reisverslag argentinië

foto-album van chili

 

 

@nn's reisverslagen uit chili

terug naar homepage

 

 

 

 

 

 

Een verslagje van @nn me toegestuurd op 21 december 2002
(
wilt u de foto's zien, klik op het icoontje)

Vroeg uit de veren ... om 7.00 uur kwam Lionel mijn tochtgenoot, Teck, en mij ophalen om het nationaal park van Laguna de Laja te bezoeken. De jeep was nodig voor de meer dan 2 uur durende stenige rit. Onderweg maakten we de eerste shots van de besneeuwde "Sierra Velluda" wat zoveel wil zeggen als "behaarde berg".
Na het klaarmaken van de lekkere picknick begonnen we met ons drieën aan onze 5-uur durende wandeling. Van bij het begin van de steile klim viel me het zwarte zand op. Dit is afkomstig van de vulkaan "Antuco". Daardoor heeft het park weinig levende organismen. De laatste uitbarsting van "Antuco" gaat 150 jaar terug, wat redelijk jong is.
Hier en daar stonden er bomen en zagen we bloemen. In de vallei kropen we over de gestolde lava. Een moeilijk en gevaarlijk parcours omdat de lavasteen brokkelig en heel scherp is. Ik vond het contrast van de lava met de gele gebloemde struiken schitterend. Vanop de lava konden we ook de vulkaan (2 985 m) bewonderen. Deze is nu nog uitzonderlijk besneeuwd.
Ik zag mooi de typische vulkaanvorm. Dit is geen bergtop maar een mooie komvormige top. Deze vulkaan laat zich ook gemakkelijker beklimmen dan deze in Baños Morales die ik eerder zag. Deze laatste stoot giftige stoffen uit. Ongeveer 2000 jaar geleden was "Antuco" meer dan 4 000 m hoog. Maar door een krachtige explosie toen, ging er meer dan 1 000 m af. Toch kan je nog steeds zijn oorspronkelijke hoogte schatten doordat er een stuk van de oude vulkaan behouden bleef.
Na het lavageklauter werden we getrakteerd op een goede portie "rivierspringen". Al het sneeuwwater baant zich een weg doorheen de vallei. Teck trok tot 2 maal kousen en schoenen uit. Ik werd hulpvaardig geholpen door de springvaardige Lionel.
Uiteindelijk werden we beloond met een zalige picknickplaats aan de voet van de Sierra Velluda.
Na de terugweg bezochten we met de jeep de Río Laja. In het park zijn mooie watervallen te vinden.
Ook het meer "Laguna de Laja" vond ik zeer indrukwekkend. Het zou de vorm hebben van een hand en is in omvang ongeveer 3 bij 7 km. Het water van dit meer wordt gebruikt om electriciteit op te wekken en om de planten te bewateren.
De volgende dag bezochten Teck en ik het Chileense pronkstuk "Salto El Laja". Deze waterval is indrukwekkend. Ook de zogezegde kleinere waterval "Salto Chico" vonden wij alvast even verrassend. Het leuke aan deze waterval is dat je er helemaal geen toeristen vindt.
Ik ben benieuwd om mijn foto's te zien ! Zijn jullie ook zo nieuwsgierig?

 

Verslagje van @nn na het bezoek aan het natuurpark van Vilches bezocht in Talca op zondag 15 december

Stel je voor ... bergen ... sommigen begroeid met een schitterende vegetatie in allerlei tinten groen ... iets verder bespeur je alleen maar bruin tot roodgekleurd zand ... hier en daar een besneeuwde top ... een verpletterende zon ... .
Je volgt het okergekleurd, stoffig zandpad met willekeurig verspreide stenen. In de verte zie je de aarde zweten ... een wazige lucht puft langzaam omhoog. Hagedisjes ritselen weg als je voorbij stapt. Een moedig insect is op zoek naar voedsel.

Goed ... zie je het voor jou ?

Daar stap ik dan, op dat zanderig pad, stenen ontwijkend, 32 graden ... een verpletterend warmte ... geen zuchtje wind ! Bij elke stap die ik neem waait een stofwolk omhoog. Het is de kunst om mijn voeten niet neer te ploffen, maar om als een ballerina de voet eventjes de grond te tikken. 'k Moet eerlijk toegeven ... met bergschoenen aan is dit geen eenvoudige opdracht. Bergop lukt dit nog, maar bergaf gaat het zo snel dat een stofdoek voor mijn mond wonderen zou doen. Meer dan eens moet ik stilstaan om even op adem te komen en het stof mijn luchtpijp uit te hoesten.

Plots bekroop me het idee ... nog enkel een revolver en een cowboyhoed ... ik waande me even Clint Eastwood !

 

Het tweede verslagje van @nn: (email @nn)

Het lijkt alweer een tijdje geleden dat ik voor een scherm kroop. En vakantie lijkt ook hier en daar een gaatje in mijn geheugen te maken. Hugo wou deze ziekte benoemen als gruyèrities. Laat ik het als een spel zien en trachten om de puzzelstukjes in elkaar te passen.

Ik spendeerde ongeveer 14 dagen in Santiago. Hoofdzakelijk om de Spaanse taal terug op te pikken. De Chileense hoofdstad is verschrikkelijk druk. Het openbaar vervoer raast je letterlijk voorbij. De eerste dagen was het een kunst de juiste bus te nemen omdat ik de cijfers niet tijdig gelezen kreeg. De bus was ondertussen al voorbij gezoefd voor ik door had dat ik die dan tot stilstand moest brengen, Ik ben dan overgeschakeld op de metro ... eveneens snel, goedkoop en ontzettend veilig. Overal staan veiligheidsagenten die ik meer dan eens aansprak om de juiste weg te vinden naar het toilet, de bakker, de post ... . Je kan het zo gek niet bedenken. Met deze vond ik het toeristisch bureau ook heel goed uitgewerkt.
In deze drukke stad bezocht ik enkele dingen : de cerro Santa Lucía, de nationale bibliotheek, de plaza de las Armas met zijn belangrijke gebouwen, ... Maar Santiago maakte niet echt indruk op me. Het is een gemakkelijke en tevens ook veilige stad, maar voor de rest houdt het er ook bij op. Heel het Chileense leven, economisch en sociaal, wordt van hieruit gedirigeerd. Je hebt er alle denkbare winkels.
Bovendien gebeurt ook hier het leven in de eerste plaats op straat. Mannen, vrouwen en kinderen trachten van alles aan de man te brengen. Enkel voor gehandicapten is het wettelijk teoegelaten om een handeltje op het voetpad op te zetten. Bedelaars mogen bedelen en slapen op straat. Maar vaak zag ik anderen met hun spullen wegvluchten als de politie verscheen. De "onwettige" verkopers werden wel nooit gesnapt, wnat de sluwerds hadden wel altijd ergens een mannetje staan om de hele groep te verwittigen bij onraad. Een georganiseerde bende dus.

Als het even kon ontvluchtte ik de hoofdstad. Dit kon in het weekend omdat Lorena, mijn Spaanse lerares, eveneens genoot van haar weekend. Zo bewonderde ik Baños Morales. Een "BERGH"-streek gelegen rond een vulkaan, zoals de meeste bergachtige gebieden trouwens. De meeste van deze plaatsen zijn enkel in het weekend met het openbaar vervoer te bereiken. De autochtonen maken er dan een gezellige daguitstap van. Nou ja ... gezellig ... zolang je de volgepropte 2-uur durende busrit niet meerekent. Tot nu toe kon ik gelukkig altijd een zitplaatsje bemachtigen.
Bañops Morales bezocht ik met een internationaal gezelschap. Het was heel handig om toevallig een 3-talige Chileens berggids mee te hebben. Marcelo wil inspelen op het aankomend massatoerisme en verkende die dag eveneens dat vulkanisch dorpje. Ik ontmoette toen ook Wayne, een Australiër, die Nederlands leert omdat hij tijdens zijn vakantie België bezoekt. Zalig om je moedertaal nog eens boven te kunnen halen !

Ondertussen ben ik doorgereisd naar Talca op weg naar het zuiden. Ik plande hier maar één keer te overnachten. Ondertussen ontmoet ik nieuwe mensen die een voorstel doen over een plaatsje dat je zeker moet gezien hebben. Dorpjes, stadjes of nationale parken die helemaal niet in mijn gids terug te vinden zijn. Met veel plezier schuif ik mijn "footprints" opzij. Gewapend met een picknick en het fototoestel ga ik het waarheidsgehalte gaan testen ... en werkelijk ... de streek is meestal mog mooier dan verteld werd. Doorgaans krijg ik ook de kans om opnieuw een babbeltje te slaan met een plaatselijke bewoner. Zo maakte de parkwachter van het Nationaal park Lircay me de naam van een insect en een vogel Diets die ik onderweg was tegengekomen. Grappig hoe de man ALLE middelen aanwende om het me duidelijk te maken ... hij maakte zelfs een tekening.

Deze uitstapjes laten bij mij een veel positievere indruk na dan de hoofdstad. Ik ervaar er rust, ik word omgeven door een schitterende natuur en ik hou van dat menselijke contact.

Ondertussen heb ik het opgegeven om een reisplanning te maken. Na een dag of zelfs na enkele uren ligt het hele schema weer overhoop. Ik beperk me nu tot een richting . Ik ga naar het zuiden. Tijd en Plaats zie ik wel ... dat laat ik invullen door de mensen en gebeurtenissen die ik onderweg tegenkom. En DAT vind ik een fijne manier van leven.

Liefs,
@nn

 

Het eerste verslagje van @nn: lees het!

Lieve lezer,

Zondag 1 december rond 19.30 uur vertrok ik met een Iberiavlucht richting Madrid. Na een 2- tal uren vliegen kon ik broer en Hadewich hun goedkoop, maar niet zo confortabel bed bewonderen van hun voorbije vakantie in Spanje. Gelukkig moest ik dat bed niet uitproberen. Rond 24.00 uur checkte ik in en een uurtje later hing ik al in de lucht. Naast mij had ik een knapogende Marcelo die me later behulpzaam een spuwzakje aanreikte toen we verrast werden door enkele luchtzakken. Blijkbaar vind mijn maag vliegen enkel zalig zonder turbulentie. Enfin ... na een vlucht van meer dan 14 uur stond ik dan in Santiago de Chili. Behalve de taal is elke andere vergelijking met Santiago de Compostela ver te zoeken.
Dat ik voor het geluk ben geboren werd alweer een bevestigd : een man in kostuum had nog maar net mijn zombieneus gezien of hij probeerde me een hostel met bijhorend transport aan te smeren. Afrgwanend liep ik hem eerst voorbij om mijn lege maag (het heerlijk ontbijt had ik door de turbulentie veiligheidshalve overgeslagen) te spijzen. Gelukkig drong de man aan en logeer ik nu in een kraaknet hostel met "free internet" en ontbijt voor amper €12 per nacht. En dit in een hoofdstad ! Weliswaar deelde ik de kamer gisteren mat 3 mannen. Voor het inslapen legde ik dus maar mijn oorstoppen klaar. Dat was Miekes gewoonte op weg naar Santiago en meestal hield dat de snurkers op veilige afstand. Ook deze nacht had ik geluk. Vandaag verhuis ik naar een 2-persoonskamer, hopelijk met hetzelfde geluk. Ondertussen haalde ik vooral slaap in. Mijn Spaanse kamergenoot, Daniel, gaf ne al een cursus Spaans, nam me mee naar de Nationale bibliotheek en een schitterend park "Cerro Santa Lucía". Van daaruit zie je duidelijk dat Santiago de Chili met zware polutieproblemen kampt. Van de bergen rond de Chileense hoofdstad zijn enkel de meer dan 4 500 meter gelegen besneeuwde toppen te zien. De rest ligt in een soort "mist". Daniel legde me uit dat auto's met een beurtsysteem de stad in mogen afhankelijk van de 2 laatste cijfrs van hun nummerplaat.
Ik blijf nog even in Santiago om de Chileense sfeer op te snuiven, te wennen aan het alleen-reizen en te genieten van een stralende decembermaand. Misschien neem ik wel enkele lessen Spaans om vlotter doorheen Zuid-Amerika te reizen. Ik schrijf jullie vast nog een volgend verslag van hieruit.
Hasta pronto,
@nn

terug naar homepage