lesson 7

Start

 

Aim/objective:           - Education and Training in Britain

                                  - The passive voice

 

#

Part

Remarks

1

Introduction

Henk the Flyer’s joke-time

 

2

Rest of presentations

From lesson 6

3

Passive voice

Intro

 

Dinner Break

 

4

Passive voice

continued

5

Education and Training in Britain

Intro

6

Discussion about education

 

 

Self study/preparation lesson 8

Read “Education in Britain” and:

-          put 10 of its active sentences into the passive; and

-          write 10 global questions (see lesson 6) about it.

 

 

 

 

Reminder: see http://www.oocities.org/englishcourseweb

 

 

1.1.        Schrijf hier in het Engels je vragen over de presentaties.

 

 

 


1.2.        The passive

 

The passive (lijdende vorm):  introduction

 

Sometimes it is not important WHO does something. Often it is more important WHAT is done. In that case we can use the passive.

 

Example:

 

Active : We use a lathe (= draaibank) to shape materials.

Passive : A lathe is used to shape materials (by us).

 

Assignment 19

Translate these two examples about the lathe into Dutch.

 

Bedrijvend : .......................................................................................................

 

Lijdend : ...........................................................................................................

 

Het valt je misschien op dat we in het Nederlands het werkwoord "worden" extra gebruiken in de lijdende vorm en dat het hoofdwerkwoord verandert in een voltooid deelwoord.

 

In het Engels maak je een passieve zin met :

 

to be + voltooid deelwoord

 

De Engelsen gebruiken (nog vaker dan de Nederlanders) de lijdende vorm om aan te geven dat WAT er gebeurt belangrijker is dan WIE iets doet.

 

Voorbeeld

"We gebruiken een computer om gegevens uit te rekenen."

Dit is een "gewone", aktieve zin. Het woordje "we" is het onderwerp. "We" is belangrijk en staat vooraan de zin. De vertaling in het Engels is ook niet al te moeilijk: "We use a computer to calculate data".

 

Maar stel nu dat we de funktie van de computer willen benadrukken (en niet zozeer dat wij die computer gebruiken):

·       Dan wordt de computer (= lijdend voorwerp) belangrijk en gaat naar voren in de zin: "Een computer wordt (door ons) gebruikt om gegevens uit te rekenen". Niet alleen komt "een computer vooraan de zin te staan, maar ook zie je dat:

·       het gezegde van de zin bestaat uit : een vorm van worden en het voltooid deelwoord

·       "wij" verandert in "door ons" (dit "door ons" gaat naar achteren in de zin en kan zelfs helemaal weg gelaten worden): Een computer wordt gebruikt om gegevens uit te rekenen.

 

In het Engels gaat het in principe niet veel anders: "A computer is used (by us) to calculate data".

In plaats van worden (in het nederlands) gebruik je in het Engels een vorm van

"to be" om een zin in de lijdende - /passieve vorm te zetten. Je moet "to be" dan wel

in de juiste tijd/vorm zetten, namelijk die van het hoofdwerkwoord in de aktieve zin.

Kortom, je moet "to be" kunnen vervoegen. Leer dit schema uit je hoofd, als je het nog niet weet:

 

TO BE

(=zijn/worden)

tegenwoordige

tijd

verleden

tijd

voltooid deelwoord

(have/has/had +...)

I

am

was

been

you

are

were

been

he/she/it

is

was

been

we

are

were

been

you

are

were

been

they

are

were

been

 

Kortom: het gezegde (de werkwoorden) in een passieve zin in het Engels bestaat uit:

TO BE + VOLTOOID DEELWOORD

 

Assignment 1

Translate into English

 

1)  Schroevendraaiers worden gebruikt om schroeven vast te draaien en te verwijderen.

 

.......................................................................................................................................

 

.......................................................................................................................................

 

2)  Het materiaal wordt samengesteld om de grootst mogelijke temperatuur verschillen te weerstaan.

 

......................................................................................................................................

 

......................................................................................................................................

 

3)  Schroevendraaiers worden gemaakt van gehard staal.

 

....................................................................................................................................

 

4)  Zagen worden gebruikt om hout en ijzer te zagen.

 

....................................................................................................................................

 

5)  Deze bladen worden ook gebruikt voor hout.

...................................................................................................................................

 

Assignment 2

Put these sentences into the passive.

 

 

Active

Passive

1

 

We use a spanner to remove nuts and bolts.

 

2

 

We squeeze a trigger to operate the sabre saw.

 

3

 

We locate the control collar behind the chuck.

 

4

 

They use twist drills to make holes in wood.

 

5

 

I make a pilot hole to drill in metal.

 

Let op. Nu wordt het lastig(er).

Tot nu toe hebben we alleen geoefend met zinnen die in de tegenwoordige tijd ( de Simple Present tense) staan. Maar je kunt alle zinnen (die een lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp hebben) in de passieve vorm zetten. Je doet dat altijd door:

 

1)  het lijdend -/meewerkend voorwerp van de aktieve vooraan de passieve zin te zetten. Het lijdend voorwerp kan je vinden door "Wie/wat wordt/worden er + werkwoord".? Het meewerkend voorwerp door : " Aan wie/voor wie ... "?

2)  hulpwerkwoord(en) uit aktieve zin overnemen in passieve zin. Als er in de aktieve zin al hulpwerkwoorden staan, dan komen deze allemaal terug in de passive zin. Ook als het hulpwerkwoord al een vorm van "to be" is.

3)  een vorm van "to be" (extra) in te voegen. Wel even vervoegen: "To be" neemt de tijd over van het hoofdwerkwoord in de aktieve zin.  Dus als het hoofdwerkwoord (dat de aktie/handelijng aangeeft) als hele werkwoord in de aktieve zin staat dan krijg je gewoon "be"in de passiev zin en als het hoofdwerkwoord in de aktieve zin op  -ing eindigt dan krijg je "being"in de passive zin.

4)  Het hoofdwerkwoord uit de aktieve zin in de passieve zin als voltooid deelwoord op te schrijven. Je maakt een vopltooid deelwoord door:

    -ed achter de stam van het werkwoord te zetten (bij regelmatige werkwoorden);of

    de 3e kolom to kiezen van de onregelmatige werkwoorden (zie appendix 4: the

     irregular verbs).

4)  rest. Dit kunnen heel goed tijds- of plaatsbepalingen zijn. Gaat vanzelf goed.

5)  by ......me/you/him/her/it/us/you/them. Rest en by .... kunnen vaak ook qua volgorde omgedraaid worden in de passieve zin. By .... is het oude onderwerp uit de aktieve zin en kan zelfs weggelaten worden als het helemaal niet van belang is in de passieve zin.

 

Moeilijk? Leer dan de volgende formule voor passieve zinnen uit je hoofd:

 

lv/mv + (hulpwerkwoorden*) + to be + voltooid deelwoord** + rest + (by .....)**

 

*Een aktieve zin heeft niet altijd een hulpwerkwoord.

** Bij regelmatige werkwoorden maak je het voltooid deelwoord door -ed achter de stam te zetten; bijvoorbeeld : to work - worked - have worked. De onregelmatige werkwoorden (= irregular verbs) moet je uit je hoofd leren (zie appendix 4). Bijvoorbeeld : to go - went - have gone. To go is het hele werkwoord, go is de stam, went is de verleden tijd, en gone (3e kolom) is het voltooid deelwoord.

*** by ... kan weggelaten worden als het helemaal niet belangrijk is.

 

Assignment 3

Complete this diagram:

NR

ACTIVE

PASSIVE (leave out the agent/by .....)

1

We use computers to calculate data.

 

 

2

We made the current stronger by using a transistor.

 

 

 

 

3

We are using filters to remove dirt and metal from the oil.

 

 

4

They have used valves for a long time.

 

 

5

We were turning the lathe (=draaibank) at 2,000 rpm when the tool broke.

 

 

6

The contractors (= aannemer) will use a bulldozer to remove the earth.

 

 

7

They examined the level of the ground water first.

 

 

8

This company is using AutoDraw.

 

 

9

The mechanic drove the Ferriri really fast.

 

 

10

We should have measured the distance with a tape measure.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Difficult? Study this:

 

TENSE*

ACTIVE

PASSIVE

Present simple

I write letters.

Letters are written (by me).

Present Continuous

I am writing letters.

Letters are being written (by me).

Past Simple

I wrote letters.

Letters were written (by me).

Past Continuous

I was writing letters

Letters were being written (by ....).

Present Perfect

I have written letters.

Letters have been written (by ..).

Past Perfect

I had written letters.

Letters had been written (by..).

Present Perfect Continuous

I have been writing letters.

Letters have been being written (by..).

Past Perfect Continuous

I had been writting letters.

Letters had been being written (by ...).

Future

I will write letters.

Letters will be written (by ..)

 

I shall write letters.

Letters will be written (by...)

 

I am going to write letters.

Letters are going to be written (by ...)

rest

I can write letters.

Letters can be written.

 

I may write letters.

Letters may be written.

 

I should write letters.

Letters should be written.

 

I will be writing letters.

Letters will be being written.

 

Etc.

etc.

 

* De namen van de verschillende tijden hoef je niet te weten. Wel moet je aktieve zinnen passief kunnen maken en andersom.

 

Assignment 4

Use the table from above to out the following sentences into the passive.

 

1.  People are using computers in  everyday activities now.

..............................................................................................................................................

2.  Most people hadn't even heard of computers in 1950.

............................................................................................................................................

3.  In the beginning of the eighties IBN invented the PC.

..........................................................................................................................................

4.  Before that scientists had invented chips.

.......................................................................................................................................

5.  They used valves in the first computers.

.....................................................................................................................................

6.  A long time ago they also invented transistors.

....................................................................................................................................

7.  Now they use ICs in computers.

.................................................................................................................................

8.  Ever since that time the computer has made life easier for people.

...............................................................................................................................

9.  Even teachers are using computers to write testpapers.

.............................................................................................................................

10. Most students hate testpapers.

...........................................................................................................................

Self study and preparation lesson 8

 

  1. Have a (closer) look at the website: http://www.oocities.org/englishcourseweb?

 

  1. Download oh4win.zip (www.oocities.org/englishcourseweb/downloads.htm), extract it and use the program to produce your own personal wordlist from lessons 1,2, 3, 4, 5 , 6 and 7.

 

  1. Revise (= herhaal) the grammar from all previous (vorige) lessons.

 

  1. Find information about all these tenses on the CD Rom. Study the examples.

 

5.   Read the hand out “Education in Britain” and:

-          put 10 of its active sentences into the passive; and

-     write 10 global questions (see lesson 6) about it.

 

 

Start ] lesson 1 ] lesson 2 ] lesson 3 ] lesson 4 ] lesson 5 ] lesson 6 ] [ lesson 7 ] lesson 8 ] lesson 9 ] lesson 10 ]

Last update: 05-07-02    

  by Jooph@planet.nl