Freinet-techniek

Achtergronden van de Freinetbenadering in het onderwijs

Of ... back to the roots

Wie beweerde ooit dat de nieuwe generatie Freinet-ouders niet meer geïnteresseerd lijkt in de achtergrond van het onderwijs waar zij voor kozen?
Kinderen worden haastig gedropt aan de schoolpoort, ouderavonden kennen niet altijd de verhoopte belangstelling, de eens verhitte filosofische discussies lijken verleden tijd... dachten we toch.
Het al te volle auditorium - Armand proefde zoete herinneringen uit vervlogen tijden - getuigde van het tegendeel. Haastig aangesleepte stoelen, enge plaatsjes op de trappen, het sprekersterritorium veroverd door drommen ouders... hadden we ons dan toch vergist?
Diegenen die de verleiding van de terrasjes op de eerstee lente-avond hadden weerstaan, kregen waar voor hun geld. Het werd een boeiende avond, niet enkel voor de nieuwe "lichting" ouders - voor wie de avond vooral bedoeld was - maar ook voor ons, al een klein beetje anciens...
Voor wie er niet bij was, een poging tot weergave.
(Ouderavond 13.03.95)

Vertrekkend vanuit een historische schets van Freinetonderwijs en de persoon van Célestin Freinet, kwam men tot een aantal pedagogische konsekwenties naar het kind en de Freinet-leerkracht toe. De Freinet-pedagogiek nu en de toepassing binnen de stadsscholen werd toegelicht. Met de verwachtingen naar ouders binnen dit onderwijs werd de avond afgerond.

Historiek van de Freinetscholen binnen het stedelijk onderwijs

Als wetenschappelijke medewerkers aan de Gentse Universiteit deden Armand en Luc - nu de pedagogische begeleiders van het stedelijk Freinetonderwijs - onderzoek naar de achterstand van arbeiderskinderen in het kleuteronderwijs. Specifieke leerprogramma's voor deze kinderen bleken geen duurzame resultaten op te leveren.
EEN AANTAL PROJEKTEN WERDEN OPGESTART:
- ervaringsgericht kleuteronderwijs: leren vanuit konkrete ervaring, belang dialoog leerkracht-leerling.
- differentiatie aanvankelijk lezen: de leesopdrachten werden aangepast aan het niveau van elke leerling. In de scholen waar men deze methode gebruikte, verminderde het aantal kinderen met een specifieke leesuitval beduidend. Het inpassen van het gedifferentieerd lezen in een voor de rest volledig klassikaal systeem verliep niet altijd gemakkelijk.
- vernieuwde wiskunde: gaf geen resultaten op lange termijn.
- opvang migrantenkinderen: verliep moeizaam. Het taalonderwijs steunt op het natuurlijk leren van de taal in het thuismilieu wat voor migrantenkinderen niet het geval was. Kinderen die de Nederlandse taal niet thuis leerden, kregen op school onvoldoende prikkels.

Uit deze ervaringen bleek dat het niet zo evident was om geïsoleerde projekten binnen een bestaande school in te voeren. Een totaal-aanpak leek noodzakelijk: vernieuwende leerprogramma's ingebed in een algemeen andere manier van omgaan met leerlingen, door een gemotiveerd team.

Van daaruit startten de plannen voor een nieuwe school, wat resulteerde in het oprichten van de Boomgaard in 1985.

Filosofie bij de nieuwe school

Bij het opstarten van een nieuwe school drong het belang van een algemeen denkkader zich op, van waaruit de praktijk kon georganiseerd worden.

BELANGRIJKE ELEMENTEN WAREN:
- doorstroming qua leeftijd: kinderen kunnen op de school terecht van 2,5 jaar tot 12 jaar.
- doorstroming school-thuis en omgekeerd wordt beschouwd als voorwaarde tot leren.
- aandacht voor hogere cognitieve funkties én sociale vaardigheden.
- aandacht voor kinderen aan de zijlijn.

Dit denkkader steunde op gezichtqpunten uit wetenschappelijk onderzoek, vooral vanuit cognitief-wetenschappelijke hoek:
- begrijpen, het hoogste niveau van leren, veronderstelt herstruktureren: een aktief proces op grond van eigen ervaring, wat pleit voor een doorbreken van de grens thuis-school.
- belang van motivatie van het kind uit: uit experimenteel onderzoek blijkt de nefaste invloed van externe motivatie op gedrag.
- cognitieve ontwikkeling ontstaat in dialoog. Dit is ook belangrijk voor het sociaal leren.
- leren is een kreatief proces.

Célestin Freinet (1896 - 1966)

Freinet groeide op in een klein Frans boerendorpje. Hij volgde normaalschool. Tijdens WO I kreeg hij een schotwonde aan de long, wat hem blijvende gezondheidsproblemen opleverde. Dit stimuleerde hem tot het zoeken naar een andere vorm van onderwijzen, waarin de zelfaktiviteit van de leerlingen meer aan bod kwam.
De kinderen waaraan hij les gaf, hadden weinig interesse voor het klasgebeuren. Zij leefden buiten in en met de natuur. Freinet zag hierin de aanknopingspunten voor het leren.
Startpunt was telkens een leerervaring buiten de school. Hiervan werd een verslag gemaakt, dat voorgesteld werd. Dit vormde de basis van waaruit alle leren vertrok.
De drukpers werd eerder toevallig dan bewust in de schoolwerking geïntegreerd. Door correspondentie tussen verschillende klassen die op deze manier met leerlingen werkten, ontstond de Freinetbeweging: een groep van leerkrachten die ideeën uitwisselden over de praktijk.
Dit resulteerde in een eerste kongres in 1926. In 1934, na allerlei schoolperikelen die zijn ontslag veroorzaakten, richt Freinet een eigen school op samen met een groep ouders, vooral arbeiders: l'Ecole moderne, school in beweging. Na WO II verspreidt de Freinet-pedagogiek zich over Frankrijk en de buurlanden.
Freinet werd beïnvloed door de Nieuwe Schoolbeweging, waarin de zelf-aktiviteit van de leerlingen en de intrinsieke motivatie centraal stonden.
Freinet, de enige die vernieuwingen startte vanuit de eigen onderwijspraktijk, voegde daaraan het belang van het sociale (de coöperatieve klas) en het praktische aspekt van het leren toe.

Pedagogische invarianten

DE NATUUR VAN HET KIND:
Kinderen en volwassenen zijn gelijkwaardig, wat zich moet weerspiegelen in de klas. De leerkracht moet rekening houden met alle facetten van het kind wanneer men zijn funktioneren op school probeert te verklaren.

REAKTIES VAN KINDEREN:
Het natuurlijk bezig zijn van het kind is werken (bv. kamp bouwen), niet spelen. Een kind zoekt enkel naar vrijblijvend spel (bv.computerspel) als het werk op school hem niet boeit.

OPVOEDINGSTECHNIEKEN:
De basis van het leren is zelf ontdekken, uitproberen, kennis opbouwen. Dit veronderstelt een weren van ex-cathedra-lessen, aandacht voor experiment, discipline in de groep en coöperatief werken in zelfbeheer. Groepsdiscipline moet ontstaan vanuit ondervinding. Wanneer straffen nodig is, schort er nog iets aan het groepswerk.

ORGANISATORISCHE VOORWAARDEN:
De Freinet-pedagogiek is enkel mogelijk in niet te grote klassen (Freinet sprak over 20-25 leerlingen) en niet te grote scholen (100-120 leerlingen). Kinderen mogen niet te lang op school zijn en hebben ruimte nodig om buiten op ontdekking te gaan. Van leerkrachten wordt een sterke persoonlijkheid en pedagogisch optimisme verwacht.

De rol van de leerkracht

- De leerkracht is de centrale figuur. Zij geeft leiding op basis van gelijkwaardigheid. Ze speelt in op de intrinsieke motivatie, stimuleert de zelfwerkzaamheid en grijpt in waar het niet lukt. Zij is gericht op wat kinderen kunnen en respekteert verschillen tussen de leerlingen.
- Ook binnen het schoolteam werkt zij coöperatief.
- Zij moet de leermethodes beheersen op een zodanige manier dat ze kunnen gebruikt worden waar nodig.
- De leerkracht moet het sociaal leren op de voorgrond plaatsen.

De Gentse Freinetscholen

- DE GEBRUIKTE FREINETTECHNIEKEN:
projekten (ervaringsgericht leren), praatronde, planning, vrije tekst, klassenraad, wisselwerking tussen kollektieve en individuele momenten. Correspondentie met andere klassen gebeurt niet overal.

- TWEESPORENSYSTEEM:
in elke klas komt én het funktioneel leren én het trainingsaspekt aan bod. Trainen blijft belangrijk om automatismen te installeren (bv.tafels van vermenigvuldiging).

- DE TAAKLEERKRACHT:
vormt een belangrijke aanvulling op de klasleerkracht voor het ondersteunen van kinderen die achterop raken én voor feed-back naar de leerkracht over het leerproces van de leerlingen.

- SPANNING EN PRINCIPES:
° vaak zorg van ouders dat leren niet snel genoeg gaat. Ervaring wijst uit dat een kind met problemen genoeg intrinsiek gemotiveerd is om, eventueel samen met de taakleerkracht, hard te werken om de achterstand bij te benen.
° soms kritiek op elitair karakter van de Freinet-scholen, o.a. op beperkte aanwezigheid van migrantenkinderen. In de nieuwe school in de Wasstraat zal 30% van de beschikbare plaatsen vrij gehouden worden voor migranten.

Aktualiteit van Freinet

- ZORGVERBREDING:
Ook kinderen met dreigende leerproblemen moeten binnen het Freinet-onderwijs terecht kunnen. De rol van de taakleerkracht is hierin essentieel.
De kunstmatige scheiding beroepsonderwijs, algemeen secundair onderwijs en technisch onderwijs moet doorbroken worden. Daarom zullen het Labyrinth en de Wingerd vanaf volgend schooljaar in één school ondergebracht worden.

- OVEREENKOMSTEN MET DE COGNITIEVE PSYCHOLOGIE:
De cognitieve psychologie benadrukt het belang van het zelf opbouwen van konstrukties voor het leren. Cfr. zelf-ontdekkend leren bij Freinet.

- DE EINDTERMEN VOOR HET BASISONDERWIJS
leunen sterk aan bij de inhoud en de manier van werken van het Freinetonderwijs. Domeinen als sociaal lerern, muziek krijgen meer aandacht.
De visie om aktief leren vinden we in de eindtermen terug.

De rol van de ouders

Van de ouders wordt een aktieve betrokkenheid verwacht, zowel via samenwerking op school (mentaal en praktisch) als thuis. Ouders moeten zich ervoor hoeden niet op het "trainingsspoor" te raken. Dit is het domein van de leerkracht. Het is zinvoller zich te richten op het betekenisspoor: voorlezen, helpen info opzoeken,... De hulp op school blijft meestal beperkt tot een kleine groep. Bij de inschrijvingen in de nieuwe Freinetschool, zal men dit expliciet vragen.

Ouders hebben ook een kritische funktie: het team verwacht dat zij vanuit het achterliggend denkkader de lijn van de school volgen en indien nodig in vraag stellen.

Al met al een heel pak boeiende informatie die aanzet tot verdere reflektie over dit denkkader... Jammer wel dat het tweede deel wegens tijdsgebrek aan een ijltempo overlopen werd. Misschien moet dit verder uitgediept worden op de volgende ouderavond, waar deze basistekst ter discussie gesteld wordt.
Alvast enkele persoonlijke bedenkingen:


- hoe omgaan met extrinsieke motivatie?
- zorgverbreding naar kinderen met leerproblemen: zeker waardevol, maar is dit haalbaar met de huidige personeelsomkadering?
- het samengaan van de Wingerd en het Labyrinth: hoe konkreet te realiseren?
- verwachten leerkrachten van ouders toch niet soms dat zij mee gaan trainen?
- organisatorische obstakels binnen het Freinetonderwijs.

Terug overzicht artikels

Lieve,
Mama van Jelle, Hanne en Lotte
Ouder De Spiegel

Copyright © De Viervoeter mei 1995