Uitgangspunten
1. De wijze waarop wij nog steeds omgaan met de eindige en schaarse
grondstoffen, de levensnoodzakelijke voorraad drinkwater en zuivere lucht
leidt vandaag tot zware problemen en morgen tot catastrofes. Daarover
zijn alle ernstige wetenschappers het eens.
2. Het probleem ligt niet bij de anderen, bij de zogenaamde grote
vervuilers (fabrieken, multinationals) of de Amerikanen (die per
hoofd veel meer verspillen dan wij) of de Russen (die veel onveiliger en
vervuilender produceren). Het probleem zijn wijzelf bij elke kans
die we laten liggen om onze consumptiedrang in te tomen; in de mate
dat we nalaten zorgzaam om te gaan met onze omgeving. Want ons consumptiegedrag
is hun vrijgeleide. "Hun" kunt u naar believen invullen met vertegenwoordigers
en verdedigers van het Wetenschappelijk - Technologisch - Kapitalistisch
produktiemodel. (1)
3. De problemen worden mondiaal erkend door duizenden organisaties,
regeringen en hun administraties. Ze worden van uit de politiek vertaald
in doelstellingen - te ambitieus voor de enen, totaal ontoereikend voor
de anderen - met name de Rio Conferentie voor Duurzame Ontwikkeling en
Lokale Agenda 21.
4. Ook onze regering heeft zich geëngageerd voor een duurzaam
ontwikkelingsbeleid. Daarenboven krijgt België een aantal verplichtingen
opgelegd vanuit de Europese Commissie (o.a. naar het halen van emissiereductie-quota
inzake pcb's, zware metalen en dioxines en naar het nemen van maatregelen
inzake afvalpreventie en -verwerking).
5. Zowat alle studies wijzen op het belang van beleidsondersteunende
maatregelen in de vorm van educatie en sensibilisering. Zowel Lokale Agenda
21, de Europese Unie als "Leren om te Keren" (de gedetailleerde milieu-analyse
annex - beleidsplan van de Vlaamse Regering onder redactie van Aviel Verbruggen)
wijzen erop dat de actieve betrokkenheid van burgers / consumenten bij
het omschakelen naar een duurzame economie onontbeerlijk is. Terzelfdertijd
wordt het belang onderstreept van een eenduidig, consistent en duidelijk
beleid om het vertrouwen en de medewerking van de bevolking te krijgen.
Belangrijk is hierbij de voorbeeldfunctie van de verschillende overheden
en hun administraties.
6. Ook wordt in voornoemde studies steeds gewezen op de belangrijke
en evidente rol die de scholen spelen in zowel educatie als sensibilisering
Dit wordt o.a. ook gereflecteerd door het opnemen van die verantwoordelijkheid
van het onderwijs in de eindtermen. (2)
7. Gezien de maatschappijvisie van waaruit het Freinet-onderwijs
vertrekt, waarin kritisch en verantwoordelijk omgaan met de leefomgeving
centraal staat, heeft onze school, meer nog dan andere scholen, een verantwoordelijkheid
op te nemen.
De school moet een coherente boodschap brengen
Dit betekent dat de wijze waarop ze functioneert consequent
moet zijn met de houding die ze de leerlingen probeert bij te brengen Het
tegenargument luidt dat in het echte leven ook een grote discrepantie heerst
tussen voorgehouden ideaal en beleefde werkelijkheid; dat men kinderen
maar best zo vlug mogelijk confronteert met die onvolkomen relatie tussen
theorie en praktijk
De boodschap die men aldus impliciet naar de kinderen
toebrengt is die van het onvoorwaardelijk pragmatisme, m.a.w. de beste
garantie opdat de volgende generatie de oude manier van omgaan met waarden
en normen zal verder zetten; uiteindelijk dus het bestendigen in de toekomst
van de oude politieke cultuur. Dit is waarmee men dan bezig is.
Zijn normen en waarden dan absoluut? Neen we kunnen de
kinderen gerust duidelijk maken dat ze cultureel bepaald zijn en dus voortdurend
aan kritische evaluatie onderworpen zijn maar terzelfdertijd moeten we
ze erbij vertellen dat die evaluatie inhoudt dat je de waarden ernstig
neemt, dat ze nooit gratuit zijn en dus waard om voor op te komen. En wie
ze uit opportunistische overwegingen opzij schuift, moet ter verantwoording
geroepen worden.
Tot in den treure wordt gezegd dat Freinet opvoedt tot
kritische, verantwoordelijke en mondige burgers. Dat wil zeggen dat die
kinderen precies in staat moeten zijn om zich verantwoordelijk te voelen
voor de wereld waarin ze leven, in staat zijn om maatschappelijke situaties
te analyseren en te evalueren, eventueel fouten of verkeerde keuzen kunnen
detecteren en zich gesterkt voelen om zelf te handelen om situaties in
hun eigen leven of in hun wijdere leefwereld in de hand te nemen.
De pragmatische boodschap van hierboven, die daartegenover staat,
leidt enkel tot nabootsing van de opportunistische houding of tot nihilisme
tout court.
Mocht blijken dat het Freinet-onderwijs in Gent daar niet
over gaat, dan zal ik moeten erkennen dat ik me van school vergist heb.
En dan kunnen we nu praten over melkbriks versus flessen, gezonde voeding
op school en snoepgewoontes in de klas, verantwoord energiegebruik, mobiliteitsgedrag
van ouders en teamleden... u zegt het maar.
Een eerste resultaat van de discussie die hierop volgde:
er vertrok meteen een door iedereen ondertekende brief om de verwarmingsproblemen
van de school toe te lichten aan mevrouw Moerman, onze onderwijsschepen.