Twentse gebruiken
![]() |
Vroeger was de hoorn van hout maar in het begin van de 20e eeuw is gemaakt van blik maar in het midden van de jaren '50 werd het houten instrument in ere hersteld door een aantal fantieke spelers. De hoorn wordt tegenwoordig gemaakt van berken of wilgen. Groeien de berken in slootwallen dan zoeken ze het licht en ontstaat er een kromming die de midwinterhoornmaker later prachtig kan gebruiken. De stukken worden aan elkaar gelijkd met eenvoudige houtlijm. Vervolgens wordt het instrument afgemaakt met slangeklemmen, maar die zijn vanwege de lijm eigenlijk alleen maar voor de sier. |
Het bespelen van
het lange smalle blaasinstrument is met veel traditie omgeven. De blazaers in Eibergen
bijvoorbeeld spelen slechts tussen de eerste adventszondag en driekoningen. Zo wil het
regelement van de gekerstende midwinterhoornblazers. Niet langer worden de geesten
verjaagd en de vruchtbaarheidsgeest aangeroepen, maar getuigen de klanken van de geborte
van het christuskind, aldus de traditie. De periode waarin in vroeger dagen het kerstfeest
gevierd werd, liep uiteen, maar duurde niet langer dan driekoningen. En aan die ijzeren
wet wordt in Eibergen niet getornd. In de buurdstschap Oele bij Hengelo in de kerstnacht
op kleine hoorns geblazen wordt door protestante boeren, die op die manier de mensen
oproepen naar de kerstnachtdienst te gaan in de protestantse kerk in Hengelo. In de zeventiende en achtiende eeuw werd het instrument in een omvangrijke regio bespeeld. Van Markelo tot Cloppenburg en van Hummeling tot Bocholt. Na 1800 schrompelde het gebruik ineen en leefde het vooral in Twente verder. de houten hoorns die heden ten dage worden gebruikt, duiken in Twente voor het eerst in de zeventiende eeuw op. Ze werden niet alleen gebruikt in de weken voor kerst, maar hadden ook de functie van alarmhoorn. |
Zo is
bekend, dat in de achtiende eeuw de katholieke boeren van noord-oost Twente elkaar
waarschuwden als de Dorst in aantocht was. Deze reed in die tijd voor de katholieke
buurtschappen om daar rooms-katholieken te betrappen op het bijwonen van een verboden
misviering. Het protestantisme was staatsgodsdienst. Via de midwinterhoorn waarschuwden de
katholieken elkaar, zodat ze op tijd met de dienst konden stoppen. Kenners zien hierin de
verklaring dat het bespelen van de midwinterhoorn voornamelijk door katholieken gebeurd.
De hoorn werd ook wel eens gebruikt om te waarschuwen tegen "ongewenste
dienaren", dit ivm stropers. Het blazen op een midwinterhoorn gebeurt vaak boven een
waterput. Daar woonde immers de vruchtbaarheidsgeest en die werd met de klanken van de
midwinterhoorn gunstig gestemd. Vroeger werden de helften van de uitgeholde taf af stam
niet verlijmd, maar met banden geklemd. Op de snede werd een waterbies gelegd. De hoorn
werd dicht gehouden door 'm in de waterput te hangen. Het vriesweer kan er toebijdragen
dat het geluid een extra heldere dimensie krijgt, omdat dan de kletsnatte binnenkant
bevriest. Geoefende spelers kunnen minstens vier tonen met het langwerpige instrument
produceren. Sterspelers weten een reeks van zeven of acht tonen te blazen. De
voortgebrachte melodieen liggen vast en er zijn twee gangbare loopjes. |
![]() Het 'ossehoornbloazen'! De ossenhoorn is de voorloper van de midwinterhoorn en uit opgravingen is gebleken dat het bloazen al sinds het begin van onze jaartelling wordt gedaan. |
Klootschieten
Het klootschieten is een balspel dat tijdens de Middeleeuwen razend populair was in geheel 'Holland'. In de vijftiende eeuw werd het spel zelfs in veel Hollandse steden verboden omdat het door zijn populariteit nogal wat overlast bezorgde. In het oosten van Nederland wordt het nu nog steeds gespeeld.
Het spel wordt gespeeld met een zogenaamde kloot. Dit is een houten bal met een doorsnede van ongeveer zeven centimeter die drie keer haaks doorboord is. Om de kloot zwaarder te maken is deze afgevuld met lood. Het basisprincipe van het klootschieten is zeer eenvoudig. Het doel is de 'kloot' (de bal) in zo weinig mogelijk worpen over een bepaalde afstand te 'schieten' (gooien). Voorafgaand aan het klootschieten krijgt u een duidelijke speluitleg met historische elementen en met als hoogtepunt het gezamenlijk uitpakken van het klotenpakket. Vervolgens gaat u onder begeleiding van ervaren klootschiet-instructeurs naar de start van het parcours. Er wordt gespeeld in teams van ongeveer acht personen. De gemiddelde klootschietwedstrijd duurt ongeveer twee uur. Na afloop van het spel is er een ludieke prijsuitreiking met als hoofdprijs de klotenbokaal. Dit historistische spel is aantrekkelijk voor jong en oud. Het kan in ieder bos of natuurgebied gespeeld worden en het vereist geen speciale kleding. Het klootschieten is een recreatief spel met een duidelijk competitie-element en tevens een uitstekende stemmingmaker!
Vooral in Ootmarsum en Denekamp, maar ook in andere plaatsen, worden jaarlijks op de eerste paasdag grote paasvuren gebrand. Dit gebeurt volgens een oud heidens gebruik. Het idee hierachter is dat men dacht dat de akkers vruchtbaar zouden worden naar gelang van de grootte van het vuur en de rookkolom. Hoe groter het vuur hoe beter. In Denekamp doen ze ook nog aan 'eiergaddern' en 'paasstaakslepen'. Voor de paasdagen wordt er geld (vroeger eieren) opgehaald om het paasfeest te bekostigen. Daarna vindt het paasstaakslepen plaats. Onder grote belangstelling wordt een bepaalde boom gekapt en naar de paasweide gesleept. Hier wordt de boom rechtop gezet en in de top hijst men een ton met teer. De boom wordt dan per opbod verkocht en 's avonds wordt hij dan met de rest van het verzamelde hout in brand gestoken. Beide paasdagen gaat men in Ootmarsum 'vloggeln'. Een lange rij zingende mensen slingert hand in hand door het stadje. Zij worden aangevoerd door acht vrijgezelle mannen, de zogenoemde 'poaskearls', gekleed in regenjas en hoed (en een sigaar). De stoet gaat voordeur in, achterdeur uit, onderwijl af en toe stoppend om even een borrel te drinken. De tocht eindigt op de Markt met het zingen van liederen.
Sagenland Twente
Op vele daken van oude boerderijen zijn houten geveltekens bevestigd. Het zijn symbolen die voortkomen uit het katholieke of protestantse geloof of uit de oude volksgeloven. Een voorbeelden uit de reeks zijn: kruis, zonnewiel, zesspakig rad, levensboom, maansikkel en zwanen. Ook de stiepel, oftewel de middenpaal van de schuurdeuren, is vaak versierd. Het gevelteken, dat eeuwenlang dienst heeft gedaan als een karakteristieke versiering op het boerenerf, is weer in opkomst. Oorspronkelijk had het teken de functie om bescherming en zegen te geven aan huis en have en aan de bewoners. In vroegere tijden,, toen veel natuurverschijnselen nog onbegrepen waren, werd de mens immers voortdurend door boze machten bedreigd. Hij dacht nog dat de geesten en voorouders verantwoordelijk waren misoogsten en veeziekten en zelfs voor ongemakken en rampen in een mensenleven. Niet alleen de houten tekens waren behulpzaam voor voorspoed. Ook werd er een vlierstruik bij het karnhok geplant, tegen het zuur worden van de melk, en een pol huislook op het dak bracht geluk.
![]() |
1. Levensboom met de drie symbolen van geloof, hoop en liefde. Hart, anker en kruis. |
2. Levensboom met korenaat, zonnerad(7 gaten = 7 dagen van de week) en maanstanden met kelk en kruis. | |
3. Levensboom met korenaar, zonnerad en maanstanden, vervolg levensboom met bloeiende stulp. | |
4. Levensboom met zonnerad, maanstanden en kruis. | |
5. Levensboom met klek, hostie en kruis. | |
6. Donderbezem, als afweerteken van de boze geesten en hart van geloof met een gestoken zonnerad. | |
7. Donderbezem, levensboom, zonnerad. | |
8. Levensboom, korenaren, maanstanden met gestoken zonnerad. | |
9. In een kleinere uitvoering als in 8. | |
10. Het Twentse Ros met ontstaan levensboom en hart, kelk en kruis alsmede bloeiende tulp. | |
11. Het Twentse Ros in een grotere uitvoering. | |
12. Gaostok (wandelstok). Zo gevormd soor de wilde kamperfoelie. |
Witte wieven, wiefkes en heemennekes
In het Twentse land van weleer waarden de witte wieven bij nacht over de velden. Er zijn sagen en legenden over geschreven, maar de ontnuchterende verklaring is als volgt. Wanneer de boerenknechten met een borrel te veel op 's nachts over de heide dwaalden, konden ze gemakkelijk een jeneverstruik voor een menselijke gedaante aanzien. Het kunnen natuurlijk ook flarden mist en de verbeelding geweest zijn of de veel voorkomende, in de maneschijn oplichtende berkenstammetjes. Toch hebben de witte wieven een belangrijke plaats veroverd in de volksverhalen. In de omgeving van Rijssen bijvoorbeeld, hebben de witte wieven zich eeuwenlang aan de eenzame wandelaar laten zien. De straatweg van Rijssen naar Enter stond zelfs bekend als de spookweg. Na het vallen van de schemer kon men zich maar beter niet op het evenwijdig lopende voetpad begeven, want daar was de kans groot een wit wief tegen het lijf te lopen. En daar moesten de mensen voor oppassen. Een boer die eens de spot met haar had gedreven, had dit met de dood moeten bekopen. Zijn op hol geslagen paarden kwamen met de helft van de wagen achter zich aan slingerend Enter binnen draven. Na een zoektocht bleek de man dood onder de rest van z'n wagen te liggen. Daarnaast zijn er nog witte wiefkes, die zich in de verhalen voornamelijk ophouden bij lage heuveltjes, zoals in Buurse in de Lage Belten. Ook de Usselose Vretberg en de Friezenberg bij Markelo werden als woonplaats van deze geestfiguren genoemd. Voor deze wiefkes hadden de Twentenaren niet zo'n angst. Zij werden beschouwd als goede huisgeesten die zich tevredenstelden met het voor hen ingeruimde plekje haard. De heemennekes waren een minder aangenaam volkje. Zij volgden de boeren tot aan de ingang van hun boerderij onder voortdurend schreeuwen van "hé-hé".
Wat te doen bij een Twentse Bruiloft
Bij een bruiloft in Twente is het de gewoonte dat de gasten geld menemen en dus geen cadeau's! Ivm de Euro volgt hieronder een indicatie van het bedrag:
Dag bruiloft (overdag en 's avonds): per persoon ongeveer tussen de
35 euro en de 50 euro
Avond bruiloft (alleen 's avonds): per persoon
ongeveer tussen de 15 euro en de 20 euro
![]() |