De periode 1915-1916


Sinds het najaar van 1914 was de hoop op een korte oorlog geheel verdwenen. Alle fronten waren in patstellingen geresulteerd. In de loopgraven was de strijd des te zwaarder want de soldaten hadden niet alleen van de vijand te lijden maar ook van koude, ratten, luizen en ander ongedierte, modder en ziektes. De enige manier om vooruitgang te boeken waren grote offensieven (veldslagen) waarin het uiterste van de frontsoldaten werd geëist. Vaak waren deze offensieven het hoogtepunt van het zinloos bloedvergieten tijdens de Eerste Wereldoorlog: de soldaten konden soms niet eens uit hun loopgraven klimmen of ze werden neergemaaid door vijandelijke machinegeweren. De schamele terreinwinst was te verwaarlozen tegenover de zware verliezen.

1915 werd voor de Britten beheerst door de desastreuze landingen te Gallipoli. Aan het westfront zetten de Duitsers voor het eerst gifgas in tijdens de Tweede Slag bij Ieper. In het oosten waren de Russische legers tot in het huidige Polen teruggedrongen en was Servië verslagen. Het tot dan toe neutrale Italië verliet de Triple Alliantie om aan de kant van de geallieerden aan het conflict deel te nemen. De Italianen vochten in de periode 1915-1917 in een reeks bloedige veldslagen aan de Isonzo tegen de Centrale legers. Intussen voerde de Duitse generaal Von Lettow Vorbeck een ware guerillastrijd tegen de Britten in Afrika. Op zee hadden de Britten in 1915 ook al niet veel te zeggen: de Duitse marine beschoot Britse kustplaatsen zonder dat de Royal Navy kon ingrijpen. Tegelijkertijd werd ook de Britse economische zeeblokkade gevoelig merkbaar te worden in Duitsland. Als reactie daarop kondigde Duitsland een korte periode een onbeperkte onderzeebootoorlog af. Kortom 1915 was een rampenjaar voor de geallieerde strijdkrachten. Op het einde van 1915 smeedden zowel de geallieerden als de Duitsers plannen voor grootse offensieven in 1916.

In de Slag bij Jutland kreeg de onoverwinnekijk geachte Britse Grand Fleet (op foto) enkele zware klappen

1916 was het jaar van de grote veldslagen. Bij Verdun trachtten de Duitsers tevergeefs het Franse leger te. laten doodbloeden. Om het Verdunfront te verlichten openden de Britten en de Fransen een groots offensief aan de Somme. Beide veldslagen waren het toppunt van zinloos bloedvergieten tijdens de Eerste Wereldoorlog. Aan het oostfront hadden de Brusilov-offensieven Oostenrijk-Hongarije geheel afhankelijk van Duitsland gemaakt. Aan de Isonzo woedden hevige gevechten die zowel de Italianen als de Oostenrijks- Hongaarse legers fel verzwakken. te vernietigen. In de zeeslag bij Jutland kon de Duitse Hochseeflotte de Britse zeeblokkade niet opheffen maar de Britse Grand Fleet die zo superieur geacht werd kreeg toch enkele rake klappen.

overzicht