Zorgverbreding

Zorgverbreding is een betrachting die binnen de Freinet-benadering altijd een grote prioriteit heeft gehad. Fundamenteel is de optie hier dat je aan zorgverbreding werkt door het leren betekenisvol te maken. Ook al heb je een kind dat moeilijker tot lezen komt, dan blijf je globaal met zijn eigen technieken werken. Toch is inmiddels gebleken dat een "taakleerkracht" of een aanvullend ambt zorgverbreding zinvol kan zijn. We schetsen even de ervaringen die vorig jaar in Het Trappenhuis werden opgedaan.

Eén van de aspecten van onze school die we niet zo meteen kunnen onderbrengen bij "freinettechnieken", maar die toch wezenlijk deel zijn gaan uitmaken van de werking van de Kleine Harp (=Trappenhuis), is het aspect zorgverbreding.
Het is een term die je, naast de term taakleerkracht, ook in andere scholen kan tegenkomen en die kwaliteitsverbetering van het geboden onderwijs beoogt. Op de Kleine Harp zijn in het kader van de zorgverbreding twee deeltijdse ambten toegevoegd. Deze worden door een kleuterleidster (Katrien De Keulenaere) en een onderwijzeres (Dominique Vanden Abeele) waargenomen. Bedoeling van deze aan de klasgroepen toegevoegde leerkrachten is hulp te bieden op verschillende vlakken, zowel aan leerkrachten als aan kinderen.

Preventief werken: voorkomen van problemen door beter op specifieke noden van groepen en kinderen te kunnen ingaan.
Remediërend werken: helpen bij kleine groepjes en individuele kinderen als er ondanks goed georganiseerd klasgebeuren achterstand is op één of ander gebied (dit is voor kinderen die niet op natuurlijke manier voldoende leervaardigheid onder de knie krijgen), proberen we een diagnose te stellen en aan de problemen te remediëren.
Constructief werken: het regelmatig overleg met de collega's heeft tot gevolg dat er over het groepsgebeuren en over de kinderen vanuit verschillende invalshoeken overlegd wordt.
Door het feit dat je niet aan een bepaalde groep verbonden bent en frequent in alle klassen komt, heb je ook een ondersteunende functie voor het hele teamgebeuren. Je kan op die manier zicht krijgen op de "rode draad" binnen de school/ Ook bij overleg met andere instanties zoals P.M.S., revalidatiecentrum, logopediste,... is de bijdrage van leerkrachten die op het vlak van zorgverbreding werken, belangrijk.

Een paar voorbeelden van wat er dit jaar in het kader van zorgverbreding gebeurde:
Katrien D.K. werkt voornamelijk in de groep van de oudste kleuters en in de groep van Kathleen (1ste en 2de leerjaar).
Ze werkt er o.a. met anderstalige kleuters van die groep en van de groep van Sybile om de taalvaardigheid van deze kinderen te verbeteren. Ze observeert en begeleidt kleuters tijdens de werktijd en volgt de kinderen d.m.v. gerichte observatie om een zicht te krijgen op de betrokkenheid en het welbevinden van alle kleuters (bijkomende opleiding).
In de eerste graad begeleidt ze kinderen bij het werken met vrije teksten, lezen, rekenwerk, automatiseren van splitsingen, voorzetten van (andere) remediërende activiteiten. Als taakleerkracht werd ikzelf (Dominique) voornamelijk met kinderen uit de eerste en tweede graad (bij Kathleen en Yves) en volg ik van op een afstand de kinderen die ik vorige jaren begeleidde en die nu in de derde graad zitten bij Yo.
De activiteiten variëren sterk, o.a. nakijken over welke vaardigheden nodig voor het beginnend lezen de kinderen van het eerste beschikten in het begin van het schooljaar. Kijken welke kinderen van het tweede extra hulp nodig hebben voor rekenen of taal. Zoeken naar gepaste wegen om hoogbegaafde kinderen te begeleiden. Extra ondersteuning op vlak van taal voor anderstalige kinderen. Observeren en mee begeleiden van rekenonderzoeken bij Kathleen. Helpen van kinderen die met hardnekkige spellingsmoeilijkheden kampen, die weinig structuur kunnen geven aan hun teksten of lang problemen hebben met het plannen van hun werk. Helpen bij het automatiseren van sommige rekenvaardigheden. Globaal aanpakken van leerproblemen. Door overleg preventief werk verder ondersteunen.

We kunnen stellen dat zorgverbreding tot voornaamste doel heeft door kwaliteitsverbetering, preventie en remediëren, problemen als zittenblijven of doorverwijzen naar het bijzonder onderwijs zoveel mogelijk te vermijden.