De strijd aan de Somme(juli-oktober 1916)

kaart van het offensief aan de Somme

Aanleiding tot het offensief en de Britse voorbereidingen

Omdat door de gevechten bij Verdun de Franse verliezen zich opstapelden, drong Joffre er bij zijn Britse collega Haig op aan om een Frans-Brits offensief te openen aan de Somme, ter ontlasting van het Verdunfront. Als datum voor het offensief legde men 1 juli vast. Haig besloot dat er in de zeven aan 1 juli voorafgaande dagen de Duitse stellingen zwaar gebombardeerd moesten worden. Zo dacht hij de Duitse prikkeldraadversperringen te kunnen opruimen. Eens dit gebeurd zou zijn, zou het voor de infanterie een "walk over" onder dekking van spervuur worden, zo meende het Britse opperbevel althans. Op die wijze wou men een doorbraak forceren langs de lijn Bapaume, Péronne, Han. De Britse voorbereidingen voor de Slag aan de Somme waren indrukwekkend. Haig liet enorme voorraden en communicatielijnen aanleggen. Ook liet hij ruim 1000 stukken veldgeschut, 180 zware kanonnen en 245 zware houwitsers gereedmaken. De munitievoorraad voor de Britse artillerie aan de Somme bestond uit 3 miljoen granaten. Het Britse opperbevel was zeer optimistisch. Hadden ze echter het effect van een langdurig bombardement op goed voorbereide stellingen, zoals bij Verdun, beter bestudeerd, zouden de Britten niet zo snel victorie gekraaid hebben. Prikkeldraadversperringen werden door granaatinslagen niet vernietigd maar net ondoordringbaar gemaakt. Ook was het Sommegebied in feite slecht aanvalsterrein: de Duitsers hadden hun onderkomens diep in de kalksteenbodem gegraven zodat een artilleriebombardement betrekkelijk weinig slachtoffers maakte. Voorts was het Sommegebied nog betrekkelijk rustig gebleven met als gevolg dat de Duitsers alle tijd hadden gehad om hun stellingen uitstekend voor te bereiden op een aanval. De Britten hadden maar weinig oog voor bovenvermelde factoren, wat hen later nog duur zou komen te staan.


1 juli 1916 en het verder verloop van het geallieerde offensief aan de Somme

Links: Britse soldaten gaan in de aanval(1 juli 1916). Rechts: machinegeweren aan het Sommefront

Op 24 juni startten de inleidende beschietingen. Britse artilleristen schoten in de 7 volgende dagen meer dan 1 miljoen granaten van allerlei kaliber af. Het gebied werd volkomen verwoest en bevatte geen teken van leven meer. Maar door het aanhoudende bombardement werden de Duitsers alerter en verwachtten in de nabije toekomst een aanval. Op 1 juli, precies om 07.30 uur ging de geallieerde infanterie in de aanval. Bij de Fransen die ten zuiden van de Somme aanvielen ging alles vrij goed. Aan de Britse kant liep bijna alles mis. De infanterie, die golf na golf de loopgraven verliet, werd gewoon neergemaaid door Duitse machinegeweren. De Britten vielen zo massaal en zonder enige dekking aan dat de Duitsers op den duur niet eens meer hoefden te mikken. Aan het eind van deze zwarte dag waren er 21.392 jonge Britten gesneuveld. 35.500 anderen bleven hulpeloos op het slagveld achter tot ze uiteindelijk door uitputting, bloedverlies of gebrek aan water omkwamen. Naast het bombardement faalde ook de communicatie geheel. Zelfs Haig had op 3 juli nog geen overzicht over de ramp die zich over het Britse leger aan het voltrekken was. Hij trok zich echter niets aan van de zware verliezen en hield het Somme-offensief nog tot in oktober aan. Toen waren de weers-en terreinsomstandigheden te erbarmelijk en waren de manschappen "opgebruikt". Zo werd de Somme een tweede Verdun.

In de winter trokken de Duitsers zich terug achter de Hindenburg-linie, een tactische zet om het westfront aanzienlijk te verkorten. Het gebied (slechts 10 km) waarvoor 1,2 miljoen soldaten gesneuveld waren (400.000 Britten, 200.000 Fransen en 600.000 Duitsers) viel nu zonder meer in geallieerde handen. Als men zich eenmaal bewust was van de zware verliezen, kreeg generaal Haig zware kritiek te verduren. Haig verdedigde zich door te stellen dat de Duitsers heel wat manschappen en stukken geschut van het Verdunfront moesten weghalen. Ook meende hij dat met het Somme-offensief de "gevechtskracht van het Britse ras" aan de hele wereld duidelijk was gemaakt. Maar het "Britse ras" was in 1916 goed op weg om zichzelf helemaal te vernietigen en geheel afhankelijk te worden van Amerikaanse hulp. Voor alle geallieerde legers gold dit laatste steeds meer: Amerikaanse hulp werd meer en meer een must om de oorlog te kunnen winnen.

De slag aan de Somme is van historisch belang: in september verscheen daar de eerste tank op het westfront. Naast tanks werd door beide partijen vollop gebruik gemaakt van "recentere" nieuwigheden zoals vlammenwerpers en gifgas.

overzicht