Nederland
Home De makers Begrippen Bronnen

 

 

Cultuur & religie

Het Hollandse familieleven wordt de laatste decennia gekenmerkt door een afnemend aantal kinderen per gezin, een toenemend aantal één- en tweepersoonshuishoudens en nieuwe gezinsvorming doordat jongeren het kerngezin vanaf hun 18e jaar kunnen verlaten (De Graaff 1995).

De cultuur bepaalt door wie, hoe sterk en bij welke gelegenheden emoties mogen worden getoond. Andere culturen zullen de Nederlander een ‘koude vis’ vinden en de Nederlander zal een ander cultuur misschien als kinderlijk beschouwen. Zo kan glimlachen in Nederland betekenen: geamuseerd zijn, vriendelijkheid tonen, om stemming vragen en instemming geven (Hofstede 1998).

Wat betreft het imago van de Nederlander, scoren Nederlanders hoog op individualisme. Dit betekent dat Nederlanders belang hechten aan vrije tijd, vrijheid in het werk en persoonlijke uitdagingen.

Als we het hebben over machtsafstand, dus de mate waarin mensen accepteren dat macht ongelijk verdeeld is, streven Nederlanders naar een kleine machtsafstand. Ook in de gezondheidszorg is de afstand tussen bijvoorbeeld artsen en verpleegkundigen of verzorgenden kleiner dan in veel andere landen.

Nederlanders gebruiken weinig vaste regels en rituelen om nieuwe evenementen tegemoet te treden. Zelfs het elkaar begroeten kan op veel manieren. Ook hebben Nederlanders een feminiene cultuur; zij sympathiseren vaak met de zwakke, of dat nu de onderdrukten in verre landen zijn of de verliezer is bij een sportwedstrijd op T.V.

Wat betreft tijdsoriëntatie hebben veel Nederlanders meer belangstelling voor het heden en de toekomst dan voor het verleden. Vaak kent men alleen de namen van opa en oma, hoe de familiegeschiedenis van hun grootouders is geweest lijkt niet belangrijk (De Graaff 1995).

Religie

Ongeveer 32% van de Nederlanders van 18 jaar en ouder noemt zich Rooms- Katholiek, 15% hervormd, 7% gereformeerd, 6% voelt zich verbonden aan andere gezindten en 40% rekent zich niet tot een kerkgenootschap (De Graaff 1995).

Veel Nederlanders staan er niet bij stil dat veel rituelen en gebruiken in Nederland geënt zijn op de christelijke traditie. Of het nu de feestdagen betreft of het feit dat de koningin regeert ‘bij de gratie Gods’. Op de rand van de gulden staat bijvoorbeeld gegraveerd: "God zij met ons" (De Graaff 1995).

Religie had in het voornamelijk christelijk Nederland veel invloed op de zorgverlening. Om zorg te kunnen verlenen op de wijze die de ‘eigen’ geloofsovertuiging voorschreef, zijn er Rooms-katholieke en protestantse zorginstellingen ontstaan (Hofstede 1998).

Onderwijs

Het onderwijs in Nederland begint al bij de peuterschool, dat geschikt is voor kinderen van twee tot vier jaar. Op hun vierde jaar gaan deze kinderen vervolgens naar de kleuterschool, welke bestaat uit groep 1 en 2. Vervolgens stromen ze door naar de basisschool, die bestaat uit groep 3 tot en met 8. Na het afronden van de basisschool, hebben kinderen verschillende niveaus waar ze door kunnen stromen: het VBO, MAVO, HAVO en/ of VWO. Dit valt dan onder de categorie middelbare scholen. Hierna kunnen studenten onder andere een beroep- en/ of vakopleiding volgens. Deze duren meestal 4 á 6 jaar op HBO- en universitair niveau. Op MBO- niveau duren de opleidingen meestal 2 jaar. Dit is tevens afhankelijk van de studierichting.

Gezondheidszorg

In Nederland zijn er onder andere ziekenhuizen, Academische ziekenhuizen, huisartsen en andere gespecialiseerde instellingen voor langdurig verblijf.

De gezondheidszorg in Nederland wordt bekostigd door de staat via verschillende volksverzekeringen.

De gezondheidszorg in Nederland bevindt zich op een goed niveau. Het enige probleem is dat over het algemeen de verzorgende en verplegende beroepen slecht betaald worden, waardoor er steeds meer een tekortschiet aan dit soort werkkrachten.

Economie/ politiek

Nederland is de komende vijf jaar het beste land ter wereld om zaken te doen. De Nederlandse politiek is stabiel en effectief, de arbeidsmarkt is flexibel, de financiële sector is efficiënt en de economische uitzichten zijn uitstekend. Het investeringsklimaat heeft in vergelijking met andere landen geen zichtbare zwakheden (Teletekst 2000).

De Nederlandse economie heeft de afgelopen jaren opvallend goed gepresteerd. Uitbundige economische groei ging gepaard met een sterke vergroting van de werkgelegenheid. De goed prestaties – ook wel aangeduid als ‘Dutch Miracle’ – staan in schil contrast met de ‘Dutch Disease’, die de Nederlandse economie begin jaren tachtig heeft gekend.

De laatste jaren is de Nederlandse Economie sterk gegroeid. De gemiddelde groei van 3,2% per jaar in de periode 1994-1998 was ruimschoots hoger dan het gemiddelde van de Europese Unie (2,5%) en betekent een evenaring van de economische groei in de Verenigde Staten (www.minez.nl/aep/publications/rapport/factshne.htm 2000).