een apostrof wordt gebruikt in AFLEIDINGEN: meervoudsvormen, genitief en verkleinwoorden

in een GENITIEF schrijf je een apostrof als het woord eindigt op een s-klank:

je schrijft een apostrof in afleidingen van letters, afkortingen en tekens:

een apostrof wordt ook gebruikt voor een grafische INKORTING en SPREEKTAALIMITATIE:

in MEERVOUDSVORM en GENITIEF komt een apostrof na een LANGE klinker die kort geschreven wordt (doel: de kwantiteit/kwaliteit van de klinker beschermen)

in het VERKLEINWOORD wordt deze lange klinker (A, E, O of U) verdubbeld:

bij woorden eindigend op Y gebruik je in de afleiding steeds een apostrof, dus ook in het VERKLEINWOORD, behalve indien die y voorafgegaan wordt door een klinker:

een S aan het woord vast en dus GEEN apostrof vind je in de MEERVOUDSVORM of GENITIEF

• na een LANGE klinker die dubbel geschreven wordt (ook é)

• na een KORTE klinker (ook een doffe e)

• na een MEDEKLINKER

de verkleinwoorden van sommige GELEENDE WOORDEN hebben een andere spelling dan het grondwoord:

 

HOME © MStynen 05/11/03