|
Bladzijde 5 - Eerste bladzijde,
vorige bladzijde, volgende bladzijde, laatste bladzijde
Dinsdag
Astrid en ik togen in onze lunchpauze naar de sport-
school, die gelukkig pal naast het gebouw ligt waar on-
ze redactie zetelt. Ik denk niet dat we anders de
discipline op zouden brengen voor een dagelijks half-
uurtje fitness. Deze keer zouden we lichte aerobics
gaan proberen. Het was niet zo druk en zo hadden we
allebei een plekje voor de spiegelwand, alwaar we ons-
zelf al huppelend vreemd met onze armen zagen zwaaien.
De spiegel weerkaatste onze rode, verhitte hoof-
den.
"Echt resultaat hoeven we dus niet te verwachten?"
fluisterde ik hijgend in Astrid's oor. Ik knikte voor-
zichtig naar de dikke benen van onze instructrice. De
cellulitis die zij had gekweekt, was toch hopelijk
geen gevolg van het sporten. Ik was meteen mijn motiva-
tie kwijt. Zo'n sinaasappelhuid wilde ik nu juist voor-
komen, of -laat ik eerlijk zijn- het begin ervan tegen-
gaan. Astrid werd melig van al het gespring en roddelde
verder: "Ik dacht dat die strakke pakjes uit waren,"
doelend op de zeker 2 maten te kleine outfit van de
lerares. "Als de dames geen zin hebben, mogen ze ver-
trekken!" klonk er plotseling. Dat deden we. Met een
gevoel alsof we weer op school zaten, dropen we lachend
af. Na het douchen besloten we een eetcafé op de hoek
te bezoeken. Eenmaal aan een broodje ongezond, begon
Astrid over de bruiloft van onze collega José.
Iedereen op de redactie wist inmiddels dat haar kers-
verse man de avond voor het feest een bordeel had be-
zocht. José had een week vrij genomen voor de
huwelijksreis, maar die was niet doorgegaan. "Veel weet
ik er ook niet van," zei ik. "Maar heel misschien wil
ze toch scheiden."
"Het schijnt dat de familie zich over haar ontfermd
heeft. Iedereen vindt dat ze moeten praten, praten,
praten," antwoordde Astrid.
"Ja, ik geloof dat ze overwegen om in therapie te
gaan."
"Nu al?" zei mijn collegaatje.
"Een serieuze relatie is wel hard werken!" lachte ik.
"Proost!" zei Astrid, die haar glas omhoog hield.
"Op ons vrijgezellenbestaan."
Eenmaal terug op de redactie ontving ik een e-mail van
Esther. Het bericht stond vol hoofdletters, uitroepte-
kens en vette smiley's. Ze was te eten gevraagd bij een
(volgens haar) goddelijk wezen die ze al een tijdje
heimelijk aanbad. Ze eindigde:
'Ben je morgenavond laat nog op? Dan BEL IK JE!! Ten-
zij ik bij hem blijf SLAPEN uiteraard. HAHA. ;-)
Je vriendin Esther.'
Donderdag
Om half zeven in de ochtend ging de telefoon. Het was
Esther. "Sorry dat ik je zo vroeg bel," zei ze.
"Geeft niet, mijn wekker gaat toch zo af," antwoordde
ik slaperig. Toen besefte ik dat ze vast vol verhalen
zat over haar goddelijke vriendje, dus ik vroeg:
"En?"
"Je gelooft het nooit!" zei ze, waarna ze even pauzeer-
de. Ik wachtte ook.
"Hij woont nog bij zijn ouders!"
"Hoe oud is hij eigenlijk?" Ik wist niks beters te vra-
gen.
"Zesendertig."
"Nou ja," zei ik laf. "Als je hem toch leuk vindt?"
"Dat is het ergste nog niet," vervolgde Esther. "Weet
je wat hij spaart?"
"Nee, wel wat hij uitspaart," grapte ik.
"Kindersurprise!"
"Huh?"
"Hij spaart Kindersurprise! Die chocolade eieren met
een speelgoedje erin!"
"Oeps," zei ik. En toen: "Ach, als hij maar lief is,
toch?"
"Ja, dat vond ik ook gisteravond, toen ik besloot toch
te blijven slapen. Hij bleek een goede minnaar."
Bijna fluisterend zei ze: "En toen was het zover, je
weet wel..."
"Ja?" vroeg ik, nu helemaal wakker en ademloos luiste-
rend. Ze vervolgde:
"Toen klonk er geklop op de muur achter zijn bed. En
plotseling de stem van zijn moeder. Of we wat zachter
konden doen."
Ik begon te bulderen van de lach, tot ik merkte dat
Esther er de grap niet echt van inzag. Een stuk serieu-
zer zei ik: "Zullen we morgenavond maar weer eens in de
kroeg afspreken?"
Bladzijde 5 - Eerste bladzijde,
vorige bladzijde, volgende bladzijde, laatste bladzijde
|