NB: Met browser-functie "zoeken" ( ctrl + F ) kan ook op deze webpagina op trefwoord (naam) worden gezocht. |
vijf generaties NONHEBEL in NederlandSamenstellers: Willem de Jong, Elly Pooth-Vermaas en Esse Vermaas. Terug: Voorwoord | |
Navigatie / Inhoud:
VOORWOORD.
|
HOOFDSTUK 1.
De vroegste generaties van het geslacht Nonhebel. Er werden al nasporingen gedaan naar de naam Nonhebel voordat wij enige jaren geleden konden vaststellen, dat ons geslacht Nonhebel rond het begin van de 17de eeuw in Schlüchtern in het Graafschap Hanau genoemd werd. Immers het is een niet veel voorkomende naam in Nederland en ook in Duitsland komt men deze naam nauwelijks nog tegen. Dit betekent, dat indien men deze naam in oude geschriften tegenkomt het de moeite loont, dat verder na te trekken, omdat er een gerede kans is, dat er een verband bestaat. Onderzoek naar de naam Nonhebel in oude geschriften leverde wel wat op, zij het, dat er weinig aansluiting gevonden kon worden met het nu beschreven geslacht. De vroegste vermelding dateert van 1586 van een Petrus Neunobel (Groningensis) als student ingeschreven aan het Gymnasium te Zerbst1. In 1604 vinden wij in de kerkboeken van Schlüchtern de vermelding Matheus Nonhebel, die de vroegst bekende voorvader van ons geslacht is. Vervolgens wordt tweemaal een vermelding gevonden van Johannes Nonhubel(ius) en wel in 1613 en in 1617. Hij komt uit Leobschütz in Silezie12 . Hij is vermoedelijk dezelfde, die genoemd wordt in 16183 en op 16-03-1619 als Mag.Phil. in Wittenberg. Op 26 februari 1670 wordt Hans Nonhebel als burger der stad Zerbst opgenomen. Hij was geboren in Leobschütz, Kreis Oppeln, Schlesien. In 1697 vinden wij een Jacobus Nonhebelius als student theologie ingeschreven in Leiden. En tenslotte in 1713 Jacobus Nonhebelius, waarschijnlijk dezelfde persoon, uit Schlüchtern als schrijver van een dissertatie4. Bekijken wij de landkaart van Duitsland uit die tijd, dan valt op, dat Gröningen, Zerbst en Wittenberg dicht bij elkaar liggen in een gebied genaamd Fläming, waar in de 12de eeuw veel Hollanders en Vlamingen waren neergestreken. Over het ontstaan van de naam NONHEBEL bestaat een niet onwaarschijnlijk verhaal. Het speelt echter niet in Fläming doch in Hessen in Fulda. In de vroege Middeleeuwen is Fulda een belangrijk centrum, dat geregeerd wordt door een abt en later door een abtvorst. Er is dan ook een klooster. Hier werkt een beambte, die belast is met het heffen van de "NONA", dat is het negende deel van een nalatenschap van een achterleenman of een horige. Hij is dus een NONAHEBER. Naast het bovenstaande is er nog een oorspronkelijke veronderstelling, die is gegrond op de gedachte van Nederlandse herkomst.Er was een grote emigratiegolf van protestanten uit Zuid Nederland aan het einde van de 16de eeuw. Deze golf trok naar Engeland, OostFriesland, Palts en Noord Nederland. Men denke hierbij aan 1567, de Raad van Beroerten - Alva -, de protestanten, die niet tot het katholicisme wilden teruggaan en moesten emigreren. Vele Vlamingen, waaronder textielambachtslieden vestigden zich o.a. in Hanau, Neustadt (Kur Pfalz). Dit waren hoofdzakelijk Calvinisten. Kijken wij naar de beroepen van de eerste Nonhebels in Schlüchtern, dan zien wij vele malen "Färber", hetgeen een textielverver moet zijn geweest. En dit zou een mogelijk bewijs van de voorgaande veronderstelling kunnen zijn. Bovendien ligt Schlüchtern slechts 50 km van Hanau. Kwamen zij wel uit de lage landen? Het is duidelijk, dat de naam daartoe geen aanwijzing geeft. Het klinkt duits. Bovendien liggen Leobschütz en Schlüchtern verspreid en meer naar het Oosten. Ook in Danzig is de naam(Nonhuebel) voorgekomen. Wel behoren alle Nonhebels tot de protestantse godsdienst en een verband tussen het geslacht uit Schlüchtern en de elders gevonden Nonhebels is gezien de ongebruikelijke naam niet onwaarschijnlijk. Er bestaat vandaag nog een tak Nonhebel in Duitsland, die afstamt van Philip Nonhebel, de hoedenmaker en mogelijke leermeester van onze Johan Christoffel. Deze tak wordt niet beschreven in dit boek. GENEALOGIE VAN DE EERSTE VIER GENERATIES.
I. MATTHEUS NONHEBEL, Färber, overl. Schlüchtern 13-3-1626, tr. ELISABETH, geb. Schlüchtern ca. 1584, overl. Schlüchtern 10-1-1664.
IIa. JOHANNES NONHEBEL, Färber, burger in Steinau, overl. Steinau ca. 1678, tr. Schlüchtern 6-1-1650 EVA ELISABETHA , geb. ca. 1618, overl. Steinau 19-10-1703. Weduwe Hector Möller, Rattsverwandter zu Steinau.
IIb. JACOB NONHEBEL, ged. Schlüchtern 20-12-1609, tr.(1) Schlüchtern 29-11-1632 CATHARINA DENHARZS, geb. ca. 1610, overl. Schlüchtern voor 1636.
IIIa. NIKLAS NONHEBEL, ged. Schlüchtern 22-3-1653, Färber, tr. Schlüch- tern 6-10-1679 ANNA MAGARETHA MÖLLER, ged. Hof 11-5-1654, overl. Eckartshausen 25-3-1736, dr. van HANS MÖLLER, Laaienrechter.
IVa. JOHANNES NONHEBEL, ged. Schlüchtern 28-6-1683, Färber, overl, Schlüchtern 13-7-1720, tr. Schlüchtern 12-6-1714 ANNA GERTRAUTHE SCHAFFER, ged. Schlüchtern 28-2-1688.
IVb. JOHANN JACOB NONHEBEL, ged. Schlüchtern 5-8-1692, overl. Meerholz 12-11-1743, tr. ANGELIKA ELISABETH ROSA, dr. van LUDWIG HERMANN ROSA, Predikant in Eckarthausen, en MARIE CHARLOTTE KOCH.
IIc. BALTHASAR NONHEBEL, ged. Schlüchtern 17-7-1616, Glockner, overl. Schlüchtern 21-10-1687, tr. Schlüchtern 29-9-1650 AGNES MAYEN, overl. Schlüchtern 22-12-1675, dr. van LORENTZ MAYEN.
IIIb. PHILIPS NONHEBEL, ged. Schlüchtern 21-11-1664, Hoedenmaker, tr.Schlüchtern 12-9-1682 MARGARETHA RAUEN, overl. Schlüchtern 18-12-1732, dr. van JOHANNES RAUEN.
| |
Top Opmerkingen: |