|
De Nederlandse Antillen bestaat uit de Bovenwindse en de Benedenwindse eilanden. Tot de Bovenwindse eilanden behoren: St.Maarten, St.Eustatius, Saba
Tot de Benedenwindse eilanden behoren: Aruba, Curaçao, Bonaire
De Antilliaanse en Arubaanse bevolking komt uit vier continenten en dat is overal aan te merken: in de muziek, de dans, de taal, in de gewoonten en gebruiken. Afrikaanse, Amerikaanse, Europese en Aziatische invloeden komen samen in de Caribische cultuur, die per eiland weer een eigen gezicht heeft. Uit alle windstreken zijn de mensen naar de eilanden toegebracht of gekomen. Al deze mensen kwamen min of meer toevallig bij elkaar op de eilanden te leven en vormden er een nieuwe unieke samenleving. En dit proces gaat nog steeds door. Op Curaçao alleen al lopen mensen van vijftig of meer nationaliteiten rond. En op Aruba zo’n veertig .Op Aruba schommelt het aandeel Afro-Antillianen in de totale bevolking rond de 20 %, terwijl dat op Curaçao en Bonaire 80% procent is. Op St. Maarten, waar Engels het meest wordt gesproken, heeft slechts 48% van de inwoners de Nederlandse nationaliteit en is Spaans gangbaarder dan Nederlands of Papiaments. Bijna 50 % van de inwoners van St.Eustatius is elders, zoals op de (voormalige) Britse Antillen, geboren. Diversiteit behoort bij de identiteit van Aruba en de Nederlandse Antillen. Een overgroot deel van de Bovenwindse en Benedenwindse bevolking is Rooms Katholiek. Een minderheid van de bevolkingen op de Benedenwindse en Bovenwindse eilanden is protestant.
De basis voor het huidige Antilliaanse onderwijs is gelegd door katholieke fraters en zusters. Zij kopieerden het Nederlandse systeem, zodat op de Antillen en Aruba een systeem bestaat van kleuterschool, lagere school en voorgezet onderwijs op verschillende niveaus ( LTS, MTS, MAVO, HAVO ,VWO). Op de grotere eilanden is er ook een beperkt aanbod van vervolgopleidingen op mbo of HBO–niveau. Daarnaast hebben Aruba en de Nederlandse Antillen elk een eigen universiteit met een beperkt aantal faculteiten. Voor de meeste vervolgstudies moeten studenten echter naar het buitenland. De meeste gaan naar Nederland waar hun een studiebeurs wacht. Een toenemend aantal Arubaanse studenten gaat naar Amerika als de familie dit financieel kan opbrengen. Inmiddels zijn de fraters en zuster vervangen door leraren die in Nederland zijn opgeleid. De gezondheidszorg verloopt in grote lijnen net zoals in Nederland. Er zijn verschillende verzekeringsmaatschappijen waar men zich kan verzekeren t.a.v. medische zorg. Op de eilanden zijn er verschillende ziekenhuizen. Voor ernstige gevallen worden cliënten van de bovenwindse en benedenwindse, met uitzondering van Aruba, naar Curaçao gestuurd voor verdere medische zorg. Indien er daar geen hulp meer geleverd kan worden, wordt men naar het buitenland gestuurd (met name naar Nederland, Amerika etc). Economie en politiek:Sinds 1954 vormen de Nederlandse Antillen een autonoom land binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Ook heeft elk eiland op zich heeft een grote mate van zelfbestuur. In 1986 scheidde Aruba zich af en kreeg dezelfde autonome status als de Antillen. Het politieke bestel kenmerkt zich door een groot aantal partijen. In de jaren tachtig leek het erop dat de olieraffinage zou verdwijnen. Slechts met veel moeite bleef een deel van de capaciteit behouden. Het toerisme wordt als bron van inkomsten steeds belangrijker. Aruba en St. Maarten hebben daarin grote successen geboekt.
Vele Antillianen zijn in de midden jaren tachtig naar Nederland geëmigreerd wegens economische omstandigheden. Na de sluiting van de twee grote olieraffinaderijen Shell en Lago respectievelijk op Curaçao en Aruba, kwamen veel werknemers zonder baan te zitten. De economische situatie was der mate verslechtert dat men geen andere baan kon krijgen in andere sectoren. Dus de meest vanzelfsprekende oplossing was om naar Nederland te immigreren (ook vanwege het feit dat men in het bezit is van dezelfde Nederlandse paspoort, dus de Nederlandse nationaliteit, waardoor men bij het immigreren geen problemen krijgt met de verschillende instanties in Nederland). Ook studenten immigreerden naar Nederland om daar een vervolgstudie te volgen. Na het afronden van een opleiding kon men terug op de Antillen geen baan vinden. Vandaar dat men ervoor koos om in Nederland te blijven. Niet alleen omdat de aanbod daar groter was, maar ook omdat de salaris stukken hoger was.
De meeste Antillianen en Arubanen die naar Nederland zijn geëmigreerd wonen in de Randstad. Deze groep is over het algemeen geïntegreerd binnen de Nederlandse samenleving. Sommigen zijn in de loop der jaren in het huwelijk getreden met een Nederlander, waardoor de gewoontes sneller overgenomen zijn. Ook studenten vanuit de Antillen en Aruba komen naar Nederland om een opleiding te volgen. Na het afronden van hun studie komen ze erachter dat ze al een eigen leven hebben opgebouwd in Nederland. Hierdoor is de interesse om terug te keren naar de Antillen en Aruba steeds minder geworden (Bakker, J. & Veer, R. van der.1999). |