Zich inzetten voor de rechten van dat ene kind, dat is pas Freinet!

De Viervoeter sprak met Rajae Slaoui, ouder van De Boomgaard.

Rajae Slaoui, geboren in Fès, studeerde internationaal economisch recht aan de Universiteit van Casablanca. Na een carrière als personeelschef van een Marokkaans bedrijf kwam zij zich 9 jaar geleden in België specialiseren in het Europees Recht. In de sterren stond geschreven dat zij niet meer naar haar land zou terugkeren: zij verloor hier haar hart aan Joost Aerts. Ze is de moeder van Dounia van De Boomgaard. Haar eerste job in België was voor het Stedelijk Migrantencentrum. Nu werkt zijn voor het Pedagogisch Centrum lespaketten uit over "Omgaan met diversiteit".
De Viervoeter: In welke mate is het onderwijs dat je in Marokko genoot vergelijkbaar met het traditioneel onderwijs van bij ons?
Rajae: Vele scholen in Marokko zijn privé-scholen. Omdat wij thuis met negen waren en mijn ouders niet vermogend, bezocht ik in Fès de openbare school, die volkomen gratis is. De mensen hier realiseren zich niet dat er in de Derde Wereld een enorm intellectueel proletariaat bestaat. Mijn vader was professor Islamitisch Recht aan de Universiteit van Fès, maar dergelijke functie was niet bezoldigd. Hij trok een bescheiden inkomen uit een baan als griffier. Het onderwijs dat ik op de openbare school volgde was in het Frans en leidde tot het baccalaureaat; het was volledig op Franse leest geschoeid. Pas na de onafhankelijkheid kwamen er per dag 2 uur Arabisch bij, alsook lessen Islamitische moraal. Inhoudelijk was dit onderwijs vrij goed vergelijkbaar met het traditioneel onderwijs van hier.

4v: Hoe kwam je hier in contact met het Freinetonderwijs?
Rajae: Mijn man en ik hebben veel informatie ingewonnen vooraleer Dounia naar de crèche en naar de kleuterschool ging. Toch werden die eerste jaren een opeenvolging van ontgoochelingen. Ik had nogal wat bedenkingen over de manier waarop men met de kinderen omging. Ik probeerde erover te praten met de leerkrachten en de directie, met het doel mijn bijdrage te leveren tot wat positieve veranderingen. Men bleek er echter noch de structuur, noch de cultuur te hebben voor dergelijke discussie, zodat wij telkens een andere crèche of school uitprobeerden. In het tweede jaar kleuterschool liep het echter de spuigaten uit, met het schoolfeest als culminatiepunt. Bij die gelegenheid werd mijn 4-jarige dochter door de leerkracht als 'koppig, arrogant en uitdagend' bestempeld! Eigenlijk waren het verwijten aan mijn adres, aan die vrijpostige Marokkaanse, die het aandurfde hen opmerkingen te maken. Door de verwijten die men op mijn kind projecteerde, was mijn dochter intussen pedagogisch gezien geblokkeerd en moesten wij andermaal een nieuwe school zoeken.
  Voor mijn werk op het Stedelijk Migrantencentrum had ik dat jaar meegewerkt aan de tentoonstelling 'Zuiderse geuren en kleuren' in de Sint-Pietersabdij. Ik had een intercultureel lespakket ontwikkeld dat ik daar met een collega op een zgn. 'witte' basisschool (toevallig een Freinetschool) en op een zogenaamde 'zwarte' basisschool (een traditionele school) uitprobeerde. De verbale vaardigheid van de kinderen uit die Freinetschool, De Boomgaard, was mij daarbij opgevallen. En ook het schril contrast met het ontwikkelingsniveau van de kinderen van die traditionele 'zwarte' school. Ik ervoer dit als zeer onrechtvaardig: beide groepen kinderen hebben recht op kwalitatief onderwijs, maar het resultaat is totaal verschillend door de spiraal van kansarmoede waarin de kinderen van die 'zwarte' school terechtkomen. Ik dacht toen: de kinderen van De Boomgaard moeten de helpers van de toekomst zijn en ik wil dat ook mijn dochter die voortrekkersrol kan helpen vervullen. Wij zochten ook een school die iets verder ging dan het traditioneel onderwijs, en vooral een school waarin ons kind ernstig werd genomen.
  Toen wij onze beslissing namen om Dounia naar een andere school te sturen, speelde Freinet dus nog geen rol. Het is pas later dat wij Freinet ontdekten, aanvankelijk door de Freinetavond die het Pedagogisch Centrum op de Bargiekaai organiseerde, daarna door boeken van en over Freinet te lezen. Door de tijdelijke verhuis van De Boomgaard naar de Offerlaan kwamen er in die school enkele plaatsen open en konden wijd Dounia daar inschrijven.

4v: Wat trok u dan in eerste instantie aan bij de Freinetmethode?
Rajae: In de geschriften van Célestin Freinet trof ons in de eerste plaats de interactie tussen individu en groep, Freinets inzet en zijn pleidooi voor evenwicht tussen individuele ontwikkeling en groepswerking. Verder viel ons de positieve wijze op waarmee Freinet de neutraliteit (la laïcité) in het onderwijs hanteerde en er invulling aan gaf. Met laïcité bedoelde Freinet het neutraal karakter van het onderwijs, het au sérieux nemen van elk individu en van zijn inbreng. Aangezien de Freinetmethode de ervaring van het kind als vertrekpunt van het onderwijs beschouwt, dient elke ervaring dezelfde kansen te krijgen, ongeacht de persoonlijke opinie van de onderwijzer zelf. De school moet volgens Freinet geen waarden meegeven, wel het kind helpen eigen waarden te vormen in functie van de eigen keuze en van de familiale achtergrond.

4v: Zijn er dingen die je ontgoocheld hebben in het Freinetonderwijs?
Rajae: Mijn eerste ontgoocheling gaat precies over het vorige punt: de manier van invulling van de neutraliteit stemt niet overeen met die van Freinet zelf. In het bijzonder stemt dit niet overeen wanneer het gaat om de religieuze ervaring van het kind zelf. Voor mij hoeft godsdienstonderwijs niet op de school gegeven te worden. Nu gebeurt het, maar in groepjes apart, netjes in vakjes gescheiden. Hoewel ik Moslim ben, heb ik geen probleem met Sinterklaas die in de lessen wordt opgelegd als thema. Ook niet met het feit dat de hele school enthousiast aan het thema meewerkt, want deze figuur maakt tenslotte deel uit van de maatschappij waarin mijn dochter opgroeit.
Maar wat gebeurt er als kinderen in de klas een kerststalletje willen maken? Plots wordt hier een beperking opgelegd, banvloeken en bliksems worden bovengehaald. Want zo'n kerststalletje wordt aangevoeld als partij kiezen voor een religie. Bij Freinet zelf had een kerststalletje zeker gekund, en hij had er een uitgangspunt in gevonden voor interessante gesprekken met de kinderen. De neutraliteit is voor Freinet immers a-religieus, niet anti-religieus. Aan dergelijke zaken zie ik dat de school hier wel degelijk waarden opdringt en niet de geest van Freinet volgt. Spreken over de religieuze ervaring is in onze scholen bijna een taboe. De kinderen krijgen niet dezelfde ruimte, niet dezelfde kans en steun om hun onderwerp, van zodra het wat naar religie zweemt, met professionele begeleiding en met enthousiasme te kunnen uitwerken. De juiste invulling van de neutraliteit is juist de kinderen te helpen om een bewuste keuze te maken, hen helpen dit te organiseren, hen feiten aan te reiken en hen aan te zetten tot synthetiseren.

4v: Ik had je al eens horen opmerken dat je het betreurde dat ons Freinetonderwijs nogal exclusief in intellectueel-elitaire kringen rekruteert?
Rajae: Inderdaad, Célestin Freinet was een man van en voor het gewone volk. Bij onze Freinetscholen is dat gewone volk slechts sporadisch vertegenwoordigd. Ik ken de oorzaken niet; zou de houding van ons onderwijs t.o.v. wat ik vertelde over de invulling van de 'laïcité' hier soms een rol spelen, en het wat vrijzinnig imago dat rond de Freinetscholen hangt? Ik neem me voor dit punt uit te zoeken, ik wil begrijpen hoe die mechanismen in elkaar zitten. Dit zou ook een interessante taak zijn voor het Pedagogisch Centrum, waar heel wat uiterst bekwame mensen zitten die vanuit het beleid veel meer steun verdienen.
Het zou ook kunnen zijn dat een barrière gevormd wordt door de verwachtingen van de school t.o.v. het huismilieu. De ouders van kinderen in het Freinetonderwijs zetten zich in het algemeen enorm in voor hun kinderen. De school vindt die inzet een vanzelfsprekendheid, het is zelfs geen agendapunt voor de school: wie anders is of dit niet kan opbrengen, wordt bijna als een slechte ouder ervaren. De inzet van de ouder voor het kind en voor de leerstof wordt geïnstitutionaliseerd, een impliciete vanzelfsprekendheid die tot code verheven wordt. Mensen uit het gewone volk voelen zich daar niet goed bij.

4v: Welk godsdienstonderwijs koos je dan voor je dochter?
Rajae: Toen Dounia naar het eerste leerjaar ging, opteerden wij voor Islam. Met als resultaat dat zij reeds anderhalf jaar geen godsdienstonderwijs kreeg bij gebrek aan een leraar. Aangezien niemand in haar klas voor vrijstelling opteerde, is zij het enige kind dat verstoken blijft van dit onderricht. Zij is tijdens die lessen eigenlijk tot last van de klasleerkracht die anders een uur vrij zou zijn. Naast Dounia zijn er in tal van andere scholen kinderen in hetzelfde geval.
De oorzaak ligt bij de Belgische staat, die enkele jaren geleden de machtiging tot erkenning van Islamleraars door het Islamitisch Centrum van Brussel introk, de bevoegdheid overhevelde naar een verkozen executieve en tegelijk een aantal normen instelde waaraan Islamitische leraren moesten voldoen. Op slag voldeden vele benoemde leraren niet meer aan de vereisten en ontstond er een permanent tekort. Hoewel de Islam een erkende godsdienst is, doet men in België geen moeite om dit probleem te verhelpen en doet men al evenmin iets aan het tekort aan kennis over de Islam, noch aan de negatieve beeldvorming erover.
De school mist hier in het geval van mijn dochter een kans om een model te tonen van wat de neutraliteit volgens Freinet is, gewoon door niet op te komen voor de rechten van één kind. Sommigen vinden dat wij als ouders dan maar voor zedenleer moeten opteren. Doch wij vinden dat het mooi zou zijn, mocht de hele school zich inzetten om dit uur voor dat ene kind mogelijk te maken en actie onderneemt om de kinderen bewust te maken van een stukje van het microsociaal klimaat waarin zij leven.
Dat is pas Freinet!

Jan Boddaert

Overzicht Artikels
Copyright © De Viervoeter                     april  1998.