|
![]() |
Aim/objective:
- Education and Training in Britain
- The passive voice
Reminder:
see http://www.oocities.org/englishcourseweb 1.1. Schrijf hier in het Engels je vragen over de presentaties. 1.2. The passive The
passive (lijdende vorm): introduction Sometimes
it is not important WHO does something. Often it is more important WHAT is done.
In that case we can use the passive. Example: Active :
We use a lathe (= draaibank) to shape materials. Passive
: A lathe is used to shape materials (by us). Assignment
19 Translate
these two examples about the lathe into Dutch. Bedrijvend
:
....................................................................................................... Lijdend
:
........................................................................................................... Het valt
je misschien op dat we in het Nederlands het werkwoord "worden" extra
gebruiken in de lijdende vorm en dat het hoofdwerkwoord verandert in een
voltooid deelwoord. In het
Engels maak je een passieve zin met : to
be + voltooid deelwoord De
Engelsen gebruiken (nog vaker dan de Nederlanders) de lijdende vorm om aan te
geven dat WAT er gebeurt belangrijker is dan WIE iets doet. Voorbeeld "We
gebruiken een computer om gegevens uit te rekenen." Dit is
een "gewone", aktieve zin. Het woordje "we" is het
onderwerp. "We" is belangrijk en staat vooraan de zin. De vertaling in
het Engels is ook niet al te moeilijk:
"We use a computer to calculate data". Maar
stel nu dat we de funktie van de computer willen benadrukken (en niet zozeer dat
wij die computer gebruiken): ·
Dan wordt de
computer (= lijdend voorwerp) belangrijk en gaat naar voren in de zin: "Een
computer wordt (door ons) gebruikt om gegevens uit te
rekenen". Niet alleen komt "een computer vooraan de zin te staan,
maar ook zie je dat: ·
het gezegde van
de zin bestaat uit : een vorm van worden en het voltooid deelwoord
·
"wij"
verandert in "door ons" (dit "door ons" gaat naar achteren
in de zin en kan zelfs helemaal weg gelaten worden): Een computer wordt gebruikt om gegevens uit te rekenen. In het
Engels gaat het in principe niet veel anders: "A computer is used (by us) to calculate data". In
plaats van worden (in het nederlands) gebruik je in het Engels een vorm van "to
be" om een zin in de lijdende - /passieve vorm te zetten. Je moet "to
be" dan wel in de
juiste tijd/vorm zetten, namelijk die van het hoofdwerkwoord in de aktieve zin. Kortom,
je moet "to be" kunnen vervoegen. Leer dit schema uit je hoofd, als je
het nog niet weet:
Kortom:
het gezegde (de werkwoorden) in een passieve zin in het Engels bestaat
uit: TO BE + VOLTOOID DEELWOORD Assignment
1 Translate
into English 1) Schroevendraaiers
worden gebruikt om schroeven vast te draaien en te verwijderen. ....................................................................................................................................... ....................................................................................................................................... 2) Het
materiaal wordt samengesteld om de grootst mogelijke temperatuur verschillen te
weerstaan. ...................................................................................................................................... ...................................................................................................................................... 3) Schroevendraaiers
worden gemaakt van gehard staal. .................................................................................................................................... 4) Zagen
worden gebruikt om hout en ijzer te zagen. .................................................................................................................................... 5) Deze
bladen worden ook gebruikt voor hout. ................................................................................................................................... Assignment
2 Put
these sentences into the passive.
Let op.
Nu wordt het lastig(er). Tot nu
toe hebben we alleen geoefend met zinnen die in de tegenwoordige tijd ( de
Simple Present tense) staan. Maar je kunt alle zinnen (die een lijdend voorwerp
of meewerkend voorwerp hebben) in de passieve vorm zetten. Je doet dat altijd
door: 1) het lijdend -/meewerkend voorwerp van de aktieve vooraan de passieve zin
te zetten. Het
lijdend voorwerp kan je vinden door "Wie/wat wordt/worden er +
werkwoord".? Het meewerkend voorwerp door : " Aan wie/voor wie ...
"? 2) hulpwerkwoord(en) uit aktieve zin overnemen in passieve zin. Als er in de aktieve zin al
hulpwerkwoorden staan, dan komen deze allemaal terug in de passive zin. Ook als
het hulpwerkwoord al een vorm van "to be" is. 3) een vorm van "to be" (extra) in te voegen.
Wel even vervoegen: "To be" neemt de tijd over van het hoofdwerkwoord
in de aktieve zin. Dus als het
hoofdwerkwoord (dat de aktie/handelijng aangeeft) als hele werkwoord in de
aktieve zin staat dan krijg je gewoon "be"in de passiev zin en als het
hoofdwerkwoord in de aktieve zin op -ing
eindigt dan krijg je "being"in de passive zin. 4) Het hoofdwerkwoord uit de aktieve zin in de passieve zin als voltooid
deelwoord op te schrijven. Je maakt een vopltooid deelwoord door:
-ed achter de stam van het werkwoord te zetten (bij regelmatige
werkwoorden);of
de 3e kolom to kiezen van de onregelmatige werkwoorden (zie
appendix 4: the
irregular verbs). 4) rest. Dit
kunnen heel goed tijds- of plaatsbepalingen zijn. Gaat vanzelf goed. 5) by
......me/you/him/her/it/us/you/them. Rest en by .... kunnen vaak ook qua
volgorde omgedraaid worden in de passieve zin. By .... is het oude onderwerp uit
de aktieve zin en kan zelfs weggelaten worden als het helemaal niet van belang
is in de passieve zin. Moeilijk?
Leer dan de volgende formule voor passieve zinnen uit je hoofd: lv/mv
+ (hulpwerkwoorden*) + to be + voltooid deelwoord** + rest + (by .....)** *Een
aktieve zin heeft niet altijd een hulpwerkwoord. ** Bij regelmatige
werkwoorden maak je het voltooid
deelwoord door -ed achter de stam te zetten; bijvoorbeeld : to work -
worked - have worked. De onregelmatige
werkwoorden (= irregular verbs) moet je uit je hoofd leren (zie appendix 4).
Bijvoorbeeld : to go - went - have gone.
To go is het hele werkwoord, go
is de stam, went is de verleden tijd,
en gone (3e kolom) is
het voltooid deelwoord. *** by
... kan weggelaten worden als het helemaal niet belangrijk is. Assignment
3 Complete
this diagram:
Difficult?
Study this:
* De namen van de verschillende tijden hoef je niet te weten. Wel moet je
aktieve zinnen passief kunnen maken en andersom. Assignment
4 Use the
table from above to out the following sentences into the passive. 1. People
are using computers in everyday
activities now. .............................................................................................................................................. 2. Most
people hadn't even heard of computers in 1950. ............................................................................................................................................ 3. In
the beginning of the eighties IBN invented the PC. .......................................................................................................................................... 4. Before
that scientists had invented chips. ....................................................................................................................................... 5. They
used valves in the first computers. ..................................................................................................................................... 6. A
long time ago they also invented transistors. .................................................................................................................................... 7. Now
they use ICs in computers. ................................................................................................................................. 8. Ever
since that time the computer has made life easier for people. ............................................................................................................................... 9. Even
teachers are using computers to write testpapers. ............................................................................................................................. 10. Most
students hate testpapers. ........................................................................................................................... Self study and preparation
lesson 8
5.
Read the hand out “Education in Britain” and: -
put 10 of its
active sentences into the passive; and -
write 10 global questions (see lesson 6) about it. |
|