Verhaal   Achtergrondinfo     Cijfers    Rollen   Crew   Foto's   Audio   Boeken


Een schot in de roos 
Zeppos goes international
Daar bij die molen
Zeppos aan het woord
Niets dan lof

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 




De zinkende wagen.

 

Een schot in de roos

De begintune van Kapitein Zeppos, die je ook hoort bij het openen van onze website is van Bert Kämpfert en heet 'Living it up'. Het deuntje is wellicht door iedereen gekend. Blijkbaar had dit feuilleton een magische uitwerking op de kijker (niet enkel de kinderen keken !), want in Humo's prijs van de kijker 1965 behaalde het een eervolle 3e plaats, na de buitenlandse producties Bonanza & The Flinstones. Ter vergelijking: 16 afleveringen Kapitein Zeppos werden gedraaid met een budget van ongeveer 5 miljoen frank. Bonanza daarentegen kreeg 4,5 tot 7 miljoen ter beschikking voor 1 episode !

Naast deze ereprijs kregen realisator Bert Struys en scenarist Louis De Groof de Leo Roels prijs van de Bond van Grote en Jonge Gezinnen. De 10.000 frank die er aan verbonden was schonken ze aan een instelling voor gehandicapte kinderen die er een televisietoestel mee kochten.

Omdat de serie zo'n succes was, werd Kapitein Zeppos nog eens aan de Vlaamse jeugd vertoond in 1979 en 1985 (reeks 1) en in 1975 en 1985 (reeks 2).
 

Zeppos goes international

Zeppos was het allereerste feuilleton van Europese bodem dat naar Engeland ging. Volgens Bert Struys was het waarschijnlijk een in België verblijvende Brit die de BBC op de hoogte gebracht heeft van de reeks. De BRT had toen echter nog geen verkoopdienst. Daarom werd Zeppos geruild voor Ivanhoe. De BBC heeft de serie in het Engels gesynchroniseerd en deze versie werd vertoond in GB, Ierland, Australië, Nieuw-Zeeland., Canada, Jamaica, Egypte, Nigeria, Hongkong en Japan. De Nederlandse, Zweedse en Finse kijkertjes konden de originele versie bewonderen.

Dat de serie ook bij onze Noorderburen enorm populair was (is), bewijst een café in Amsterdam. De cafébaas zocht een naam voor zijn etablissement en toen hij de tune van Zeppos hoorde, was hij meteen verkocht. Het laatste liedje is er telkens de muziek van Kapitein Zeppos, zodat klanten weten dat ze allicht naar huis moeten gaan.

Op de vraag wat van Zeppos zo'n succes maakte, antwoordt hoofdrolspeler Senne Rouffaer : "Het is een boeiende story, omdat de figuren die erin optreden ook buiten de film zouden kunnen bestaan : menselijke mensen in situaties die ons allemaal zouden kunnen overkomen. Hij was dan ook heel maatschappelijk geëngageerd. Hij woonde in het dorp en stond er tegelijk buiten. Hij was ook heel ad rem en verstandig. Ik denk dat de combinatie van het landelijke met het vreemde, het detective-achtige bijgedragen heeft tot het succes van het feuilleton. Het was heel herkenbaar."

Daar bij die molen

De meeste shots zijn opgenomen in O-L-Vrouw Lombeek (Pajottenland) rond de molen, die nu opnieuw verkocht is aan een particulier. Veel mensen verwachtten dat Senne de molen zelf zou kopen. "Een stukje van de wieken, ja" antwoordt hij met een kwinkslag. De voorwaarde is wel dat hij in zijn oorspronkelijke staat behouden moet blijven. Er werd ook nog wat in Wallonië gefilmd (om achter Pukkel te gaan) en in Fort VII te Wilrijk. Voor de laatste reeks werd er ook heel wat opgenomen in Gent en omstreken.

Dat de enorm populaire serie in slechts 80 draaidagen werd opgenomen, doet nog steeds menig kenner raar opkijken. Het kon ook niet anders of regisseur Bert Struys moest de sympathiekste slavendrijver uit de geschiedenis worden. In een hels tempo joeg hij zijn bijna 70 man sterke team het land en het feuilleton door.

Zeppos aan het woord

De immer sympathieke Senne vertelt ons over zijn ervaringen: "Normaal moest Ward De Ravet de rol van Zeppos spelen. Toen hij ziek werd vroeg Bert Struys of ik wilde overnemen. (Ik deed de regie, dus moest ik sowieso iedere dag aanwezig zijn.)  Zeppos was volgens het oorspronkelijk scenario iemand die nogal vlug op de vuist ging. Dat past helemaal niet bij mij. Ik heb dan voorgesteld er een soort Engelse gentleman van te maken. Het vuistvechten werd vervangen door de sabel, die ik goed beheerste door klassieke toneelstukken te spelen."

Spontaan begint Rouffaer enkele anekdotes op te rakelen: "We gebruikten getrainde paarden van de manege, die dagelijks hetzelfde ritje maakten, en niets anders konden. Ik moest met m'n paard onder een boom door rijden. Ik kon toen helemaal nog niet paardrijden. Tijdens de repetities kwam het paard aangegaloppeerd en in plaats van rechtdoor te lopen, draaide het iedere keer de weide in. Tijdens de eigenlijke opnames verwachtte ik dat het opnieuw in de weide zou lopen, maar dan gaat hij plots toch onder de boom door. Ik had de tijd niet om me tegen de nek van het paard  te gooien. Ik kon me nog op het nippertje aan de takken vasthouden en het paard schoot tussen mijn benen door."  Normaal gezien speelde Alex Wilequet de rol van stand-in wanneer Senne moest paardrijden, want zoals Senne zelf toegeeft :dat had hij niet behoorlijk onder de knie.

Senne Rouffaer denkt niet graag terug aan de verdrinkingspartij waar de stand-in bijna ingebleven is: "De bedoeling was de auto te laten zinken tot op de bodem, langzaam te wachten tot de deur terug open ging, en er dan uit te zwemmen. De auto was echter vastgeraakt in een kuil en de deur ging niet open. Duikers hebben hem nog op het nippertje boven water kunnen halen. Om verdere emoties te vermijden, zag men van een re-make af en schrapte men dat fragment uit het feuilleton."  

Niets dan lof

Weekblad Humo stak zijn lof voor de nieuwe serie niet onder stoelen of banken. "Ik geloof dat u het met me eens zal zijn dat 'Kapitein Zeppos' weer een enorme stap vooruit is. Wat de BRT nu als eigen feuilleton aan de jonge kijkers te bieden heeft, is stukken beter dan b.v. 'Het gouden afgodsbeeld' van de RTF of 'De rovers van de stroom' van de BBC. (...) Kapitein Zeppos is ook veel beter gespeeld. Ons is het opgevallen hoe keurig de taal en de uitspraak is in Struys' nieuw feuilleton. Er zijn ook nergens meer, zoals in vroegere BRT-feuilletons, van die slechte overgangen; het schijnt allemaal veel gesmeerder en vlotter te gaan."

Nog volgens Humo: "Het enige verwijt lijkt ons een zekere langdradigheid te zijn. Van de twee afleveringen van elk een half uur, die wij hebben gezien, kon telkens tien minuten weg."