Dit is een flat in Soa Paulo. Op het
dak, in wat de lift-machine-kamer lijkt te zijn heeft iemand een huis
gebouwd, compleet met tuin. Dit is eigenlijk mijn onderwerp. Een zelfstandige,
individuele en vooral echt eigen woning op een locatie waar je zoiets
totaal niet verwacht; de stad. Dit is wat ik in mijn project geprobeerd
heb te bereiken. Een verzameling EIGEN woningen waaruit de LOL van de
eigen woning spreekt.

De laatse jaren is door het Wilde Wonen
en later de Vijfde Nota en de Nota Architectuur van het ministerie van
VROM met de titel "Mensen Wensen Wonen" benadrukt dat een
WONING iets van de bewoners is, hoe simpel dat ook klinkt, zo is het
niet altijd geweest. Een eigen WONING is zelfstandigheid, eigen keuzes
en relatieve vrijheid. Relatief omdat het vooral niet de bedoeling is
dat de buurman te veel vrijheid krijgt. Dit soort eigen woningen zijn
eigenlijk alleen in buiten de stad te vinden.
Daarom heb ik gekeken naar de kwaliteiten
van de suburbane eengezinswoning en de idealen van het Wilde Wonen,
wat tenslotte draait om vrijheid en zelfstandigheid. Het TU ontwerpatelier
Nieuwe Stedelijke Woonvormen heeft een aantal kenmerken van deze eengezinswoningen
omschreven waarvan ik de volgende belangrijk vind:
POSITIEVE PUNTEN SUBURBANE OMGEVING
- eengezinswoning met eigen voordeur
- overgang naar het openbaar gebied
- eigen buitenruimte
- parkeren voor de deur
- rustige woonstraten

Opvallend is dat de manier waarop de
individuele woningen hun individualiteit naar buiten dragen en herkenbaar
maken in het publiek domein. Dit gebeurt via relatief kleinschalige
en subtiele middelen die niet perse bij de fysieke woning horen. Vooral
GAMMA-hekjes, plantan, potten en de auto voor de voordeur geven de woning
haar "individuele" en eigen gezicht.

Maar hoewel een groot deel van de Nederlandse
bevolking de eengezinswoning als ideale woonvorm noemt, is de bijbehorende
suburbane leefomgeving niet ieders wens. Ze missen de levendigheid en
dynamiek van de stad.
NEGATIEVE PUNTEN SUBURBANE OMGEVING
- eenzijdig homogeen woonmilieu
- gebrek collectieve voorzieningen als openbaar vervoer
- gebrek commerciële en culturele voorzieningen
- afstand tot werkgelegenheid

Kortom, de eengezinswoning lijkt om 1
of andere reden verbonden aan een saaie omgeving. En dat is volgens
mij niet nodig.
POSITIEVE PUNTEN STEDELIJKE OMGEVING
De stad biedt als woonomgeving veel meer
energie. Het biedt cultuur, levendigheid, dynamiek en werk.

Maar deze omgeving is nou juist weer
verbonden aan een woonvorm met een anonieme woonvorm dat volledig verloren
gaat in de massa.
NEGATIEVE PUNTEN STEDELIJKE OMGEVING

De auto wordt achtergelaten in een onafgewerkte
grauwe bunker. Tussen de voordeur van het gebouw en de voordeur van
de woning is een grijs anoniem gebied van liften, gangen en hallen.
En van buiten af moet je ramen en verdiepingen tellen om te achterhalen
waar je nu eigenlijk woont.
Een voordeel van stedelijke woonvoren
is dat een stedelijke woonvorm de mogelijkheid biedt de hoogte in te
gaan, wat een uitzicht vanuit de woning mogelijk maakt wat geen eengezinswoning
kan evenaren.

Bewoners worden dus gedwongen te kiezen.
OF een ECHT EIGEN woning maar een oninteressante omgeving OF een interessante
omgeving maar een anonieme woning.

Dat heeft tot gevolg dat de stad bepaalde
bevolkingsgroepen zal moeten missen omdat deze uiteindelijk echt die
eigen woning willen hebben. Zo verliest de stad aan gelaagdheid en
variatie en daarmee aan kwaliteit. Uiteraard is er een grote groep
mensen dat juist de rustige en veilige omgeving van de buitenwijken
opzoekt. Het gaat hier om de groep die wel de eigen woning wil maar
juist NIET deze uitgestorven omgeving.
De vraag die ik wil beantwoorden is daarom:
"Is in een stedelijke context
een wooncomplex te realiseren dat zowel de kwaliteiten van de stad als
de kwaliteiten van de suburbane ééngezinswoning in zich
heeft?"
In deze vraag zit een tegenstrijdigheid. Het stedelijk woongebouw is
grootschalig en openbaar, de individuele woning is kleinschalig en privé.
Het is het verschil tussen een architectonisch object en een invulling
van GAMMA of IKEA.

Met dit principeschetsje wil ik laten
zien wat ik met deze tegenstelling wil. Ik wil een volume ontwerpen
dat architectonisch meedoet op een stedelijke schaal, maar zonder de
individuele kwaliteit van de woningen aan te tasten. Dus een eigen voordeur
en de auto voor de deur. Dus een autonome vorm, een harde ordelijke
vorm als geheel met een ongeordende inhoud.