral jonge moeders hun kinderen anders willen opvoeden dan zij zelf werden opgevoed. Ze willen hun kinderen meer helpen om te slagen in het onderwijs. Ze willen ze meer kansen geven dan ze zelf hebben gehad. Meer en meer zijn ze bezorgd over de toekomst van hun kinderen en staan ze positief tegenover de school. Vaak voelen ze zich machteloos en zwak. Sommigen spreken de taal niet, en vaak krijgen ze geen ondersteuning van de familie of de omgeving. Die machteloosheid creëert schuldgevoelens bij sommige ouders.
De werking van de moedergroepen verschilt natuurlijk naargelang de structuur van de school en de gevoeligheden van de moeders. Terwijl in Het Trappenhuis vooral de concentratieklassen en de integratiemomenten op school als gevoelig worden ervaren, ligt dat voor De Vlieger bij: orde op school, de uitstappen, de speelplaats, enz... Dit verschil heeft gewoon te maken met de structuur van de school.
Misschien stellen een aantal lezers zich de vraag of dit ook bij de taak van de school hoort.
Natuurlijk zal de betrokkenheid van alle ouders in één keer te verhogen niet dé oplossing zijn, noch zal het alle problemen van de kaart vegen. Toch is het een manier om hen te laten voelen dat er wel degelijk rekening gehouden wordt met hen, dat hun ideeën waardering krijgen en dat ze ondersteund worden in de bezorgdheden voor hun kinderen. Met een groter vertrouwen in de school, wordt hun spontane inbreng en betrokkenheid steeds groter.
Het werken met de moedergroepen vraagt wel een intensieve begeleiding
en opvolging. Je moet regelmatig huisbezoeken doen, gesprekken voeren,
luisteren naar alle vragen en verwachtingen, frequent aanwezig zijn, voeling
houden met wat leeft bij de ouders, achtergronden kennen, enz... Toch blijkt
het een onmisbare schakel tussen de school en de ouders.
Copyright ©
april 1997.