Peuterspeelzaal in Het Trappenhuis

In het vorig artikel bespraken we het principe van de peuterspeelzaal: jonge kleuters, we kunnen ze evengoed oudste peuters noemen, krijgen de kans om zich op soepele wijze te integreren in de kleuterklas. In de peuterspeelzaal komen ouders met hun kind "aanpassen": de nadruk ligt op huiselijkheid, op individueel contact met de kinderen. De klas mag dan gewoon "schoolser" zijn: de jongste kleuters gaan op geregelde tijdstippen "proeven" van de kleuterschool, ze kunnen telkens weer terugvallen op de juf van de "peuterspeelzaal".

KleutersIn Het Trappenhuis werden we met een dubbel probleem geconfronteerd: er is natuurlijk de instroom van jonge kleuters. Maar een percentage van deze kleuters is van allochtone origine. Ruim 40% van de kleuters zijn Turkse "doelgroepleerlingen". Als we bij jonge kleuters aandacht vragen voor de aanpassingsproblemen die de jonge kleuters vaak vertonen, - ze zijn vaak nog niet echt aan de grote groep toe, de schooldag duurt te lang, de overgang van het thuismilieu naar het schoolmilieu is vaak te bruusk - , dan geldt dit natuurlijk in nog sterkere mate voor kleuters van allochtone origine. Er is een taalprobleem, de meeste Turkse kleuters zijn bij hun intrede op school nog eentalig Turks. Er is een cultuurprobleem: de school is vaak minder goed op de hoogt van wat thuis gebeurt, is minder vertrouwd met basiselementen uit de Turkse cultuur. Vandaar ook de prioriteiten voor de peuterspeelzaal: een basisrespect voor de eigen taal en cultuur van het kind, voorzien in een "naadloze overgang" tussen thuis en school, ondermeer door ouders en leerkrachten dichter bij elkaar te brengen.

Om deze doelstellingen te kunnen realiseren werd, naast de kinderverzorgster uit het kleuterdagverblijf die aan de peuterspeelzaal werd toegevoegd, ook een Turkse leidster die vlot tweetalig is, aangeworven.
   In principe werd gedacht aan een opvang van kinderen tussen twee en drie jaar, waarbij de kinderen jonger dan 2,5 jaar een beperkt deel van de dag opgevangen zouden worden. In de praktijk wordt van de mogelijkheid om ook kinderen jonger dan 2,5 jaar op te nemen weinig gebruik gemaakt. Dit kan samenhangen met het uurrooster, ook wel met het feit dat in hetzelfde gebouw een peutertuin is, en dan vanuit die peutertuin rechtstreeks kan aangepast worden met de klas, b.v. door een halftijdse opvang in zowel peutertuin als kleuterklas.

Uitgangspunten
Vertrouwde volwasseneHet belang van de aanwezigheid van een vertrouwde volwassene bij het instappen in een nieuwe leefwereld kan moeilijk overschat worden. Het biedt niet enkel een basisveiligheid aan jonge kinderen maar stelt tevens de nieuwe opvoeder in staat het kind te leren kennen en zicht te krijgen op de wijze waarop ouder en kind met elkaar omgaan.
   Gezien deze informatie essentieel is om een goede opvang van het kind te kunnen bieden wensen we dan ook de vertrouwde opvoeder nauw te betrekken bij de aanpassing van het kind. Een gezamenlijke aanpassing van ouder (of vertrouwde verzorgster) en kind in een langzame opbouw in tijd (een uurtje, een voormiddag, een dag) zijn hierbij noodzakelijk.
   In de peuterspeelzaal vinden de jonge kinderen vertrouwde volwassenen zowel tijdens de klas als opvangmomenten. Zij vormen a.h.w. de veilige uitvalsbasis om de klas te verkennen. Het ritme in de peuterspeelzaal, de inrichting en het spelaanbod sluit nauw aan bij de huiselijke sfeer: langzaam op gang komen van de dag, tijd voor individuele aandacht, vrij spel, huishoudelijke activiteiten, uitstapjes, boekjes kijken met juf en vriendje...
   Een nauwe samenwerking tussen alle opvoeders betrokken bij het kind is een noodzakelijke voorwaarde voor het welslagen van dit project. Het team van verzorgsters en de kleuterleidsters dienen in regelmatig overleg hun eigen werking uit te werken, na te kijken wat gemeenschappelijk kan en wanneer, problemen met individuele kinderen te bespreken, werking evalueren en bijsturen.
   Ook met de ouders, de eerste en belangrijkste opvoeder van het kind, dient nauw te worden samengewerkt en overlegd. We denken hierbij aan een evaluatiegesprek na de eerste maand, trimestriële gesprekken rond de evolutie van het kind met nadruk op de groei naar de klas toe, gesprekken bij problemen. Het expliciet openstellen van het onthaal ook voor ouders (koffie of thee voorzien) stelt ouder en opvoeder in staat de dagelijkse contacten te intensifiëren.

PeuterspeelzaalIn het kader van het spontaan instromen van de kinderen in de kleuterklas is bovendien een aanpak van de ruimte van de peuterspeelzaal noodzakelijk. Een huiselijke inrichting met aandacht voor spel, eten, slapen, verzorging, beweging dient te worden voorzien.
   Gezien de nood aan individuele aandacht en veiligheid en geborgenheid lijkt een groepsgrootte van 16 à 20 kinderen, begeleidt door 2 leidsters, maximaal.

De praktijk
We kunnen stellen dat de werking in de jongste leefgroepen in belangrijke mate aan diepgang gewonnen heeft door dit project. In principe staat de peuterspeelzaal de hele dag (van 8u tot 17u) open voor zowel allochtone als autochtone kleuters.
In de praktijk maken vooral de Turkse ouders met hun kinderen gebruik van de opvang tussen 8 en 9 uur. De Turkse leidster ontvangt de ouders en de kinderen, er is de mogelijkheid om te ontbijten, een kopje thee te drinken. Bij de gesprekken met de ouders komen vooral de opvoeding van de kinderen als onderwerp aan bod. In dit verband is met de ouders een nieuwe werking opgezet: de allochtone leidster leest geregeld Turkse verhalen voor aan de kleuters, van hieruit is een project opgezet om de ouders te betrekken bij dit voorlezen en een schoolbibliotheek op te zetten met tweetalige boekjes die dan ook thuis aan de kinderen voorgelezen worden.
   Tijdens dit onthaal wordt voor de Turkse kinderen tijd vrijgemaakt om de praatronde en de lectuurronde in de klas voor te bereiden. De peuterleidster noteert wat leeft bij de kinderen, helpt om die ervaringen te "vertalen", waardoor de kinderen tijdens de kring in de klas op volwaardige manier aan het groepsgebeuren kunnen participeren. Ook de lectuurronde wordt voor deze kinderen voorbereid: het boekje dat in de klas wordt voorgelezen wordt aan de Turkse kinderen eerst in de moedertaal verteld. Het is vooral dit luik dat in de mate van het mogelijke aan de ouders zal overgedragen worden: hierdoor wordt enerzijds de band tussen de klas en thuis aangehaald, het kind kan in de Nederlandstalige groep volwaarrdig participeren.
   Tussen 9u en 9u30 is er vrij spel voor de jongste kinderen uit de kleuterklas die nog niet echt toe zijn aan de collectieve momenten in de klas. Hierbij komt vooral fantasiespel aan bod en bewegingsspel (ballenbad, lopen).Fantasiespel
   Tussen 9u30 en 10u is het speeltijd voor alle kleuters, de peuterspeelzaal fungeert als alternatief binnenspel: vooral jonge en verkouden kinderen maken gebruik van dit alternatief, in het volgend uur wordt de peuterspeelzaal mee ingeschakeld voor de melk- en koektijd.
   Tussen 10u30 en 11u30 is er een dagelijks wisselend aanbod van activiteiten waar alle kleuters kunnen voor "inschrijven".
Het resterend deel van de dag vervult de peuterspeelzaal meer de functie van het kleuterdagverblijf, maar dan voor de kleuters uit de eerste leefgroep: zij eten samen, 's namiddags is er mogelijkheid om te slapen, daarna wordt de naopvang georganiseerd. Na 17u worden alle kleuters binnen het dagverblijf samengebracht.

Als besluit
Het begrip "peuterspeelzaal" is nog aan een verdere uitklaring toe, het is duidelijk dat de werking sterk zal afhangen van de aard van de school, de wijze waarop de leefgroepen worden samengesteld en wat de achtergrond is van de kinderen. De geïntegreerde werking zal verder gestalte moeten krijgen, ook binnen het Trappenhuis zijn er nog bijsturingen te verwachten. Toch kunnen we stellen dat de balans positief is: kinderen die zich soms in een kleinere groep kunnen terugtrekken komen minder onder druk te staan, anderstalige kinderen die ook in hun eigen taal kunnen aangesproken worden en die geholpen worden om in een anderstalig milieu te functioneren stellen het beter, vertonen minder aanpassingsproblemen, overleg met de ouders verkleint de afstand tussen het thuismilieu en het schoolmilieu. Toch moeten we erkennen dat hiertoe nog altijd de bemiddeling van de allochtone leidster vereist is: op termijn verwachten we dat ook de contacten met de klastitularis aan intensiteit winnen.
   De aanwezigheid van een allochtone leidster maakt ons ook gevoeliger voor het feit dat we tot nog toe te weinig aandacht besteedden aan de mogelijkheid om voor alle kinderen te zorgen voor aanknopingspunten in de klas, ervoor te zorgen dat het thuismilieu ook zichtbaar wordt in het schoolmilieu, en omgekeerd. Hoe dan ook zijn er nu geen jonge kleuters meer die wat verloren lopen, die er de hele dag wat ongelukkig bijlopen.

Armand De Meyer


Overzicht Artikels
Copyright © De Viervoeter                     april 1999.