Vliegvissen in de polder?!
Zondag 12 oktober stond genoteerd als
vliegvisdag in de polder met de club. Tijdens enkele dinsdagavonden
daarvoor werd druk overlegd waar we nu naar toe moesten. Stel dat we
met 12 tot 15 man zouden zijn, dan heb je niet genoeg aan 1 sloot
van 200 meter. Alle sloten die we zo snel konden verzinnen liggen nu
vol met kroos. Dus we hadden toch een probleempje. Toen is er
gekozen voor De Bernisse. Dat water is groot genoeg voor wel 10
visclubs. Er zit snoek en er zit voorn, baars, brasem en snoekbaars
en ook nog winde. Van Ton Lamens hoorden we dat hij mooie voorns
had gevangen op een intermediate lijn vanuit zijn bellyboatje. En
in het boekje van de VNV staat De Bernisse omschreven als een mooi
water waar ruisvoorn, voorn, brasem en snoek te vangen is. Op
internet was er ook info te vinden, zowel zeer positief als minder
goede verhalen.
Dus de knoop doorgehakt en toch gekozen voor De
Bernisse. Wat info van het net geplukt en dat verspreid op de
clubavonden. Om een lang verhaal kort te maken, op zondagochtend
8.30 reden Mark, Albert, Gert Jan, Herman, “belgische” Fred en ik
richting Bernisse. Na wat zoek werk arriveerden we bij het grote
restaurant Stompaerd met aan weerszijden hiervan een grote plas.
Langs die plas zaten feedervissers mannetje aan mannetje. Toen bleek
ook dat alleen Mark en ik een bellyboat mee hadden meegenomen. Om
een dergelijk grote plas alleen langs de kant te bevissen zagen de
bootlozen onder ons niet zo erg zitten.
Natuurlijk waren de opmerkingen “voor een dagje
poldervissen neem ik geen bellyboat mee” niet van de lucht. En ik
maar volhouden dat ik het duidelijk had geadviseerd om het wel te
doen. Dus weer in de auto’s gestapt en wat terug gereden om een wat
minder groot water te zoeken. Dat vonden we binnen 5 minuten. Mark
en ik zijn toen “te water gegaan” terwijl de anderen verder zijn
gaan zoeken naar mooie (snoek)stekken.
Na enig telefonisch contact gedurende de middag
bleek toch dat Gert Jan en Belgische Fred uiteindelijk waren beland
in de Forellenput Bernisse om daar op forel, bass en meerval te gaan
vissen. De vangsten hiervan heb ik niet meer gehoord. Albert en
Herman hielden het bij nimfvissen vanaf de kant en hebben toch de
nodige vissen weten te vangen, zelfs een snoekje op de nimf.
Ondertussen dobberde ik op een ca 30 meter
brede Bernisse. Heel helder water, geen stroming, zon in het gezicht
en bijna geen wind. Na 200 meter dobberen kwam ik bij een grote
houten fietsbrug. Onder de brug door peddelend haakte ik de eerste
vis. Een baars van ongeveer 20 cm. Dus er zat vis. Nog maar een keer
terug weer onder de brug door. Weer beet, een baarsje van nog geen
10 cm. Terwijl ik dat baarsje ving verscheen er een oud mannetje op
de brug met spinhengel , enorme jigkop en dito twister ‘Is het nog
wat ?” , “Ja” riep ik “een baars en een heel klein baarsje” .
Tegelijkertijd liet hij de jigkop naar beneden donderen , haalde
weer op en had een mooie baars van 25 cm er aan hangen. Ik dacht
nog, dat is lullig, ik vaar heen en weer en vang als laatste een
baarsje van nog geen 8 cm en hij vangt op de eerste “worp” een leuke
baars. Maar het viel allemaal mee, hij viste op snoekbaars en kreeg
geen beet meer. Ik kreeg direct na het baarsje beet , ik voelde
meteen dat het een mooie was. Hard naar beneden bonkend, mijn 6
hengel aardig krom. Na een minuutje of twee kwam de vis boven. Een
schitterende winde van ongeveer 30 tot 35 cm. Met 1 hand niet goed
te pakken zo hoog was ie. Dus ik weer roepen naar opaatje “kijk eens
wat een mooie winde “. Hij keek een beetje verbaasd en beaamde
direct dat het een hele mooie was.
Natuurlijk probeerde ik weer zo snel mogelijk
over deze stek te driften en ja hoor, weer beet, exact dezelfde
aanbeet, bonken, buigende hengel, voorzichtig aan drillen en weer
een winde van hetzelfde formaat. Opaatje hing nu zeer
geďnteresseerd over de brugleuning. Direct weer ingooien op dezelfde
plek leverde weer een winde op. Mijn dag kon nu al niet meer stuk.
Ik wilde nu eigenlijk wel dat Mark ook deelgenoot werd van de lol.
Maar zag hem nog steeds niet aan komen dobberen . Dat duurde nog 1
winde, toen kwam Mark om de bocht aangevaren . Hij was wat
ongelukkig in het water gestapt en zat tot zijn middel in de modder.
Ik roepen natuurlijk dat hij moest doorvaren en voor anker moest
gaan want ik had een "hotspot” gevonden en wilde graag dat Mark ook
ging vangen.
We hebben anderhalf uur heen en weer gevaren
aan weerszijden van de brug en ik ving regelmatig mooie windes. Ik
had zelfs een doublet. Natuurlijk heb ik Mark voorzien van de
vangende nimf maar hij kreeg ze niet te pakken. Wel aanbeten maar
geen hangers. Misschien is dat dan toch het verschil tussen een
intermediate lijn en een droge lijn waar Mark mee viste. Misschien
kwam hij net niet diep genoeg. Ik denk dat ik twaalf mooie windes
heb gevangen. Mark ving wel alvertjes maar geen windes.
Toen zijn we terug gevaren om “uit de broek te
gaan” en even te benen te strekken. Intussen was het geen windkracht
2 meer en hadden we een aardige dobber aan het terugvaren naar de
plaats waar we weer aan land konden gaan. Van een langskomende
snoekvisser hoorden we dat het water nu begon te stromen want er was
een sluis open gezet of zoiets.. Daarom ging het terugvaren dus zo
moeilijk. Het water zou nu ook snel troebeler worden vertelde hij.
Dus waarschijnlijk hebben we gewoon heel veel geluk gehad door op
het juiste moment op de juiste plaats te zijn. Via dezelfde
snoekvisser werden we nog gewezen op de oude oorspronkelijke
Bernisse, 3. m breed, helder, 50 cm diep en met vis. Dus Mark heeft
daar op zicht nog wat voorns kunnen vangen om aan zijn bevrediging
te kunnen voldoen.
Al met al voor mij een dag met een gouden
randje. Eigenlijk geen dag poldervissen maar vissen op groot water
doordat alle andere sloten dicht lagen met kroos.
Vervolg
Zaterdag 18 oktober, een week later had ik in
de middag door omstandigheden een paar uur tijd over. Het weer was
net zo mooi als de zondag ervoor. En het Bernisse-gevoel was nog
aanwezig. Ik vroeg me af of de vis er nu ook zou zijn, of was het
echt een enorme toevalstreffer geweest. Dus toch nog een
keertje naar de Bernisse gereden. Boot oppompen, warmtepak aan en
snel weer naar dezelfde stek gevaren. Weer voorzien van dezelfde
nimfen, zelfde intermediate en weer een lange leader van een meter
of 3. Ik liet me over de stek heen drijven en ja hoor, beet !!
hangen, dit keer een blankvoorn. Van staart tot kop langer dan mijn
kurk op mijn hengel ( en dat is 28 cm). Deze blankvoorn was toch
beduidend kleiner dan de windes van de vorige keer.
Het water was ongeveer net zo helder als die
week ervoor, maar het stroomde nu wel iets harder. Met de stroom kon
je heerlijk driften en wilde je stil liggen dat kostte dat weinig
moeite. Natuurlijk was ik weer mijn “ankertje”vergeten ( stuk touw,
uiennetje en een baksteen). Ik heb op diezelfde plek in anderhalf
uur meer dan twintig vissen gevangen. Kleiner dan die week ervoor en
van alles door elkaar, baars, blankvoorn en winde en een alvertje
van 6 cm. Tot 3 maal toe 2 vissen tegelijk. Na die anderhalf uur was
het ineens over.
Ik heb de hele stek al peddelend en driftend
over gevaren om ze op te zoeken maar ze deden het niet meer. Waarom
? Geen flauw idee. Wat me wel is opgevallen dat ik de meeste vissen
op de achterste dus diepste nimf ving en ik maar 1 maal bodem heb
gevoeld, dus misschien moeten we nog dieper vissen. En ik heb veel
vissen gemist, je voelt de aanbeet en dan niets meer.
Mijn dag kon in ieder geval niet meer stuk.
Maar dat was nog niet alles. Ik heb eindelijk een ijsvogeltje
gezien. Ik loer al jaren op die dingen omdat ze bij mij achter in
het Westerpark ook voorkomen, maar ik zie ze nooit. Mijn zoon wel
tijdens het karpervissen. Nu eindelijk zag ik er een . En het is
echt een schitterend beestje met zijn staalblauwe verenkleed. Ik kan
me voorstellen dat dit beestje zich hier vol kan vreten aan
alvertjes. En als de Bernisse niet dicht vriest is dat een
blijvertje.
Oh en nog wat, de vissen die ik zo nu en dan
boven water hoorde spetteren zijn geen grote alvers, dat blijkt
roofblei te zijn dus dat opent weer nieuwe perspectieven. Ik ga in
de zomer zeker nog een paar keer terug want ik heb al rondrijdend en
wandelend nog veel meer hele mooie stekken gezien in dit water. En
sorry Mark, maar het kwam op als poepen en voor hetzelfde geld is
het helemaal niks. Volgende keer zal ik je bellen.
Wim Brummer |