70% van de Nederlandse bevolking noemt de eengezinswoning als ideale woonvorm. Bij een ruime EIGEN eengezinswoning moet men meestal een saaie leefomgeving accepteren. Kiest men voor een levendig en dynamische leefomgeving, dan moet een anonieme, massale woonvorm geaccepteerd worden. Voor de groep woonconsumenten die én een ruime individuele woning én een stedelijke omgeving willen zijn er weinig middelen beschikbaar. Zij zullen hun heil in de suburbane gebieden moeten zoeken. De stad krijgt zo een minder gevarieerde samenstelling en verliest aan kwaliteit. Als alternatief voor het verlaten van de stad moeten in de stad kwalitatief hoogwaardige woonvormen worden ontwikkeld die een breder scala aan wensen realiseerbaar maken.

 


Deze villa staat in Buenos Aires, Argentinië, bovenop 1 van de gebouwen langs de grootste en drukste avenida van het stadscentrum. De opdrachtgever wilde niet verdwijnen in de massawoningbouw. Hij wilde zijn EIGEN villa hebben, midden in de stad.

 

 

Dit is een flat in Soa Paulo. Op het dak, in wat de lift-machine-kamer lijkt te zijn heeft iemand een huis gebouwd, compleet met tuin. Dit is eigenlijk mijn onderwerp. Een zelfstandige, individuele en vooral echt eigen woning op een locatie waar je zoiets totaal niet verwacht; de stad. Dit is wat ik in mijn project geprobeerd heb te bereiken. Een verzameling EIGEN woningen waaruit de LOL van de eigen woning spreekt.


 

De laatse jaren is door het Wilde Wonen en later de Vijfde Nota en de Nota Architectuur van het ministerie van VROM met de titel "Mensen Wensen Wonen" benadrukt dat een WONING iets van de bewoners is, hoe simpel dat ook klinkt, zo is het niet altijd geweest. Een eigen WONING is zelfstandigheid, eigen keuzes en relatieve vrijheid. Relatief omdat het vooral niet de bedoeling is dat de buurman te veel vrijheid krijgt. Dit soort eigen woningen zijn eigenlijk alleen in buiten de stad te vinden.

Daarom heb ik gekeken naar de kwaliteiten van de suburbane eengezinswoning en de idealen van het Wilde Wonen, wat tenslotte draait om vrijheid en zelfstandigheid. Het TU ontwerpatelier Nieuwe Stedelijke Woonvormen heeft een aantal kenmerken van deze eengezinswoningen omschreven waarvan ik de volgende belangrijk vind:

POSITIEVE PUNTEN SUBURBANE OMGEVING

- eengezinswoning met eigen voordeur
- overgang naar het openbaar gebied
- eigen buitenruimte
- parkeren voor de deur
- rustige woonstraten

 

 

Opvallend is dat de manier waarop de individuele woningen hun individualiteit naar buiten dragen en herkenbaar maken in het publiek domein. Dit gebeurt via relatief kleinschalige en subtiele middelen die niet perse bij de fysieke woning horen. Vooral GAMMA-hekjes, plantan, potten en de auto voor de voordeur geven de woning haar "individuele" en eigen gezicht.

 

 

Maar hoewel een groot deel van de Nederlandse bevolking de eengezinswoning als ideale woonvorm noemt, is de bijbehorende suburbane leefomgeving niet ieders wens. Ze missen de levendigheid en dynamiek van de stad.

NEGATIEVE PUNTEN SUBURBANE OMGEVING

- eenzijdig homogeen woonmilieu
- gebrek collectieve voorzieningen als openbaar vervoer
- gebrek commerciële en culturele voorzieningen
- afstand tot werkgelegenheid

 

 

Kortom, de eengezinswoning lijkt om 1 of andere reden verbonden aan een saaie omgeving. En dat is volgens mij niet nodig.

POSITIEVE PUNTEN STEDELIJKE OMGEVING

De stad biedt als woonomgeving veel meer energie. Het biedt cultuur, levendigheid, dynamiek en werk.

 

 

Maar deze omgeving is nou juist weer verbonden aan een woonvorm met een anonieme woonvorm dat volledig verloren gaat in de massa.

 

NEGATIEVE PUNTEN STEDELIJKE OMGEVING

 

De auto wordt achtergelaten in een onafgewerkte grauwe bunker. Tussen de voordeur van het gebouw en de voordeur van de woning is een grijs anoniem gebied van liften, gangen en hallen. En van buiten af moet je ramen en verdiepingen tellen om te achterhalen waar je nu eigenlijk woont.

Een voordeel van stedelijke woonvoren is dat een stedelijke woonvorm de mogelijkheid biedt de hoogte in te gaan, wat een uitzicht vanuit de woning mogelijk maakt wat geen eengezinswoning kan evenaren.

 

 

Bewoners worden dus gedwongen te kiezen. OF een ECHT EIGEN woning maar een oninteressante omgeving OF een interessante omgeving maar een anonieme woning.

 

 

Dat heeft tot gevolg dat de stad bepaalde bevolkingsgroepen zal moeten missen omdat deze uiteindelijk echt die eigen woning willen hebben. Zo verliest de stad aan gelaagdheid en variatie en daarmee aan kwaliteit. Uiteraard is er een grote groep mensen dat juist de rustige en veilige omgeving van de buitenwijken opzoekt. Het gaat hier om de groep die wel de eigen woning wil maar juist NIET deze uitgestorven omgeving.

De vraag die ik wil beantwoorden is daarom:

"Is in een stedelijke context een wooncomplex te realiseren dat zowel de kwaliteiten van de stad als de kwaliteiten van de suburbane ééngezinswoning in zich heeft?"

In deze vraag zit een tegenstrijdigheid. Het stedelijk woongebouw is grootschalig en openbaar, de individuele woning is kleinschalig en privé. Het is het verschil tussen een architectonisch object en een invulling van GAMMA of IKEA.

Met dit principeschetsje wil ik laten zien wat ik met deze tegenstelling wil. Ik wil een volume ontwerpen dat architectonisch meedoet op een stedelijke schaal, maar zonder de individuele kwaliteit van de woningen aan te tasten. Dus een eigen voordeur en de auto voor de deur. Dus een autonome vorm, een harde ordelijke vorm als geheel met een ongeordende inhoud.