KAREL'S CHEESE HOUSE


51. Twee zwervers

Er bellen twee zwervers aan bij freule Van Puffelen. De freule vraagt wat ze wensen. "Nou mevrouw," zegt de ene zwerver, "we zouden graag een korsie brood eten. Heb u misschien een klussie voor ons?" "Dat komt goed uit," zegt de freule, "achterin de tuin ligt een stapel hout. Als jullie dat voor mij klein hakken, dan krijgen jullie de restjes van gisteren en een kop koffie." "Graag mevrouw," zegt de zwerver, en de twee lopen naar de tuin om het hout te gaan hakken. De freule gaat weer naar binnen. Dan gaat de telefoon. De freule neemt op: "Met freule Van Puffelen." "U spreekt met de acrobaat," klinkt het aan de andere kant: "Ik zou vanavond optreden bij u op de freule-vereniging, maar ik heb mijn pols verstuikt, dus ik kan niet komen." "Dat is niet zo mooi," zegt de freule en hangt op. Als ze opgehangen heeft, ziet ze de ene zwerver door de tuin een driedubbele flikflak, een dubbele salto en een rietberger maken. De freule loopt naar buiten en zegt tegen de andere zwerver: "Als uw collega dat vanavond bij de freule-vereniging ook wil doen, dan betaal ik hem 500 gulden." Roept de ene zwerver naar de andere: "Jan, de freule vraagt of je vanavond voor 500 gulden ook je andere pink eraf wil hakken!"


52. Schoensmeer

Een New Yorkse vertegenwoordiger in schoenen smeer, wordt opgebeld door zijn baas. De vertegenwoordiger moet de volgende dag in Philedelphia zijn. "Geen probleem," zegt de vertegenwoordiger, "dan boek ik wel een hotel in de buurt van het vliegveld, dan sta ik morgenochtend vroeg op en neem ik het vliegtuig." De man gaat op zoek naar een hotel, maar alle hotels blijken volgeboekt. Dan moet ik maar een hotel in het ghetto nemen, denkt de vertegenwoordiger. Hij gaat naar het ghetto, en daar vindt hij een hotel met een bordje: `Rooms free'. Als hij naar binnen gaat, ziet hij een bordje `Blacks only'. Snel smeert de vertegenwoordiger zich in met bruine schoensmeer, en hij krijgt een overnachting. Hij vraagt de hoteleigenaar of hij de volgende ochtend om vijf uur gewekt kan worden. Om vijf uur wordt de man gewekt. Hij neemt de taxi naar het vliegveld. Ziet hij een bordje `Whites only'. Hij begint zijn vel te poetsen, maar hij krijgt de schoensmeer er niet af. Hebben ze de verkeerde vent wakker gemaakt!


53. Een echte Engelse butler

Een Engelse lord zet een advertentie in de krant voor een echte Engelse butler. Op donderdagavond zit hij in zijn bibliotheek een krantje te lezen, gaat de bel. De lord staat op, loopt naar buiten, over de oprijlaan... Staat er een dronken vent tegen het hek geleund. "Wat komt u doen?" vraagt de lord. De dronken vent zegt: "U had toch een advertentie gezet?" "Inderdaad," zegt de lord, "Ik zoek een typisch Engelse butler. Kunt u misschien goed chaufferen?" "Chaufferen?", zegt de man: "Ik ben al tien jaar mijn rijbewijs kwijt, en ik denk niet, dat ik het ooit nog terugkrijg." "Kunt u dan misschien goed kokkerellen?" vraagt de lord. "Kokkerellen?" zegt de man, "ik kan nog geen ei bakken." "Kunt u dan wellicht goed tuinieren?", vraagt de lord. "Tuinieren?", vraagt de man, "ik woon op 13 hoog; ik kan nog geen cactus in leven houden." "Tja," zegt de lord, "wat kom je dan eigenlijk hier doen?" Zegt de man: "Ik dacht: ik zal je even vertellen dat je op mij niet hoeft te rekenen."


54. De protest-optocht

Een groep Surinamers houdt een protest-optocht. Met spandoeken lopen zij door de straten, en ze roepen: "Wij willen werk, wij willen werk..." Staat er een werkgever langs de kant van de weg. Hij wijst twee Surinamers aan en zegt: "Jij en jij kunnen bij mij komen werken." "Waarom wij?" zeggen de twee Surinamers: "Er zijn nog zoveel anderen!"


55. Kettingzaag

Er komt een neger bij een ijzerhandel en zegt: "Ik moet een goede zaag hebben, want ik moet bomen zagen." De verkoper zegt: "Ik heb hier een grote kettingzaag. Daar zaag je per dag gemakkelijk 100 bomen mee om." De neger koopt de kettingzaag en vertrekt. Na twee dagen komt hij terug en zegt: "Ik heb echt mijn best gedaan, maar ik zaag niet meer dan 50 bomen per dag om." De verkoper zegt: "Tja, dan moet je wat harder werken. Als je om acht uur 's ochtends begint en je werkt door tot vijf uur 's middags, dan zaag je met gemak 100 bomen om." Twee dagen later staat de neger weer in de winkel: "Ik heb gewerkt van zeven uur 's ochtends tot zeven uur 's avonds en ik heb maar 75 bomen om kunnen zagen." "Weet je wat," zegt de verkoper, "dan ga ik morgen eens met je mee om te laten zien hoe het moet." De volgende dag staan de verkoper en de neger in het bos. De verkoper pakt de kettingzaag, zet 'm aan en geeft gas: "Heing, broem, broem, broem..." "He," zegt de neger, "wat een gek geluid!"


56. Gebedsgenezer

Een Amerikaanse gebedsgenezer komt naar Nederland en houdt een grote bijeenkomst in een congreszaal. Hij komt de zaal binnen, loopt naar voren en begint meteen te roepen: "Hallelujah, praise the Lord. Dames and heren, laat ik u voorgaan in gebed." Als hij met de hele zaal gebeden heeft, loopt hij de zaal weer in en kijkt rond. Dan spreekt hij een vrouw aan: "Hello, how are you? Mevrouw, mag ik u vragen naar uw naam?" De vrouw zegt: "Ik ben mevrouw De Vries." De gebedsgenezer vraagt: "And what scheelt eraan, mevrouw De Vries." Zij zegt: "Ik kan niet staan of lopen zonder krukken." Zegt de gebedsgenezer: "Mevrouw De Vries, gaat u met mijn assistenten mee naar het podium, en gaat u achter het gordijn staan. Ik kom zo bij u." De gebedsgenezer loopt verder door de zaal. Hij staat stil bij een man en vraagt: "Hello meneer, what is uw naam?" De man zegt: "Ik ben meneer Janfen." "Meneer Jansen, what is uw probleem?" De man zegt: "Ik heb een hafelip: ik heb laft van een fpraakgebrek." Zegt de gebedsgenezer: "Meneer Jansen, gaat u naar het podium, en gaat u achter het gordijn staan. Ik kom zo bij u." Mevrouw De Vries en meneer Jansen verdwijnen achter het gordijn. De gebedsgenezer loopt weer naar het spreekgestoelte en zegt tegen de zaal: "Ladies and gentlemen, dames and heren, let us pray, ik ga u voor in gebed." Iedereen in de zaal bidt. Dan roept de gebedsgenezer: "Mevrouw De Vries, werp uw krukken af!" KLABAM, hoor je achter het gordijn. De gebedsgenezer roept: "Meneer Jansen: spreek!" "Mevrouw de Vrief if op haar bek gevallen."


57. Bijbelverkoper

Er is een man met een Bijbelwinkel, en die zoekt iemand om Bijbels huis aan huis te verkopen. Dus hij plakt een bord op de etalageruit: gezocht: huis aan huis bijbelverkoper. Komt er een man binnen, en die zegt: "Ikkkkk zou graag bbbbijbels verkkkkopen." Zegt de winkelier: "Maar meneer, met uw spraakgebrek, zou u dat nu wel doen?" "Ikkkkk zou ttttoch graag een kkkkans kkkkkrijgen." "Nou ja," zegt de winkelier, "ik wil iedereen een kans geven, dus dan geef ik u ook een kans. Komt u maandag maar terug om negen uur." De stotteraar komt terug op maandagochtend, en krijgt een flinke partij Bijbels mee. Om twaalf uur komt hij terug: alle Bijbels verkocht. Hij vraagt om een nieuw pakket. Om vier uur komt hij weer terug: weer alle Bijbels verkocht. En weer vraagt hij om een nieuw pakket. "Dat is best," zegt de winkelier, "maar nu wil ik eerst eens horen hoe je het 'm lapt. Je hebt zo'n formidabele hoeveelheid Bijbels verkocht!" Zegt de man: "Gggggewoon. Ikkkkk bbbbbel aan. Er ddddoet iemand open. En dddddan vraag ik: `Wwwwwilt u een Bbbbbijbel kkkkkopen? Of mmmmmoet ik 'm voorlezen?'"


58. Wedden

Jansen werkt aan de inpaklijn van een grote fabriek. Op een ochtend komt hij het parkeerterrein oprijden in een prachtige Jaguar. De secretaresse ziet dat, en zij zegt tegen de baas: "Heeft u gezien in wat voor een Jaguar die Jansen is komen aanrijden? Daar kan 'ie nooit eerlijk aangekomen zijn." "Ik zal hem er eens over aanspreken," zegt de baas. Die dag gaat de baas naar Jansen toe. Hij zegt: "Jansen, ik zag je aankomen in die Jaguar. Daar kan jij nooit eerlijk aangekomen zijn." "Ik zal open kaart spelen," zegt Jansen: "Ik maak vaak weddenschappen, en zo ben ik aan die Jaguar gekomen." "Dus jij wint zo vaak weddenschappen?" vraagt de baas. "Ja," zegt Jansen, "als ik tien weddenschappen afsluit, dan win ik ze ook bijna altijd alle tien." "Durf je met mij ook te wedden?" vraagt de baas. "Ja hoor," zegt Jansen, "ik wed met jou om 10.000 gulden dat jij om 12 uur een grote wrat op je kont hebt zitten." "Aangenomen," zegt de baas. Om 11 uur gaat de baas even naar de toiletten. Voor de spiegel trekt hij zijn broek naar beneden en kijkt naar zijn kont: zo gaaf als wat. Die weddenschap verliest Jansen, denkt de baas. Om half twaalf gaat de baas nog een keer met zijn kont voor de spiegel staan: geen wrat te zien. Ik win, dekt de baas. Om twaalf uur gaat de baas weer naar het toilet. Voor de spiegel kijkt hij naar zijn blote kont: geen wrat. Jansen komt binnen. "Met jou had ik een weddenschap," zegt hij tegen zijn baas. "Die verlies je," zegt de baas: "Kijk maar: geen wrat te zien." "Ik kan dat zo niet zien," zegt Jansen: "Ga eens bij het raam in het licht staan." De baas doet dat en zegt: "Zie je wel, geen wrat te zien. Die weddenschap heb je verloren!" "Niet echt," zegt Jansen: "Ik heb met 300 man personeel voor 20.000 gulden gewed dat jij om twaalf uur met je blote kont voor het raam staat."


59. Luisteren

"Moet u luisteren", zegt een Surinamer, "als ik mijn arm uitsteek, kan mijn vrouw er onderdoor. Niet omdat zij zo klein is, maar omdat ik zo groot ben. Moet u luisteren: als ik mijn handen dicht bij elkaar hou, past het middel van mijn vrouw er gemakkelijk tussen. Niet omdat zij zo slank is, maar omdat ik van die grote handen heb. Moet u luisteren: als ik 's morgens naar mijn werk ga en ik geef mijn vrouw een klap op haar kont, dan trilt 'ie nog als ik weer thuis kom. Niet omdat ze zo'n dikke kont heeft, maar omdat ik zo kort werk."


60. Goochelaar en de papegaai

Een goochelaar heeft werk gekregen op een cruise-schip. In het zaaltje waar hij optreedt, zit ook een papegaai op een stok. Op een gegeven moment tovert de goochelaar een pak kaarten tevoorschijn. Roept de papegaai: "Haalt 'ie uit z'n rechtermouw!" Even later tovert de goochelaar een bos bloemen tevoorschijn. Roept de papegaai: "Haalt 'ie uit z'n binnenzak!" Opeens klinkt er een enorme dreun. Het schip vaart op een rif, raakt lek en zinkt in een oogwenk. Alleen de goochelaar en de papegaai overleven de ramp en blijven drijven op een stuk wrakhout. De twee zitten tegenover mekaar, en ze kijken elkaar zwijgend aan. Na een tijdje roept de papegaai: "Ik geef 't op, waar heb je 't schip gelaten?"


[vorige pagina] [Index van de lach] [volgende pagina]
© Karel Homepage, The Netherlands