|
|
|
On Harry's request here are some extra grammar exercises you should be able to complete after lesson 4.A) Zet de werkwoorden tussen haakjes in de juiste vorm. 1) Where is Peter? He (to read) a thick manual. 2) Yesterday Harry (to go) to Scotland and Henk (to leave) for Surinam. 3) I (not to be) to America for ages. 4) She (to buy) a ticket for a trip to Spain last Thursday. 5) I (to think) of more sentences at the moment. 6) I usually (to complete) it quickly. 7) Annemarie often (to eat) a salmon roll for tea. 8) Henk (to prefer) a steak and french fries. 9) So far Edith (to run) 3 marathons. 10) Trees (not to play) the piano since last Tuesday. B) Vertaal de volgende zinnen in het Engels. 1) Jan werkt op de Haastrechtsraat. 2) Hij werkt daar sinds 1994. 3) Jan is een nieuwe methode (= method) aan het schrijven. 4) Gisteren heeft hij thuis gewerkt. 5) Nu geeft hij les (to teach).
|
|