KAREL'S CHEESE HOUSE


51. Een blaar

Er komt een man bij de dokter en zegt: "Dokter, ik heb een blaar op mijn pik." Zegt de dokter: "Laat u maar eens zien." De dokter constateert inderdaad een blaar en vraagt: "Hoe vaak doet u het?" De man zegt: "Ja, als ik 's ochtend wakker word, doe ik het een keer met mijn vrouw, dan een keer in de keuken, een keer voor het ontbijt en twee keer erna, een keer in de gang. Dan ga ik met de taxi naar mijn werk: vrouwelijke taxichauffeuse, een keer op de achterbank, een keer op de motorkap. Dan kom ik op mijn werk: een keer de receptioniste, de telefoniste en mijn secretaresse, dan komt het meisje met de koffie, een keer onder het bureau, een keer op de tafel. Dan begint het tijd te worden voor de lunch, dus: secretaresse, telefoniste, receptioniste, in het restaurant twee keer met de serveerster, dan ga ik weer terug naar mijn werk: receptioniste, telefoniste, secretaresse. Dan komt het meisje met de thee, met haar nog twee keer. En als het dan tijd wordt om naar huis te gaan nog een keer de secretaresse, de telefoniste, de receptioniste, de taxichauffeuse. Dan kom ik thuis, dan neem ik mijn vrouw twee keer voor het eten, na het eten een keer op de tafel, een keer op de bank, in de badkamer, op de gang, voor het bed en twee keer in bed en dan ga ik slapen. En als ik 's morgens wakker word, dan begin ik weer opnieuw." "Tja," zegt de dokter, "dan denk ik dat het daar door komt." "O gelukkig dokter," zegt de man, "ik was al bang dat het van het masturberen was."


52. Niet thuis
Er lopen twee mini-kabouters over het strand. Ze lopen het naaktstrand op, en daar ligt een vrouw met haar benen een beetje uit elkaar. De kabouters lopen langs haar enkel, haar kuit, haar knie en staan stil bij haar dij. "Zie je dat daar?" wijst de ene kabouter, "dat is een leuk huisje. In dat holletje zou ik wel willen wonen." "Anders ik wel," zegt de andere kabouter. "Als jij nu eens wat te eten gaat halen," zegt de ene kabouter weer, "dan bel ik even aan." Even later komt die kabouter terug met twee kleine bakjes mini-friet. "En," vraagt 'ie, "heb je al wat bereikt?" "Ik snap er niks van," zegt die andere kabouter, "ik druk steeds op het knopje, iemand roept `ik kom', maar ik zie niemand."
53. Baby zonder oren
Bij de buurvrouw van Jantje is een baby geboren. Alleen, de baby is geboren zonder oren. Jantjes moeder gaat met Jantje op kraamvisite, maar omdat Jantje nogal een flapuit is, waarschuwt ze hem vantevoren: "Wat je ook zegt, Jantje, je zegt niks over die oren." "Goed mam," belooft Jantje. Als Jantje en zijn moeder op visite zijn, vraagt Jantje: "Buurvrouw, mag ik het babytje zien?" "Natuurlijk Jantje," zegt de buurvrouw, en ze gaan kijken. "Dat is een mooi babytje," zegt Jantje, "echt een mooi babytje." Dan gaan ze beschuit met muisjes eten. Vlak voor ze weer vertrekken, vraagt Jantje of hij het babytje nog een keer mag zien. Dat mag. Weer zegt Jantje: "Het is een mooi babytje." En hij voegt eraan toe: "Het heeft zeker wel goeie ogen?" "Zeker," zegt de buurvrouw, "waarom vraag je dat?" "Nou," zegt Jantje, "een bril kan 'ie nooit dragen."
54. Wat is er anders
Oma is honderd jaar geworden. Voor die gelegenheid komt de burgemeester bij haar op bezoek. "U leeft nu honderd jaar," zegt de burgemeester, "wat is in al die honderd jaar nu de grootste verandering in uw leven geweest?" Zonder een seconde na te denken, zegt oma: "De dokter." "De dokter?" vraagt de burgemeester verbaasd. "Ja," zegt oma: "Toen ik twintig was, zei de dokter: `helemaal uitkleden en ga maar liggen'. Toen ik veertig was, zei de dokter: `bloesje uit en ga maar zitten'. En toen ik tachtig was, zei de dokter: `steek je tong maar uit en blijf maar staan'."
55. Opscheppen
Drie boeren staan tegen elkaar op te scheppen. De eerste boer zegt: "Ik heb koeien, die kunnen zichzelf melken. Als ik me verslaap en ik kom het land op, zijn ze al gemolken en zit de melk in de bussen." De tweede boer zegt: "Ik kan het nog sterker vertellen. Ik heb een paard, dat kan zelf ploegen. Als ik te laat het land op kom, is de hele akker al geploegd." Zegt de derde boer: "Dat is nog niks. Ik heb thuis een ezel, die doet de hele huishouding."
56. Hou even mijn voeten vast

Er loopt een oud mannetje over de Wallen te strompelen. "Ga toch naar huis," zegt een hoertje. "Hoezo?" vraagt het mannetje. "Nou," zegt de hoer, "op uw leeftijd..." "Wat nou: op uw leeftijd?" zegt het mannetje, "ik kan het nog als de beste, hoor." "O ja," zegt de hoer, "laat dat dan maar eens zien." Het mannetje gaat mee naar binnen en maakt een wereldwip. Het hoertje is helemaal van slag. "Dat was ongelooflijk," zegt ze: "Zou u dat nog een keer kunnen?" "Ja hoor," zegt het oude mannetje: "Dat kan ik best." "Echt waar?" vraagt de hoer. "Echt waar," zegt het mannetje, "maar dan moet je me even vijf minuten met mijn ogen dicht laten liggen. En dan moet je zolang even mijn voeten vasthouden." "Uw voeten vasthouden?" vraagt de hoer: "Waarom dan?" "Vorige keer liet ik dat niet doen," zegt het mannetje, "en toen was ik meteen mijn portemonee kwijt."


57. Waarom? Waarom neemt een Belg een fruitmand mee naar bed?

Om zijn vrouw te bevruchten


58. Het raadsel
De juffrouw op de lagere school zegt: "Ik ga een dier omschrijven, en dan moeten jullie raden wat ik bedoel." En ze begint: "Het loopt op de boerderij en het geeft melk." Jantje zegt: "Een koe." "Dat is goed," zegt de juffrouw, "maar ik bedoelde een geit." Dan zegt ze: "Het loopt op de boerderij, het heeft veren en legt eieren." Jantje zegt: "Een kip." "Dat is goed," zegt de juffrouw, "maar ik bedoelde een eend." Jantje krijgt de pest in en zegt tegen de juffrouw: "Nou geef ik u een raadsel: je stopt 't hard in je mond, en het komt er zacht en vochtig weer uit." De juffrouw krijgt een knalrood hoofd. "Dat is goed," zegt Jantje, "maar ik bedoelde kauwgom!"
59. Naar de dokter
Komt een vrouwtje bij de dokter. Zegt ze: "Dokter, als ik op m'n linkerzij lig, daat mijn hart zo tekeer." Zegt de dokter: "Ach mevrouw, dat is toch geen probleem, dan gaat u toch op uw rechterzij liggen...?" Zegt ze: "Ja, maar dan gaan m'n darmen zo tekeer." Zegt die dokter: "Nou, mevrouw, dan is het helemaal opgelost, dan gaat u op uw rug liggen." Zegt ze: "Ja, maar dan gaat m'n vent zo tekeer."
60. Aangifte
Er kwam een meisje bij de politie en kwam aangifte doen van een verkrachting. Wie was dat dan zei de agent. Patrick Kluivert zei ze. Dan heb je nog geluk gehad zei de agent hij had je net zo goed dood kunnen rijden!

[vorige pagina] [Index van de lach] [volgende pagina]
© Karel Homepage, The Netherlands