Freinet-techniek

De klassenraad

Definitief uitgelegd

Klassenraden zijn in Freinetscholen een begrip. Toch zitten nog heel wat ouders met vragen over de inhoud en het verloop ervan en betwijfelen sommigen of al dat gebabbel eigenlijk wel iets oplevert. We namen voor u de klassenraden in De Harp even onder de loupe en probeerden een antwoord te geven op de meest gestelde vragen...

Het prille begin
De basis voor een goed functionerende klassenraad wordt reeds gelegd in de eerste leefgroep (2,5 tot 5-jarigen), echte klassenraden worden er nog niet gehouden. Wanneer er conflicten zijn, wordt er, indien nodig, onmiddellijk (door de leerkracht) ingegrepen. Gewoonlijk gaat het over kleine problemen die vanzelf opgelost raken, zonder veel gepraat of hulp van een volwassene. Sommige vaak voorkomende problemen, zoals het afpakken van elkaars spullen, elkaar pijn doen, de baas spelen of plagen, worden in een volgend kringmoment met de hele groep besproken. De kleuters zoeken dan mee naar een oplossing. Al gauw ervaren ze dat er naar hen ernstig wordt geluisterd en dat hun problemen ernstig worden genomen. Ze hoeven niet met hun wrevels, boosheid, verdriet of ontgoocheling te blijven zitten. Uiteraard is er ook heel veel aandacht voor bravo's en wordt er tijd uitgetrokken voor het vertellen over dingen die je blij maken. De kleuters ontdekken dat andere kinderen vaak met dezelfde dingen te kampen hebben. Die herkenning geeft de kinderen vaak een stuk rust en veiligheid.

Over agenda's en voorzitters
Vanaf de tweede leefgroep wordt er in elke klas wekelijks een klassenraad gehouden. Deze klasvergadering, die gewoonlijk een uur duurt, is vaak het meest intense moment van de week. Het bespreken van voorstellen, klachten en felicitaties zijn vaste agendapunten in elke groep. De afspraak geldt dat er alleen dingen besproken worden die op de agenda staan. Iedereen kan in de loop van de week punten op de agenda plaatsen door zijn/haar naam (en eventueel een korte omschrijving) in het klassenraadschrift te schrijven.
Voor het overlopen van het schoolraadverslag en het evalueren en herverdelen van de taken, wordt er in sommige groepen een extra moment vrijgemaakt.
De klassenraad wordt door iedereen heel ernstig genomen. Je schrijft dus ook niet zomaar een agendapunt op. Over een voorstel denk je vooraf grondig na en een klacht over iemand probeer je eerst zelf uit te praten voor je ermee naar de klassenraad stapt. Bij de jongste kinderen wordt de klassenraad sterk geleid door de leerkracht.
De voorzitter helpt mee het gesprek leiden. Meestal nemen de oudste kinderen van de groep aan het begin van het schooljaar die taak op zich. In de loop van het schooljaar krijgen alle kinderen de kans om het voorzitterschap op zich te nemen. Naarmate kinderen ouder worden, verdwijnt de leerkracht als moderator wat meer op de achtergrond en leidt vooral de voorzitter de vergadering. Hij of zij houdt dan de timing in het oog, geeft het woord en zorgt ervoor dat bij een conflict alle betrokken partijen aan bod komen. Toch blijft ook bij de oudsten de leerkracht een sturende rol behouden.

Van klachten naar afspraken (en vice versa)
In de klassenraad gaat de meeste aandacht naar het bespreken van klachten. In de klachtenboeken vind je vooral klachten terug van kinderen voor klasgenoten of kinderen uit andere klassen, maar net zo goed klachten van of voor de eigen leerkracht of andere teamleden. Als kinderen uit andere klassen bij een conflict betrokken zijn, worden deze erbij gehaald. Klasoverschrijdende problemen worden door twee klasafgevaardigden op de volgende schoolraad gebracht.
Veel klachten van kinderen gaan over situaties die zich voordoen op de speelplaats of hebben te maken met het negeren van eerder gemaakte afspraken. De meest voorkomende klachten bij de jongste kinderen gaan over te ruw spelen, plagen en pesten. Het heeft met andere woorden vaak te maken met het leren afbakenen van grenzen, het leren aanvoelen van grenzen en het overschrijden ervan. Wanneer de kinderen ouder worden, hebben klachten meer betrekking op het zoeken naar een eigen identiteit, het vinden van een plaats in de groep en het loskomen van vrienden of vriendinnen die erg eisend zijn. Wanneer er een confict op de klassenraad besproken wordt, komen de betrokkenen altijd eerst aan bod. Ze doen hun verhaal rustig uit de doeken en met de hele groep (dus niet alleen de betrokkenen) probeert men te zoeken naar de wortels ervan en wordt er nagedacht over mogelijke oplossingen om het aangebrachte probleem in de toekomst te vermijden. Die oplossingen monden vaak uit in klasafspraken die door de kinderen gedragen worden, omdat ze deze zelf uit noodzaak hebben gemaakt. Deze afspraken worden genoteerd en geregeld geëvalueerd en bijgespijkerd waar nodig. De hele groep is verantwoordelijk voor het naleven ervan. Wanneer kinderen groepsafspraken bewust en blijvend negeren, wordt er soms samen naar een sanctie gezocht.

De rol van de leerkracht
Kinderen formuleren hun klachten soms nogal oppervlakkig. Vaak verwijzen hun klachten echter naar een dieperliggend probleem. Als leerkracht probeer je een veilig en open klimaat te scheppen en de kinderen te helpen bij het zoeken naar de bron van een conflict. Soms is het nodig om even los te komen van een concrete klacht en het thema te verbreden zodat het voor de anderen herkenbaar wordt en er een groepsdiscussie kan ontstaan.
Kritiek wordt vaak persoonsgericht, in plaats van gedragsgericht, geuit. Ook hier is een taak weggelegd voor de leerkracht door klachten of kritiek nadrukkelijk te leren verwoorden als een "wrevel" of onbehaaglijk gevoel bij een bepaald soort gedrag (en niet als een aanval op de totale persoon). Het vaak voorkomend patroon van "daders" en "slachtoffers" of de indeling in "slechten" en "goeden" wordt ook doorbroken door als groep verantwoordelijkheid op te nemen voor moeilijke situaties of te zoeken hoe men met de groep kinderen met problemen kan ondersteunen.
Moeilijke kwesties worden niet uit de weg gegaan. Het leren omgaan met het uiten en krijgen van kritiek en leren aanvaarden van het anders-zijn van anderen is vaak bijzonder moeilijk. Daarnaast vinden kinderen echter ook veel steun en herkenning in de groepsdiscussies en verkrijgen ze langzamerhand heel wat inzicht in zichzelf en in het groepsgebeuren.

Praters en zwijgers
Sommige kinderen zijn week na week uiterst actief in de klassenraad. Anderen kijken de kat uit de boom of hebben het moeilijk om gevoelsmatige kwesties onder woorden te brengen of zich kwetsbaar op te stellen. Het verbaal uiten van emoties is ook een moeilijk leerproces dat heel veel tijd vraagt. De meeste kinderen luisteren en denken wel actief mee. Heel wat van de gesprekken blijft zeker in de hoofdjes hangen. Ouders kunnen hun kinderen ook stimuleren om actief deel te nemen aan de klassenraad onder meer door klasgebonden problemen, hoe moeilijk ook, in de klassenraad te brengen. Problemen kunnen ook aan de leerkracht gesignaleerd worden die de kwestie dan eventueel vanuit een andere, niet persoonsgebonden invalshoek, aansnijdt.
Erg opvallend in de klassenraden is ook de enorme solidariteit van de kinderen. Minder mondige kinderen krijgen doorgaans heel veel steun van hun vlotter pratende klasgenoten. Vaak worden hun problemen door andere kinderen aangebracht of verduidelijkt.

Wat levert het allemaal op?
Er wordt ons wel eens gevraagd of al dat gepraat in de klassenraden eigenlijk wel iets oplevert en of het dan ook een remmend effect heeft op het pesten op school. De invloed ervan op de kinderen hun gedrag buiten de klas is erg moeilijk te meten. Misschien wordt er op onze school niet minder gepest dan elders, maar in de klassenraden wordt het fenomeen wel bespreekbaar gemaakt en vinden zowel de gepeste als de pester een kanaal om hun emoties te luchten en anderen een blik te gunnen in hun eigen gevoels- en gedachtenwereld. Kinderen die vaak gepest worden, leren er ook assertiever zijn, wat onrechtstreeks een remmend effect heeft op het pesten. Er wordt ook samen gezocht naar de oorzaak van het pesten en de rol van beide partijen hierin. Kinderen worden er geconfronteerd met zichzelf, hun eigen gedrag en de invloed ervan op anderen. Op klasniveau werpt zoiets zeker vruchten af omdat de kinderen van dichtbij gevolgd en snel geconfronteerd worden met de effecten van hun gedrag. Op schoolniveua ligt dat heel wat moeilijker, omdat de gevonden oplossingen voor problemen vaak niet door derden (kinderen en personeel) gekend en ondersteund worden. Er is vaak een gebrek aan doorstroming. Ook de schoolraad blijkt hiervoor niet voldoende toereikend te zijn. Deze tekortkomingen wegen echter niet op tegen de positieve effecten die we dag na dag kunnen vaststellen.

Ja, de meeste kinderen hier kunnen zich verbazingwekkend vlot uitdrukken wanneer het over emotionele kwesties gaat. Het blijft me verrassen, telkens opnieuw. Soms, wanneer ik grote-mensen-ruzies gadesla of geïrriteerd raak op een chaotisch verlopende vergadering, kan ik het niet nalaten om er een beeld van een klassenraad overheen te projecteren. Dan word ik weer een beetje warm van binnen. Blij en ook een beetje trots op die kleine mensjes uit mijn klas die zich zo eerlijk en kwetsbaar durven op te stellen en zoveel empathie en loyaliteit kennen, zelfs al hebben ze nog nooit van zo'n moeilijke woorden gehoord...

Karo Gielen
Leerkracht in de tweede leefgroep
De Harp

Overzicht Artikels
Copyright © De Viervoeter ..... ..... ..... ..... april '97
Lijn