Het oostfront in 1914

De slag bij Tannenberg

De slag aan de Mazurische Meren

De gevechten in Galicië

Duitsland(samen met Oostenrijk-Hongarije) en Rusland tegenover elkaar

Direct na het uitbreken van de oorlog liet de Duitse generaal Von Prittwitz zijn troepenmacht hun posities te Oost-Pruisen innemen. De Duitsers hadden hier 2 Russische legers tegenover zich: het Narevleger en het Njemenleger. Aangezien Oost-Pruisen zowel in het oosten als in het zuiden door Russisch grondgebied werd omgeven, moest men proberen de Russische strijdkrachten een voor een te verslaan alvorens ze zich konden samenvoegen in Oost-Pruisen. Dit alles moest, overeenkomstig met het Von Schlieffenplan, met een zo klein mogelijke troepenmacht lukken. Na een aantal schermutselingen en bloedige gevechten zag men een kans om het Narevleger aan te pakken.



De slag bij Tannenberg(augustus 1914)

Links: Het duo Hindenburg- Ludendorff dat het bevel in 1914 bij Tannenberg en in 1916 aan het westfront overnam. Rechts: Russische krijgsgevangenen na de slag bij Tannenberg.

Toen Hindenburg en Ludendorff het bevel van Prittwitz overnam, scheen het hun al gauw toe dat de twee Russische legers-na zware verliezen te hebben geleden-reeds ver genoeg uit elkaar gedreven waren om ze elk afzonderlijk te verslaan. De Duitsers kreeg vervolgens het bevel zich een eindje terug te trekken en het Narevleger bij Tannenberg op te wachten. Het Njemenleger bevond zich op dat moment veel noordelijker zodat het geen bedreiging vormde. De Duitse taktiek bij Tannenberg was geniaal en al snel werd het Narevleger omsingeld. De Russen kozen eieren voor hun geld en trokken zich terug. Het Duitse leger volgde de Russische troepen en de gevechten begonnen opnieuw. De Russen werden zo verpletterend verslagen dat hun aanvoerder uit schaamte zelfmoord pleegde. Bij Tannenberg verloren de Russen zo'n 120.000 man en talrijke stukken geschut en wapens vielen in Duitse handen.



De slag aan de Mazurische Meren(september 1914)

Nu het Narevleger was verslagen, restte het Duitse leger enkel nog het Njemenleger te verslaan. De bevelhebbers van het Njemenleger hadden de slag bij Tannenberg nauwlettend gade geslagen maar ze hadden niet ingegrepen.Op 29 augustus kreeg het Njemenleger het rechtstreeks bevel van het hoofdkwartier om het Narevleger bij Tannenberg bij te staan, hoewel de overwinning ginder overduidelijk voor de Duitsers was. De volgende dag zag men het nutteloze van het bevel in en werd het herroepen. Het Njemenleger was dan wel al tot aan de Mazurische Meren opgerukt. Men besloot zich daar defensief op te stellen.

Toen Hindenburg op 5 september het bevel gaf om de Russen aan te vallen, scheelde het niet veel of het Russische Njemenleger werd omsingeld. De Russen besloten zich zo snel mogelijk terug te trekken maar ze konden niet verhinderen dat tijdens de achterhoedegevechten een kwart van het Njemenleger werd uitgeroeid.

Zo slaagden de Duitsers er in om met een minderheid aan manschappen de Russen in Oost-Pruisen tegen te houden. Hun taktiek om beide Russische legers apart te verdelgen had zijn doeltreffendheid bewezen.



De gevechten in Galicië

Terwijl de veldslagen bij Tannenberg en de Mazurische Meren in volle gang waren, kwamen er uit Oostenrijk-Hongarije verontrustende berichten. De Russen hadden immers ginds een veel grotere troepenmacht ingezet dan in Duitsland en ze dreven het Oostenrijks-Hongaarse leger in Galicië voor zich uit. Het opperbevel drong aan op Duitse steun. De Duitsers moesten hier wel ingrijpen aangezien Oostenrijk-Hongarije hun enige "echte" bondgenoot was en als ze die verloren zouden ze alleen staan. Bovendien aasde ook Italië op Oostenrijks-Hongaarse gebieden en van zodra ze konden zouden ze aanvallen. Met andere woorden: Duitse steun was broodnodig in Oostenrijk-Hongarije.

Na zware verliezen kregen de Oostenrijks-Hongaarse soldaten uiteindelijk steun van het Duitse 9° leger. Gezien de verzwakking van hun bondgenoot moesten de Duitsers in Galicië alleen de kastanjes uit het vuur halen. Tijdens de gevechten hadden beide partijen zowel van elkaar als van ziekte en koude. Hierdoor evolueerde de strijd aan het oostfront in een loopgravenoorlog.


overzicht