Home Soorten Verzorging Foto's Verhalen Wetenschap Links
Verzorging
Russische dwerghamster
Huisvesting
Voeding
Heel goed hamstervoer is gemengd voer van Witte Molen, Country line (bv bij Praxis met dierenafdeling) of Hope Farms dwerghamstervoer. Belangrijk is dat het voer voldoende (meer dan 15%) eiwit bevat.
Syrische hamster
Huisvesting
Voeding
Goed voer voor Syrische hamsters is de dwergkonijnenmelange van Teurlings of Hope Farms hamstervoer Select. Let op dat het voer voldoende eiwit (meer dan 15%) bevat.
Extraatjes
Naast de gewone voeding kun je de hamsters nog blij maken met heel veel extra's. Dit moet natuurlijk allemaal in mate gevoerd worden en mag nooit het merendeel van het dieet uitmaken.
katte- of hondebrokje (2 à 3 per week), bevat veel eiwit
meelwormen, sprinkhanen, langpootmuggen (geen vliegen)
rozijntjes, zonnepitten, onkruidzaad of vogelzangzaad, havermout (droog)
aardappelen (met jus), witte rijst, gekookte macaroni
witlof, andijvie, paprika, ijsbergsla, wortel
appel, banaan, peer, geen citrusvruchten (dus geen sinaasappel, mandarijn of grapefruit, dit is slecht voor de maag van het diertje)
slagroomvla, vanillevla, brinta, havermoutpap, (geen chocoladevla)
hamstersnoepjes uit de winkel
Speeltjes
Hamsters zijn heel actieve diertjes en hebben veel afleiding nodig. Bedenk bijvoorbeeld maar eens dat de hamster in de natuur wel 6 kilometer per nacht loopt. De volgende speeltjes geeft de hamsters een goede nachtbesteding.
loopradje
toiletrolletje/keukenrol
lege doosjes, bv. theedoosje, soepdoosje, eierhortje, eigenlijk alles van karton (let op voor plastic binnenverpakkingen, dit is natuurlijk niet geschikt)
wilgentakje
zandbakje, de hamsters zullen je hiervoor zeer dankbaar zijn
keukenpapier
speeltjes uit de winkel
Je kunt natuurlijk ook nog zelf met de hamster spelen, in je mouwen, met het diertje op de bank zitten, los laten lopen door de (afgesloten) huiskamer, knuffelen etc.
Opvoeding van de hamsters
Naar School (voor deze website geschreven door hamsterpsychologe Nel ter Mors)
1 Het Rusje
Als we ons vóór de aanschaf van het diertje georiënteerd hebben, weten we onder andere iets over hygiëne en dat het beestje goede, gevarieerde en uitgebalanceerde voeding moet krijgen. Dat zijn verblijf zo groot mogelijk moet zijn, dat een woonbak met afneembare kap plezieriger voor hem is dan een kooi en dat hij altijd schoon drinkwater tot zijn beschikking moet hebben (tip: bronwater: geen toevoegingen of zware metalen zoals koper en lood. Want ze drinken toch echt regelmatig. We vinden het zo op het oog een grappig diertje.
Hoe grappig ook, het Rusje (Latijnse naam Phodopus Sungorus Sungorus) is een rasecht hamstertje. Wat belangrijker is: het is een warmbloedig, levend wezentje, dat zijn natuurlijke leefomgeving heeft verlaten en bij ons in huis is komen wonen. Dat is niet de keus van het beestje geweest, maar onze keus. Dit betekent dat we moeten zorgen dat het beestje op een juiste manier wordt ingepast in en wordt aangepast aan onze wereld. Een wereld vol vreemde wezens, geluiden en geuren waar de instincten van de hamster vaak niet op afgestemd zijn. Een wereld waarmee het voor hem moeilijk communiceren is. Ons hamstertje gaat dus naar school. Naar de avondschool wel te verstaan, want op de dag is hij te druk met slapen. De basisopleiding duurt zon vier tot acht weken en verloopt uitermate gefaseerd. Belangrijke vakken zijn gewenning en bewustwording van de eigen leefomgeving, communicatie en kennis van de grote wereld.
Omdat ons Rusje van nature een uitermate slim en nieuwsgierig beestje is, zal hij over het algemeen graag naar school gaan. De opleiding geeft veel ruimte voor spel. Roep: speelvogeltje en het Rusje mag zijn pootje opsteken. De opleiding is niet streng opgezet, wel consequent. Ons leerlingetje is een uiterst gevoelig typje en kan snel aan stress ten prooi vallen. Wat direct tot uiting komt in zijn gedrag. Hij wordt wat vliegerig. We vinden dat dan leuk, dat gespring, maar het dwergje zelf zit niet zo lekker in zijn vel.
Eerst nog lekker bij mama en papa thuis
Alvorens het hamstertje aan de opleiding te onderwerpen, mag hij eerst een weekje bijkomen van de verhuizing. Lekker slapen, eten en drinken. Vooral een jong diertje zal het nodig hebben, maar zeker ook wat oudere. Als hij een aantal dagen met rust wordt gelaten, kan hij fris aan zijn opleiding beginnen. Vaak heeft het hamstertje, voor hij over kwam, weinig kans gekregen zijn natuurlijke dagnachtritme op te bouwen. Zijn dag/slaapuren zijn waarschijnlijk vaak onderbroken geweest en zodoende is hij heel wat slaap tekort gekomen. In veel dierenwinkels is de waarde van hun leven en hun kwaliteit van hun leven afgegleden naar het nulpunt. Schrijnend.
Groep 1
Na een aantal daagjes van lekker slapen is ons hamstertje wat bijgekomen van alle spanningen, die de verhuizing met zich meebracht. En kunnen we beginnen met het vak gewenning en bewustwording van de eigen leefomgeving. Dit vak krijgt hij dagelijks onderwezen. Waren er voorheen moeder en vader en zusjes en broertjes ter bescherming en om mee te ravotten, nu staat hij er alleen voor. Zomaar ineens. En dat vindt hij best wel een beetje eng. Dat mag. Hij is nu eigenaar geworden van een territorium, dat bewaakt en netjes onderhouden dient te worden. Dat hoeft hij niet alleen te doen. Samen met zijn verzorger leert hij stapsgewijs te wennen aan en zorg te dragen voor zijn grondgebied. Elke dag een beetje. Deze verzorger is van alle markten thuis. Hij is schoonmaker, waterdrager, kok, interieurverzorger, magazijnmedewerker met het oog op opslag en beheer van voedsel, hovenier en tuinarchitect. Aangezien de Rusjes de pietlutten onder de hamsters zijn, is de verzorger vakbekwaam en zeer toegewijd. Van zichzelf is ons hamstertje een rein diertje en een schone leefomgeving stelt hij zeer op prijs. Steek een vinger uit naar iets in zijn woonverblijf en hij is er over het algemeen als de kippen bij. Wat doe jij daar? En druk pruttelend laat hij ogenblikkelijk van zich horen en protesteert heftig bij het wegnemen van een speelattribuut, slaaphuisje of eet- of drinkbakje. Simpelweg door er aan te gaan hangen. Afblijven, dat is van mij. Is het hamstertje wat zwijgzamer en flegmatieker van aard dan kijkt hij alleen maar en bevalt het hem niet, dan worden de zaken naderhand wel rechtgezet. Is hij wat angstig van aard dan zal hij zich verstoppen en alles stilletjes vanuit een hoekje gadeslaan. En zo, door de dagen heen verkent hij spelenderwijs zijn omgeving, leert hoe die omgeving schoon wordt gehouden en leert hij zijn verzorger kennen.
De onderwijzer
Voor verder onderwijs en levensbeschouwelijke lessen heeft hij ook zijn verzorger, die hem dag en nacht met raad en hulp terzijde staat. Zijn verzorger zorgt voor rust en regelmaat in zijn leven, zodat het hamstertje evenwichtig van geest wordt. Hij brengt hem aan het verstand, dat onderzoeken met het neusje (het zogenaamde snuffelen) als normaal gedrag gezien wordt, maar dat onderzoeken met de tandjes (het zogenaamde bijten) niet echt op prijs wordt gesteld. Het kan afstand scheppen en dat is nou juist net niet de bedoeling. Overigens brengt hij dat in milde bewoording, want hij weet dat het eigenlijk niets voorstelt en het slechts van tijdelijke aard is. Dus hij laat hem rustig snuffelen en schrikt niet of is niet verontwaardigd als hij eens wat tandjes voelt. Het valt niet mee voor onze ukkepuk in zon grote, vreemde wereld.
Laat de verzorger het op al deze gebieden afweten, dan komt ons leerlingetje ongetwijfeld in de problemen. Onzekerheid, angst, onrust, buitensporig knaaggedrag, een wanordelijk woonverblijf, niet in staat een band te smeden met zijn verzorger en wantrouwen jegens zijn omgeving. Aan de verzorger de taak dit kleine pluisoortje op weg te helpen naar een goed leven in een rustige, betrouwbare leefomgeving. Met veel liefde, geduld en spel moet hij het beste uit dit kleine wezentje halen. En dat is heel veel.
Groep 2
Daarmee komen we bij het volgende vak, dat ons hamstertje ook dagelijks onderwezen krijgt: communicatie. Overdracht van informatie. Maar hoe? Wij spreken geen hamstertaal en zij spreken geen mensentaal. Wel kennen ze een gebarentaal en een klankentaal. Wij ook. Wel niet van dezelfde soort, maar het gaat om het feit dat ook de hamster met gebaar en klank werkt. En ons hamstertje is slim genoeg om er een aantal klanken en gebaren bij te leren. Dat vindt hij waanzinnig interessant. De verzorger leert hem relatie te leggen tussen een bepaald gebaar of een bepaalde klank en een bepaalde actie. Een hand plat op de bodem van het woonverblijf bijvoorbeeld geeft aan dat hij er netjes op gaat zitten als hij uit zijn woonverblijf wil. Of moet, in verband met schoonmaak. Op zon manier hoeft de verzorger nooit te grabbelen en te graaien of jacht te maken op het beestje. De verzorger praat tegen hem. Ons hamstertje haalt er schijnbaar veel uit en het is voor het vertrouwen van het beestje enorm belangrijk. Woord aan gebaar gekoppeld. Hij herkent het stemgeluid en de intonatie daarvan. Daarbij let de verzorger wel op het volume van zijn stemgeluid. Het beestje heeft heel gevoelige gehoororganen en zal zich iedere keer te pletter schrikken bij zoveel decibellen.
Ons hamstertje is een gretige leerling en zal vrij snel en zeer enthousiast zijn kennis in praktijk brengen. Hij heeft een naar buiten gekeerd karakter (extravert) en vindt het leuk om met zijn verzorger interactief bezig te zijn. Spelletjes doen, grapjes uithalen en op ontdekkingsreis gaan zijn favoriete bezigheden. Het kan zelfs zover komen dat hij zijn eten laat staan en zich verheugd en dansend meldt, zodra hij zijn verzorger hoort of ziet. De verzorger op zijn beurt let goed op de lichaamstaal van de hamster. Het drukke, opstandige gepruttel was van korte duur. De hamstercommunicatie gaat bestaan uit lichaamstaal en oogcontact.
Zo zal het hamstertje zelf heel simpel aangeven als hij weer terug in het woonverblijf wil: hij loopt die richting uit. Hij gaat op de plek zitten waar zijn knaagstokje gewoonlijk ligt en blijft zijn verzorger net zo lang aankijken en hiphopt net zo lang op die plek rond tot de verzorger het gesnapt heeft. Oh, oh, nieuw knaagstokje.
Elke dag gaat de verzorger een stapje verder. Na een aantal weken heeft ons hamstertje behoorlijk veel vertrouwen en zelfvertrouwen. En is hij voldoende gedisciplineerd (hij neigt soms door ruit en roei te gaan) om met zijn verzorger een reis door het huis te maken. Zittend op de arm of in de hand van zijn verzorger kijkt hij zijn ogen uit. Dan mag hij ook spelen op de bank. Te gek, al die zachte kussens waar ik tegenop kan klimmen en onder kan wroeten. En een zachte handdoek om me op te wassen en te poetsen en om in te knagen. Mijn verzorger is een grapjas en neemt mij weleens in de maling, maar nu zal ik hem eens een poets bakken. Ik verstop me achter de kussens en dan moet hij me zoeken. Dat is een heel leuk spelletje. Als hij zoekt aan de ene kant van de bank, kijk ik aan de andere kant stiekem om een hoekje van een kussen. Ik hou me zo stil als een muisje en laat hem fijn zoeken.
Langzaam ontstaat er een band voor het leven. Tijd voor knuffeltjes en snuitsnuit contact. De verzorger knuffelt het hamstertje nooit lang. Een kusje op zijn kopje, oortjes of op zijn pluizige gatje is genoeg, anders wordt het hamstertje ongedurig. Snuitsnuit contact betekent dat de bovenlip van verzorger en het snuitje van de hamster heel even contact maken. Het is een soort van hamsterbegroeting en bestaat op basis van volledig vertrouwen en wanneer oogcontact optimaal is.
Als het hamstertje de opleiding met goed gevolg heeft doorlopen, is de tijd gekomen voor verdere zelfontplooiing.
Op eigen pootjes de wereld door
Hij kan in zijn hamsterballetje door de kamer racen en zijn verzorger vandaaruit belagen en achtervolgen. Een geliefd spelletje van hem. Hij neemt bezit van de trui van zijn verzorger waar het lekker warm en veilig is. Meer ventilatie in het T-shirt knagen en heerlijk meedeinen. Zo af en toe even eigenwijs uit een mouw hangen om vervolgens weer af te dalen naar de diepe, warme plooien van de trui. Wat knabbeltjes mee in de wangzakjes en ons hamstertje is voor de rest van de avond onder dak. Maar dan zijn we weer een flink aantal weekjes verder.
Natuurlijk verschilt het ene hamstertje van het andere. Ze hebben allemaal een eigen karakter en persoonlijkheid. Uitzonderlijk nieuwsgierig (waar ze in het begin op een komisch manier omheen draaien), zwijgzaam, dartel of juist bedaard en flegmatiek, angstig, stoutmoedig, terughoudend of ondeugend of een liefhebber van muziek. Rust en regelmaat, dagelijks aandacht en liefde, een goed onderkomen en verantwoorde voeding dragen bij aan de juiste ontplooiing van elk karakter en elke persoonlijkheid. En zullen ongetwijfeld ook bijdragen aan een lang leven in goede gezondheid. Zelfs de meest angstige hamster kan met de basisopleiding omgevormd worden tot een dapper diertje dat blijmoedig en met vertrouwen in eigen waarde en kunnen zijn nieuwe leventje tegemoet gaat. De opleiding duurt in zon geval alleen iets langer en gaat wat dieper op de materie in.
En zo wordt ons wonderlijke huisgenootje door de weken en maanden heen een lief, aanhankelijk, ondeugend en vrolijk hamstertje. Is het gelukt om de band heel hecht te krijgen, dan zal het hamstertje tot in lengte van dagen zijn verzorger blijven opzoeken. Zijn verzorger is zijn maatje voor het leven geworden. Als hij eens wat ziekjes is en ook als het beestje op leeftijd raakt, heeft hij meer behoefte aan liefde en aandacht. Hij vindt het fijn om op zijn oude dag bij zijn verzorger te liggen en geliefkoosd te worden. Lekker warm op de buik van zijn verzorger, soezend en dromend en hij geniet als zijn verzorger zijn flankjes, zijn ruggetje, zijn pootjes en zijn oortjes streelt.
Er komt een zware dag van afscheid. Als het niet meer gaat, laat de verzorger zijn kameraadje niet langer tobben met een lichaampje dat op is, en gaat hij naar de dierenarts. Zijn dierbare vriendje mag lekker gaan slapen en tijdens die slaap gaat hij op reis naar het hamsterparadijs. Daar krijgt hij een nieuw lijfje en daar mag hij voor eeuwig spelen, knabbelen en ondeugend zijn. Het lichaampje, dat niet langer kon functioneren in het aardse leven, legt de verzorger terug in de schoot van Moeder Natuur.
2 Het
Syrtje
De Goudhamster (Mesocricetus) is de meest bekende hamster, zeker bij kinderen. Vanwege de vele kleurslagen, waarin dit diertje wordt gefokt, spreekt men heden ten dage liever over de Syrische hamster (Mesocricetus auratus). De Engelse natuuronderzoeker Robert Waterhouse, omschreef reeds in 1839 als eerste de Syrische hamster en gaf dit knaagvolkje ook deze mooie wetenschappelijke naam.
Juist omdat ze zon
knuffelig uiterlijk hebben en over het algemeen vriendelijk en niet agressief zijn, vond
men het bij uitstek een huisdier voor kinderen. Toch merkwaardig, als je je bedenkt dat
het, nog meer dan russen, avond en nachtdieren zijn. Wat wil zeggen dat ze op de dag en
soms zelfs in de vroege avond niet gestoord mogen worden in hun slaap. Het brengt
hetzelfde effect teweeg wanneer wij doorlopend s nachts wakker gemaakt zouden worden
en uit bed getrokken zouden worden.
Naar school
Ook onze Syrische hamster gaat naar de avondschool. Ook hij volgt de vakken gewenning en bewustwording van de eigen leefomgeving, communicatie en kennis van de grote wereld. Alleen duurt de opleiding langer en is intensiever. De Syrische hamster is qua karakter en doen en laten een heel ander beestje dan het Dwergje. Hij heeft een naar binnen gekeerd karakter (introvert), op het autistische af. Ons lievelingetje presteert het om gedurende de eerste paar weken straal langs zijn verzorger heen te kijken. Er is geen enkele blijk van reactie op mens of omgeving. Hij leeft in een eigen, hermetisch afgesloten wereldje. Maar zie, na drie of vier maanden van intensieve opleiding en training met veel liefde en geduld, is daar opeens herkenning en een grote aanhankelijkheid. Hij kan zijn verzorger zo lief en onschuldig aankijken, zo aandachtig en tegelijkertijd zo leep, dat zijn verzorger ter plekke smelt. En dan blijkt dat hij gedurende die drie of vier maanden elk geluid, elke geur en elke beweging in zich opgenomen heeft. Elk ander geluid of elke andere geur of beweging doet hem onmiddellijk reageren. De grote ronde flappers van oren recht overeind, snuitje in de lucht en als het even kan op de achterpoten.
Hij speelt en grapt niet, want in zijn ogen valt er niks te spelen en te grappen. Hij staat bloedserieus en aandachtig in het leven. Waar hij ook mee bezig is, hij verblikt of verbloosd niet . Alles gaat even stoïcijns. Hij neemt voor alles uitgebreid de tijd. Met poetsen en zandbaden en met rekken en strekken kan hij een gerust half uur zoet zijn. Pas daarna is het tijd voor andere dingen en gaat hij op stap. Waar een dwerghamster met één snuf langsheen vliegt, daar kan de Syrische hamster een hele studie van maken. Hij beleeft zijn speeluurtjes ingetogen en gedisciplineerd. Zo af en toe valt hij uit zijn rol, maar dat de pannen dan van het dak vliegen, nee. Het is wel een heel koddig gezicht als hij zich eens ongeremd laat gaan. Het is een echte horizonhunkeraar, een grensverlegger, die maar al te graag zijn roze knopneusje achterna gaat, zonder echter zijn nestje en zijn verzorger uit het oog te verliezen. Zijn verzorger houdt hem voortdurend in het oog om hem te behoeden voor ongelukken, want het woord voorzichtig kent hij niet. Hij wordt ook beslist niet wijzer van geleden schade. Toch heeft hij niet elke avond zin om uit zijn woonbak te gaan. Zit hij bijvoorbeeld in zijn hamsterbal en zoekt hij een hangplek en knoeit en draait daar maar wat rond dan weet zijn verzorger wel hoe laat het is. Rap terug in het nest. In zijn woonbak keutelt hij verder rond of hangt over de rand televisie te kijken of muziek te luisteren. Bij het geluid van de stofzuiger is hij binnen en paar seconden naar zijn slaaphuisje verdwenen en stopt zijn oren diep in het pluis. Aárch, wat een vreselijke herrie kunnen die mensenwezens toch maken. Uit met dat ding!
Na vijf of zes maanden is deze hamster een welopgevoed en een heel lief knuffeltje geworden, die op een heel grappige manier praktisch alles van zijn verzorger accepteert. De verzorger krijgt alle liefde, die hij tijdens de lange opleiding heeft gegeven, dubbel en dwars terug. Hij heeft er een gouden vriendje bij.
3 Ten
slotte
Voor beide hamsters geldt dat hun verzorger er nauwgezet op toe ziet dat ze geen ongelukken begaan, zowel binnen als buiten hun woonverblijf. Ze kunnen zichzelf klem graven, klem knagen of lelijk terecht komen na een val. Bovendien moeten ze de tijd krijgen om ook geestelijk te groeien. Ze mogen dan lichamelijk min of meer zelfstandig zijn na vijf of zes weken, de geest is, zeker voor de mensenwereld, nog lang zover niet. De verzorger zorgt er ook voor dat ze voldoende lichaamsbeweging krijgen. Goed voor het lijfje en de geest.
Is de band hecht, dan zal de hamster geen vluchtdier zijn, maar gewoon een levendig, nieuwsgierig, ondernemend beestje, dol op zijn verzorger, zijn omgeving en bovenal op zijn eigen nestje.
Nel J.B. ter Mors © 2003