Identiteit bewoner versus identiteit gebouw
De tegenstrijdigheid tussen de grootschaligheid van de stad aan de ene kant en de kleinschalige individuele woning, het thuis, aan de andere kant is een belangrijke drijfveer achter dit project.

 

 

Kleinschalig

In de openbare ruimte is de invloedsfeer van een goede ééngezinswoning over het algemeen duidelijk herkenbaar door de eigen invulling van het voorgebied (voortuin) door de bewoners. Hoewel minimaal in vergelijking met volkstuinhuisjes, beschouw ik het idee van de 'herkenbare eigen woning' als één van de verklaringen van het succes van de ééngezinswoning. Vooral in deze doelgroep is er een grote behoefte aan een duidelijk definieerbaar eigen domein. Dit moet meestal voor lange tijd als uitvalsbasis kunnen dienen wat een investering rechtvaardigt om eigen eisen en wensen te realiseren. De woningen in dit project moeten zich van elkaar kunnen onderscheiden. De waarde hiervan beperkt zich niet tot de woning. De complexiteit en de gelaagdheid die ontstaat uit het spanningsveld tussen openbaar (de straat) en privé (de individuele woningen) verlevendigt de directe woonomgeving. Als de woningen geen eigen identiteit hebben en er geen bewijs is van individuele bewoners, is er geen sprake van levendigheid. Het anonieme gebied tussen de entree van het gebouw en de voordeur van de woning wat in de probleemstelling beschreven werd, moet vermeden worden. De auto moet net als bij de ééngezinswoning voor de deur worden geparkeerd en er moet een relatie zijn tussen de woning en datgene wat zich buiten de voordeur bevindt; in het geval van de ééngezinswoning de 'straat'.

 

 

Grootschalig

De tegenstelling tussen de grootschalige stad en de kleinschalige woning is een tegenstrijdigheid tussen openbaar en privé. Een grootschalig architectonisch element tegenover een invulling van GAMMA of IKEA. Aan de Maasoevers is Rotterdam zichzelf aan het herdefiniëren. Grote objecten en elementen worden gemixed met oude havenstructuren en gebouwen. Op dit niveau zijn geen woningen waarneembaar maar verschijningsvormen, relaties tussen vormen en globale sferen.

Rotterdam is trots op haar status als architectuurstad. Het gebied rond de Kop van Zuid is één van de locaties waarmee de stad deze positie wil versterken. Deze locatie is bovendien een unieke woonlocatie. Op het schiereiland Katendrecht is een 19de eeuwse woonwijk aanwezig, het ligt niet ver van het centrum en ligt deels aan een enorme open locatie midden in de stad; de Maas. Niet alleen de locatie vraagt om hoogbouw, ook het uitzicht over de stad en het water vanuit de woningen. Het karakter van Katendrecht blijft behouden waardoor de locatie een stedelijke hoogbouwzijde krijgt aan het water en een kleinschaligere zijde aan het Deliplein.

 

 

Eisen

Om in een stedelijke situatie de bovenbeschreven kwaliteiten te kunnen garanderen zijn een aantal simpele eisen geformuleerd.

-Auto's en fietsen tot aan de voordeur (geen grijs gebied tussen entree gebouw en entree woning)

-Ruimte voor keuzemogelijkheden van bewoners (bijvoorbeeld garage mogelijk, meer of minder buitenruimte, aanpasbaar in de tijd)

-De individuele elementen gebruiken om in de relatie tussen woning en straat de 'eigen woning' te onderscheiden (Voor'tuin', voordeur, parkeren, schuur, tuin of terras)

-Het gebouw moet een aanvulling zijn op zowel de grootschaligheid van de hoogstedelijke zijde van de locatie als op de kleinschaligere Katendrecht-zijde

 

"De keuzevrijheid van de burger als leidend beginsel is niet zozeer een sympathieke geste, maar eerder een logisch gevolg van -deels autonome- maatschappelijke ontwikkelingen. Na honderd jaar Woningwet willen burgers in het algemeen niet meer gehuisvest worden, maar willen zij zichzelf huisvesten. Voor belemmeringen die zij daarbij ondervinden zoeken zij die dat kunnen en willen, alternatieven: "Krijg ik de ruimte en de kwaliteit niet in de stad, dan zoek ik het wel op het land". MensenWensenWonen, VROM, 2000