Dit lichtorgel kan op de
luidsprekeruitgang van de versterker worden aangesloten. De
lampen branden dan op het ritme van de muziek.
Het ingangssignaal wordt met behulp van een trafo versterkt. Als
trafo wordt een speciale trafo voor lichtorgels gebruikt met een
verhouding van 1:5. Dan gaat het via een aantal filters bestaande
uit weerstanden en condensatoren naar de potmeters en dan naar de
triacs. Door de filters reageert iedere triac op een apart
frequentiegebied, T1 is voor de lage tonen en T4 voor de hoge.
Met P2 tot en met P5 wordt de gevoeligheid voor iedere triac
ingesteld. P1 regelt de gevoeligheid van de hele schakeling door
de ingangs gevoeligheid te veranderen.

Dit zijn de benodigde
onderdelen;
R1 & R2 |
100 Ohm 0,5 Watt |
R3 |
220 Ohm 0,5 Watt |
R4 |
47 Ohm 0,5 Watt |
P1 |
220 Ohm |
P2 T/M P5 |
500 Ohm |
C1 |
100nF/500V |
C2 |
220nF |
C3 |
1µF |
C4 |
10µF |
C5 |
4,7µF |
C6 |
820nF |
C7 |
680 nF |
T1 T/M T4 |
TIC 206 of TIC 106 D |
L1 T/M L4 |
MAX. 600 Watt |
TR1 |
Trafo 1:5 |
|