Er zit muziek in...

Steeds meer horen we vanuit de verschillende Freinetscholen hetzelfde geluid: het blijft op school te stil rond muziek. We gebruiken deze expressievorm te weinig in het dagdagelijkse klasgebeuren. Een ontevreden tam-tam-geluid dus, dat de ronde doet..
Nu is het probleem van "te weinig muziek op school" niet uitsluitend een kopzorg van Freinetscholen. Muziek blijft zowat in het hele (basis)onderwijs de vreemde eend in de bijt...
Vandaar proberen we de laatste jaren vanuit het Pedagogisch Centrum konkrete ondersteuning te geven aan geïnteresseerde leerkrachten in de vorm van bijscholing en klasbegeleiding.

Ook dit jaar dus een aanbod. We vertellen hier graag wat meer over de inhoud en de achtergrond. Zowel Harp als Kleine Boomgaard overwegen immers in dit project te stappen. Bij het verschijnen van deze Viervoeter zijn we wellicht al lang aan de slag!
Als je met leerkrachten (niet alleen uit Freinetscholen) praat over hoe zij muziek in hun klas zien, hoor je bijna altijd hetzelfde: veel interesse, veel enthousiasme, maar tegelijk de hamvraag: "hoe moet ik dat doen?"
- We zijn in zekere mate wel allemaal gevoelig voor muziek, maar we voelen ons onhandig, onwennig als we met kinderen met muziek willen werken.
- Eigenlijk gaan we meestal heel intuïtief om met muziek, maar we "weten" er weinig over.
- Vaak voelen we ons ook erg beperkt in onze muziekkeuze.

We kunnen ons natuurlijk meteen afvragen: is dit niet de taak voor de opleiding binnen de Normaalschool? Eigenlijk wel, maar de vicieuze cirkel gaat meteen aan het draaien: op de Normaalschool zou je moeten verderbouwen op de muzikale bagage, opgedaan in het secundair onderwijs. Maar ja... die is ook al zo mager en vaak onbestaande. Je begint dus op de Normaalschool zo wat van nul af aan!.
Met (te) weinig uren op het lessenrooster, moet je eigenlijk een reuzenberg informatie door.
Waarom dan geen vakleerkrachten muziek in de basisschool (cfr.leerkracht turnen)? Een discussie waar men op beleidsniveau mee bezig is, maar niet echt uitraakt. Voorlopig blijft het dus nog zoals het is, d.w.z. dat de klasleerkracht ook dit pakket voor z'n rekening mag nemen. Eén van de vele armen van de octopus (die een leerkracht basisonderwijs toch wel is!) en dus vaak het "slappe handje".

Gitaar Nu heeft het ook z'n voordelen dat de leerkracht zelf voor muziek instaat. Uiteraard kan een "specialist" meer uitdiepen, heeft die meer technisch inzicht. Anderzijds blijft muziek dan het "vaste uurtje" op het lessenrooster. Integratie met andere vakken is sowieso beperkt - het inspelen op wat er leeft in de groep eveneens. [De Harpers kunnen wellicht dit standpunt delen. Daarmee wil ik niet met de vinger wijzen - de situatie zelf werkt dit gewoon in de hand].
Het voordeel van zelf met muziek bezig te zijn in de klas is dat je dus muziek meer inschakelt in het totale gebeuren. Je leert er ook kinderen anders door kennen. Muziek is nu eenmaal een kommunikatiemiddel bij uitstek!
Het moeilijke is dat je daar staat met weinig technische bagage. Dit geeft een onzeker gevoel. Een ondersteuning van buitenaf lijkt me een goede tussenoplossing. Waar een "vakleerkracht" vaak een afhankelijke positie van de klasleerkracht zelf teweeg brengt, proberen we via begeleiding - bijscholing - er toe te komen dat de leerkracht zelf muzikaal mondiger wordt. Je hoeft immers geen expert te zijn om verantwoord en leuk met muziek te werken.

Noot Enkele jaren geleden zijn we op het Pedagogisch Centrum voorzichtig met deze formule gestart. Kleuterleid(st)ers konden toen intekenen voor een bijscholing van een 8-tal dagen, verspreid over het schooljaar. Daarnaast kregen ze individuele begeleiding in hun eigen klas.
Dit project werd met een kleine, maar erg enthousiaste kern enkele jaren voortgezet. Het zelfvertrouwen groeide en de uitwisseling onder collega's was inspirerend. Tegelijk groeiden enkele belangrijke inzichten.
- Je kan niet overhaast te werk gaan. Mensen moeten de tijd krijgen om hun eigen "muzikale" werkstijl te vinden. Feedback van buitenaf is daarbij stimulerend. Het gaat immers niet om "trukjes"... Dit kan zowel in de vorm van praktische begeleiding als van theoretische achtergrond.
- Je kan het als leerkracht niet alleen waar maken, ook al heb je nog zo'n sterke uitstraling. De steun van collega's en directie is onmisbaar. Het is noodzakelijk dat de school als geheel het tekort aan muzikale vorming onderkent én er iets wil aan doen. Dit vraagt een investering qua tijd (bv. personeelsvergadering), maar ook qua infrastructuur (materiaal, ruimte...).

Zo groeide het aanbod voor dit schooljaar. We richten ons niet meer tot één leerkracht, maar tot de volledige school. We sturen er op aan dat het personeel als team wil werken aan muzikale vorming.
Via bijscholing, klasbegeleiding, personeelsvergadering en pedagogische conferenties proberen we als het ware een muzikale injektie te geven. Ook ouders en mensen van buitenaf kunnen hier hun steentje toe bijdragen.
Het gaat er niet om één methode te introduceren met pasklare oplossingen (die bestaat trouwens gelukkig niet). Het is eerder een uitdaging te zoeken hoe iedereen, vanuit zijn persoonlijkheid, "zijn" groep kinderen, muziek integreert.

Gitaar Nu is "muziek" een veelomvattend EN redelijk vaag begrip. Je kan niet alles tegelijk aanpakken. Hoe werken we dat konkreet uit? Hoe kan je als leerkracht muzikaal inspelen op wat kinderen aanbrengen, bv. vanuit de praatronde.
Een voorbeeld... Een kleuter vertelt dat hij 's nachts bang geweest is van een hard geluid (bv.ontploffing, onweer). Dit kan aanleiding geven tot een gesprek over de invloed van geluid op ons.
's Avonds in bed? Welke geluiden komen elke avond terug? (Wat hoor je? Welke geluiden vind je leuk/griezelig?) We kunnen allerlei spelletjes doen (zelf griezelige, zachte, spannende geluiden verzinnen/blinddoekspelletjes, enz....) We kunnen ook muziek beluisteren (maakt die jou bang, rustig, vrolijk?)
Voor dit alles is het belangrijk dat je inzicht hebt in kenmerken en invloeden van geluid/muziek. Zo kan je dit inzicht vertalen in allerlei spelletjes - opdrachten.
Ook een zin (of zinnen) uit een vrije tekst kunnen een uitgangspunt zijn. Sommige woorden stralen gewoon klank en ritme uit. Ze kunnen de kinderen ertoe brengen te gaan experimenteren met hun stem. Soms is dit de aanzet tot musiceermomenten op niveau van kinderen. Hierbij is het dé uitdaging om de "lawaaifase" Nootte ontgroeien!
Bovendien zien we muziek niet als een geïsoleerd iets. Er is een boeiende uitwisseling mogelijk tussen verschillende expressievormen en andere leervakken.

We willen kinderen ook een stuk meenemen in de bestaande muziekkultuur (zowel uit het verleden als hedendaags). In vergelijking met de mogelijkheden die er zijn voor museumbezoek en theatervoorstellingen is het aanbod rond muziek veel kleiner. Muzikale evenementen blijven zich vooral concentreren in de avonduren.
Maar we kunnen wel muziek in de klas brengen. Zo zou de lektuurronde (met boeken) als inspiratie kunnen dienen voor een "luisterronde". Kinderen kunnen hierin muziek voorstellen die hen boeit. (Zie ook Lijst muziek en boek)

Tot zover onze plannen... Een beetje ambitieus, maar wel zinvol, vinden we. Blijft ons nu nog over aan de slag te gaan met een ploeg enthousiaste mensen. We laten nog van ons horen!!!

Ida Jonniaux


Overzicht Artikels
Copyright © De Viervoeter oktober 1993