Meer op deze school dan op andere scholen? "Met kleine kinderen is de sociale omgang hoe dan ook gemakkelijk maar bij kinderen uit de lagere school voel ik duidelijk het verschil. Op deze school heb ik ook met hen een heel sterke band terwijl scholieren in andere scholen helemaal geen contact met een tijdelijke leerkracht hebben. Hier heb ik het gevoel: iedereen kent iedereen."
Het heeft niet noodzakelijk iets te maken met de grootte van de school want ook bij De (grote) Spiegel had Natasha dat gevoel. In de Kleine Spiegel, een kleine school, is de band tussen kleuters en scholieren misschien toch wel sterker: de scholieren smeren de boterhammen, helpen de kleintjes bij het eten, steken hen in bed.
En hoe reageren de ouders? Zijn zij niet moeilijker dan de kinderen? Opnieuw
tracht Natasha de eerste dag in herinnering te brengen. "Nee. Ik vond dat
ook de ouders open en positief reageerden. Zij hebben mij onmiddellijk
aanvaard. Als tijdelijke zit ik wel met de vraag of ik het wel goed genoeg
doe."
Natasha brengt ter sprake dat het als tijdelijke vreemd is in de klas van
iemand anders binnen te komen. "Je komt op het territorium van iemand anders.
Elke kleuteronderwijzer heeft een eigen manier van werken, van inrichten
van de klas. Ik heb eens bij een andere interimopdracht het moeilijk gehad
mij aan de kaals aan te passen omdat die klas mij totaal niet lag. En je
moet toch trachten de werking over te nemen. Want de kinderen zijn gewoon
aan een bepaalde structuur, aan bepaalde afspraken. Maar uiteindelijk is
er toch je eigen karakter en persoonlijkheid en dat beïnvloedt natuurlijk
ook de werking. Wanneer Christine zal terugkeren, zal zij wel het gevoel
hebben dat haar klas gewijzigd is. Bovendien zullen de kinderen een half
jaar ouder zijn en ook dat maakt een heel verschil."
Hoe begin je aan zo een interimopdracht? Nerveus? "De dag dat ik naar school
moet vertrekken, voel ik wel dat het een sprong in het nieuwe is. Op zondag,
's avonds laat, en maandag, 's morgens vroeg, denk ik: waar ga ik nu terechtkomen?
Welke kinderen ga ik nu krijgen?"
Hoe lang duurt het alvorens je alle kinderen bij naam kent? "Dat
gaat heel snel: maximum twee dagen." En om de kinderen zelf te kennen,
om te weten wat je van hen kunt verwachten? "Dat duurt toch wat langer.
Kinderen gedragen zich in het begin wel anders en waarschijnlijk ik ook.
Pas nadien kun je opener en losser met elkaar omgaan. Je ziet wel vrij
snel of sommige kinderen meer of minder structuur nodig hebben. Maar introverte
kinderen leer je pas later kennen als je samen met hen niet in klasverband
maar in een 'hoekje' aan het werken bent."
Natasha is nu sinds een drietal jaren afgestudeerd. Zij is, vergeleken
met haar collega's, ietsje ouder. Zij heeft, toen zij opnieuw begon te
studeren, bewust en met kennis van zaken voor het kleuteronderwijs gekozen.
Help haar dat niet in de klas? "In de klas is uiteindelijk toch de ervaring
van het onderwijs geven doorslaggevend." En ten aanzien van de ouders?
"Omdat ze dan vinden dat ik geen 'groene bloare' meer ben?" Natasha moet
even giechelen. De interviewer denkt eerst van wel, nuanceert dan ('vermoedelijk'),
in verlegenheid gebracht, om met een neutraal 'ik weet het niet' te besluiten.
Natasha zelf heeft er nog niet bij stilgestaan. "Uiteindelijk is het belangrijkste
dat ik mij bij mijn keuze goed voel. Ondertussen voel ik mij ook zekerder,
ook al zit ik nog steeds met de vraag: is het wel goed wat ik doe? Vooral
ten aanzien van de ouders heb ik die vraag: zijn er geen klachten? Soms
denk ik bij mijzelf: overdrijf nu niet. Je collega zegt: de kinderen voelen
zich goed, de ouders zijn tevreden, welnu, wees tevreden met jezelf! Nu,
zolang ik die vragen heb, weet ik ook dat mijn interesse en motivatie voor
mijn job nog aanwezig zijn. Wat ik ook nog als tijdelijke aan het aftasten
ben, is te weten hoe streng je tegenover de kinderen moet zijn. Als je
nieuw in de klas komt, moet je heel duidelijk zijn: dat ven ik en dat zijn
de regels, onze afspraken. Pas naarmate je elkaar leert aanvoelen, kun
je losser met elkaar samenwerken. Nu heb ik geen strenge inborst. Maar
uiteindelijk geeft dat niet, want als leerkracht speel je eigenlijk een
rol en die rol spelen leer je met interims."
Haar droom is uiteindelijk ergens vast aan de slag te kunnen. Van degenen
die samen met haar afstudeerden, is er maar één die intussen
een vaste plaats heeft. Door het grote tekort aan onderwijzers zijn de
meesten onder hen tijdelijk in het lager onderwijs aan de slag. Natasha
heeft een voorkeur voor kleuters. "Mijn creativiteit kan ik bij hen kwijt.
Ik hou ervan hen in mijn fantasiewereld mee te trekken, samen met hen ergens
in onze fantasie naartoe te gaan. De grootste beslissing die ik genomen
heb, was opnieuw te gaan studeren. Daarbij bedacht ik dat voor kinderen
kan elke dag de zon schijnen; carpe diem. Volwassenen daarentegen hebben
hun humeur, hun hersenspinsels."
Het interview gaat door op woensdagmiddag, anderhalve week voor de allerlaatste
dag. Denkt zijn al aan die laatste dag? Is het afscheid niet anders als
bij een vaste leerkracht die de ouder geworden kleuters uit haar klas ziet
vertrekken maar hen, in zo een kleine school, toch nog steeds terugziet?
"Dat is juist. Met het afscheid ben ik al weken bezig. Het is een proces
dat ik moet doormaken."
Heeft zij zich aan de kinderen gehecht? "Enorm. Bij het eerste idee aan
mijn vertrek voelde ik pijn. Ik zal hen missen, maar ik ben nu mij aan
het harden, mezelf aan het beschermen. Ik besef wel dat een kind vrij snel
vergeet. De verzorgende relatie is voor de kleintjes uiteindelijk het belangrijkste.
In de klas heb ik dikwijls gesproken over juffrouw Christine, over de baby
die ging komen; wij zijn haar gaan opzoeken. Maar
je bent de verzorgende persoon en dus belangrijker. Vanaf de dag dat Christine
terugkomt, is zij opnieuw de verzorgende persoon. Een kleuter die mij terugziet,
kan wel blij zijn maar belangrijker is wie de verzorger is." Natasha is
wel zinnens, als het kan, af en toe met de kleuters nog contact te houden.
"Ik heb bijzonder goede herinneringen aan deze klas. Het zijn allemaal
sterke persoonlijkheden, allemaal karaktertjes, met wie ik leuke dingen
beleefd heb." Natasha draait nu de rollen interviewer-geïnterviewde
om. "Misschien kun jij nu als ouder vertellen hoe jij een tijdelijke leerkracht
ziet?"
Gelach, uitbundig bij Natasha, iets minder uitbundig bij de interviewer,
die antwoordt: "Voor mij maakt het uiteindelijk geen verschil uit of iemand
tijdelijke of vaste leerkracht is. Je weet dat je met die leerkracht moet
kunnen omgaan tijdens die periode en dat hij of zijn met je kind bezig
is. Het belangrijkste is dan ook te zien dat je kind zich bij die leerkracht
goed voelt. Dat is ook het enige wat ik als ouder kan beoordelen, want
voor het overige zie ik niet wat er in de klas gebeurt of wat kleuteronderwijs
allemaal moet inhouden. Als een kind zich goed voelt, dat zal het er in
de klas ook wel goed toegaan? Als ouder hecht je je dan ook aan de tijdelijke
leerkracht. En verder is het zoals bij de kinderen: op het moment dat die
leerkracht vertrekt, vind je het jammer, maar eenmaal de vaste leerkracht
er is, ga je je aan haar hechten. En als we jou terugzien op het zomerfeest,
zullen wij ook allemaal blij zijn, maar de vaste leerkracht zal belangrijker
zijn. Het is natuurlijk jammer dat je verdwijnt. Dat is ook het verschil
met een vaste leerkracht: tegen hem of haar kan je later nog iets zeggen
of je jongere kind komt nog bij hem of haar terecht. Dat is toch wel een
verschil." Natasha beaamt, en vult aan: "Dat is uiteindelijk
wat als interim frustrerend is: je bouwt iets op, en dan weer af, je bouwt
opnieuw iets op en dan opnieuw weer af, en zo verder. Als vaste leerkracht
daarentegen kun je iets opbouwen waarop je kunt blijven bouwen. Tijdelijke
leerkracht zijn is natuurlijk wel een goede leerschool om mensen te leren
kennen. Een voordeel aan deze interimopdracht was wel dat hij vijf maanden
duurde, zodat ik de tijd had om iets te kunnen opbouwen."
Als kleuteronderwijzeres heb je dagelijks contacten met ouders en kinderen. Wat betekent het beroepshalve met mensen om te gaan? Krijg je met hen geen band die weliswaar beroepshalve is maar toch ook misschien boven dat louter beroepsmatige uitstijgt? "Die band is er zeker. Ik had al het idee gehad om naar de ouders toe te zeggen: 'Kijk gasten, ik ben nu weg, ik vond het prettig om met jullie samen te werken, ik zou jullie wel eens willen terugzien.' In het Freinetonderwijs zijn ouders meer bij de werking betrokken, hebben ouders meer inspraak, gebeuren meer dingen met ouders samen; je bouwt dan ook sneller met hen een band op. Maar die band kan je niet te ver laten gaan want anders wordt het moeilijk om nog als leerkracht te functioneren."