4v: Hoe kwam je hier in contact met het Freinetonderwijs?
Rajae: Mijn man en ik hebben veel informatie ingewonnen
vooraleer Dounia naar de crèche en naar de kleuterschool ging. Toch
werden die eerste jaren een opeenvolging van ontgoochelingen. Ik had nogal
wat bedenkingen over de manier waarop men met de kinderen omging. Ik probeerde
erover te praten met de leerkrachten en de directie, met het doel mijn
bijdrage te leveren tot wat positieve veranderingen. Men bleek er echter
noch de structuur, noch de cultuur te hebben voor dergelijke discussie,
zodat wij telkens een andere crèche of school uitprobeerden. In
het tweede jaar kleuterschool liep het echter de spuigaten uit, met het
schoolfeest als culminatiepunt. Bij die gelegenheid werd mijn 4-jarige
dochter door de leerkracht als 'koppig, arrogant en uitdagend' bestempeld!
Eigenlijk waren het verwijten aan mijn adres, aan die vrijpostige Marokkaanse,
die het aandurfde hen opmerkingen te maken. Door de verwijten die men op
mijn kind projecteerde, was mijn dochter intussen pedagogisch gezien geblokkeerd
en moesten wij andermaal een nieuwe school zoeken.
Voor mijn werk op het Stedelijk Migrantencentrum had ik dat
jaar meegewerkt aan de tentoonstelling 'Zuiderse geuren en kleuren' in
de Sint-Pietersabdij. Ik had een intercultureel lespakket ontwikkeld dat
ik daar met een collega op een zgn. 'witte' basisschool (toevallig een
Freinetschool) en op een zogenaamde 'zwarte' basisschool (een traditionele
school) uitprobeerde. De verbale vaardigheid van de kinderen uit die Freinetschool,
De Boomgaard, was mij daarbij opgevallen. En ook het schril contrast met
het ontwikkelingsniveau van de kinderen van die traditionele 'zwarte' school.
Ik ervoer dit als zeer onrechtvaardig: beide groepen kinderen hebben recht
op kwalitatief onderwijs, maar het resultaat is totaal verschillend door
de spiraal van kansarmoede waarin de kinderen van die 'zwarte' school terechtkomen.
Ik dacht toen: de kinderen van De Boomgaard moeten de helpers van de toekomst
zijn en ik wil dat ook mijn dochter die voortrekkersrol kan helpen vervullen.
Wij zochten ook een school die iets verder ging dan het traditioneel onderwijs,
en vooral een school waarin ons kind ernstig werd genomen.
Toen wij onze beslissing namen om Dounia naar een andere school
te sturen, speelde Freinet dus nog geen rol. Het is pas later dat wij Freinet
ontdekten, aanvankelijk door de Freinetavond die het Pedagogisch Centrum
op de Bargiekaai organiseerde, daarna door boeken van en over Freinet te
lezen. Door de tijdelijke verhuis van De Boomgaard naar de Offerlaan kwamen
er in die school enkele plaatsen open en konden wijd Dounia daar inschrijven.
4v: Wat trok u dan in eerste instantie aan bij de Freinetmethode?
Rajae: In de geschriften van Célestin Freinet
trof ons in de eerste plaats de interactie tussen individu en groep, Freinets
inzet en zijn pleidooi voor evenwicht tussen individuele ontwikkeling en
groepswerking. Verder viel ons de positieve wijze op waarmee Freinet de
neutraliteit (la laïcité) in het onderwijs hanteerde en er
invulling aan gaf. Met laïcité bedoelde Freinet het neutraal
karakter van het onderwijs, het au sérieux nemen van elk individu
en van zijn inbreng. Aangezien de Freinetmethode de ervaring van het kind
als vertrekpunt van het onderwijs beschouwt, dient elke ervaring dezelfde
kansen te krijgen, ongeacht de persoonlijke opinie van de onderwijzer zelf.
De school moet volgens Freinet geen waarden meegeven, wel het kind helpen
eigen waarden te vormen in functie van de eigen keuze en van de familiale
achtergrond.
4v: Zijn er dingen die je ontgoocheld hebben in het Freinetonderwijs?
Rajae: Mijn eerste ontgoocheling gaat precies over het
vorige punt: de manier van invulling van de neutraliteit stemt niet overeen
met die van Freinet zelf. In het bijzonder stemt dit niet overeen wanneer
het gaat om de religieuze ervaring van het kind zelf. Voor mij hoeft godsdienstonderwijs
niet op de school gegeven te worden. Nu gebeurt het, maar in groepjes apart,
netjes in vakjes gescheiden. Hoewel ik Moslim ben, heb ik geen probleem
met Sinterklaas die in de lessen wordt opgelegd als thema. Ook niet met
het feit dat de hele school enthousiast aan het thema meewerkt, want deze
figuur maakt tenslotte deel uit van de maatschappij waarin mijn dochter
opgroeit.
Maar wat gebeurt er als kinderen in de klas een kerststalletje willen
maken? Plots wordt hier een beperking opgelegd, banvloeken en bliksems
worden bovengehaald. Want zo'n kerststalletje wordt aangevoeld als partij
kiezen voor een religie. Bij Freinet zelf had een kerststalletje zeker
gekund, en hij had er een uitgangspunt in gevonden voor interessante gesprekken
met de kinderen. De neutraliteit is voor Freinet immers a-religieus, niet
anti-religieus. Aan dergelijke zaken zie ik dat de school hier wel degelijk
waarden opdringt en niet de geest van Freinet volgt. Spreken over de religieuze
ervaring is in onze scholen bijna een taboe. De kinderen krijgen niet dezelfde
ruimte, niet dezelfde kans en steun om hun onderwerp, van zodra het wat
naar religie zweemt, met professionele begeleiding en met enthousiasme
te kunnen uitwerken. De juiste invulling van de neutraliteit is juist de
kinderen te helpen om een bewuste keuze te maken, hen helpen dit te organiseren,
hen feiten aan te reiken en hen aan te zetten tot synthetiseren.
4v: Ik had je al eens horen opmerken dat je het betreurde
dat ons Freinetonderwijs nogal exclusief in intellectueel-elitaire kringen
rekruteert?
Rajae: Inderdaad, Célestin Freinet was een man
van en voor het gewone volk. Bij onze Freinetscholen is dat gewone volk
slechts sporadisch vertegenwoordigd. Ik ken de oorzaken niet; zou de houding
van ons onderwijs t.o.v. wat ik vertelde over de invulling van de 'laïcité'
hier soms een rol spelen, en het wat vrijzinnig imago dat rond de Freinetscholen
hangt? Ik neem me voor dit punt uit te zoeken, ik wil begrijpen hoe die
mechanismen in elkaar zitten. Dit zou ook een interessante taak zijn voor
het Pedagogisch Centrum, waar heel wat uiterst bekwame mensen zitten die
vanuit het beleid veel meer steun verdienen.
Het zou ook kunnen zijn dat een barrière gevormd wordt door
de verwachtingen van de school t.o.v. het huismilieu. De ouders van kinderen
in het Freinetonderwijs zetten zich in het algemeen enorm in voor hun kinderen.
De school vindt die inzet een vanzelfsprekendheid, het is zelfs geen agendapunt
voor de school: wie anders is of dit niet kan opbrengen, wordt bijna als
een slechte ouder ervaren. De inzet van de ouder voor het kind en voor
de leerstof wordt geïnstitutionaliseerd, een impliciete vanzelfsprekendheid
die tot code verheven wordt. Mensen uit het gewone volk voelen zich daar
niet goed bij.
4v: Welk godsdienstonderwijs koos je dan voor je dochter?
Rajae:
Toen Dounia naar het eerste leerjaar ging, opteerden wij voor Islam.
Met als resultaat dat zij reeds anderhalf jaar geen godsdienstonderwijs
kreeg bij gebrek aan een leraar. Aangezien niemand in haar klas voor vrijstelling
opteerde, is zij het enige kind dat verstoken blijft van dit onderricht.
Zij is tijdens die lessen eigenlijk tot last van de klasleerkracht die
anders een uur vrij zou zijn. Naast Dounia zijn er in tal van andere scholen
kinderen in hetzelfde geval.
De oorzaak ligt bij de Belgische staat, die enkele jaren geleden de
machtiging tot erkenning van Islamleraars door het Islamitisch Centrum
van Brussel introk, de bevoegdheid overhevelde naar een verkozen executieve
en tegelijk een aantal normen instelde waaraan Islamitische leraren moesten
voldoen. Op slag voldeden vele benoemde leraren niet meer aan de vereisten
en ontstond er een permanent tekort. Hoewel de Islam een erkende godsdienst
is, doet men in België geen moeite om dit probleem te verhelpen en
doet men al evenmin iets aan het tekort aan kennis over de Islam, noch
aan de negatieve beeldvorming erover.
De school mist hier in het geval van mijn dochter een kans om een model
te tonen van wat de neutraliteit volgens Freinet is, gewoon door niet op
te komen voor de rechten van één kind. Sommigen vinden dat
wij als ouders dan maar voor zedenleer moeten opteren. Doch wij vinden
dat het mooi zou zijn, mocht de hele school zich inzetten om dit uur voor
dat ene kind mogelijk te maken en actie onderneemt om de kinderen bewust
te maken van een stukje van het microsociaal klimaat waarin zij leven.
Dat is pas Freinet!