Postel

PATROON: Onze Lieve Vrouw en St. Nicolaas BISDOM: Antwerpen HISTORISCHE CIRCARIE: Brabant PROVINCIE: Antwerpen HUIDIGE PLAATSNAAM: Mol STICHTING: 1135

Geschiedenis:
Rond 1135 schonk de edelman Fastradus van Uitwijk een derde deel van Postel aan de abdij van Floreffe. Deze abdij stichtte er een uithof en zond er enige leden naartoe. De eerste stenen kerk werd in 1140 gewijd. Rond Postel groeide een uitgestrekt domein met tientallen hoeven, molens en uitgestrekte bossen. Het grootste deel van de bezittingen lag in het huidige Nederland. Er was steeds een kleine groep priesters met een groep lekebroeders en een groot aantal vaklieden die bij de uithof woonden.
In 1528 woonden er zelfs 160 man. Oorspronkelijk waren er ook zusters, maar die werden na 1270 niet meer aangenomen.
In de 16de eeuw had Postel veel te lijden van plunderingen door rondzwervende legers van de verschillende landsheren en van de godsdienststrijd.
Met steun van bisschop Masius van Den Bosch werd Postel in 1613 een zelfstandige priorij. Rombout Colibrant, de bekende humanist, werd de eerste proost. Hij liet de kerk herstellen, een nieuw koorgestoelte plaatsen en de wachttoren bouwen, tegenwoordig de beiaardtoren. In 1621 werd hij de eerste abt en werd Postel een zelfstandige abdij.
Vanwege haar ligging op een kruispunt van wegen waren er altijd veel reizigers en pelgrims in Postel. Gastvrijheid nam een belangrijke taak in. Veel armen werden door de abdij geholpen. Wekelijks werd aan zo'n duizend mensen voedsel uitgedeeld, en op Aswoensdag en Witte Donderdag aan vier á vijfduizend mensen. Meermaals was de toeloop zo groot dat de abdij werd geplunderd.
In 1635 vielen troepen van de Staten van Holland de abdij binnen en vermoorden er de pasgewijde priester Augustinus van Zeeland.
Een grote slag kwam in 1648 bij de definitieve scheiding van de noordelijke en de zuidelijke Nederlanden, bekrachtigd door de Vrede van Münster. Het grootste deel van de bezittingen lag in het noorden en werd door de Staten in beslag genomen. Zelfs de abdij werd bedreigd, doordat de Staten van Holland van mening waren dat ook Postel zelf als onderdeel van de Meierij van Den Bosch onder hun gezag viel. Pas in 1785 zagen de Staten in het Verdrag van Fontainebleau van hun aanspraken af.
De gevolgen van de Franse Revolutie drongen enkele jaren later tot de afgelegen abdij door. Verschillende gevluchte norbertijner abten vonden hun toevlucht in Postel. In de jaren 1794-1797 moesten de kloosterlingen regelmatig de abdij ontvluchten voor plunderende legers. In 1797 werden de 43 norbertijnen uit Postel verdreven, en moesten ze zich schuil houden op de pastoriën.
De Fransen verkochten de abdij en het 4450 hectare grote domein aan de familie de Meulenaer. Deze familie had ook de abdij van Tongerlo gekocht en laten afbreken. Postel werd echter ingericht tot kasteel.
De overgebleven norbertijnen begonnen na het herstel van de vrijheid van godsdienst in 1831 weer met het herstel van het kloosterleven. Na mislukte pogingen om Postel terug te kopen werd in 1840 een oud franciscaner klooster te Rekem aangekocht. Hier werd in 1841 met enkele novicen het gemeenschapsleven heropgenomen.
Inmiddels was Postel in handen gekomen van de Maatschappij tot exploitatie van het domein van Postel. Dankzij de familie Le Candele de Ghysegem, die een groot aandeel in de maatschappij had, werd de abdij met het naastgelegen terrein aan de norbertijnen geschonken. In 1847 kwamen de norbertijnen terug in Postel. Er was nog slechts één overlevende van hen die de abdij vijftig jaar eerder hadden moeten verlaten.
Door de abdij werd in 1937 de zorg opgenomen voor de missie in de apostolische prefectuur Lolo in de Congo. In 1962 werd de norbertijn Waterschoot hier de eerste bisschop. In 1966 werd de huidige priorij in Kinshasa gesticht.