Het heelal 

 

Het heelal

Sterrenstelsels

Ons zonnestelsel

Het Zonnestelsel

Bij de negen planeten maken we onderscheid tussen de zogenaamde binnen- en buitenplaneten. Zoals we al hebben verteld ontstaan er na een supernova een nieuwe ster,die weer alle materie aantrekt die is weggeblazen bij de supernova. Door deze aantrekkingskracht wordt de zware materie het hardst aangetrokken, waardoor deze materiaal dichter bij de zon komt. De minder zware materiaal, met een kleinere dichtheid wordt minder hard aangetrokken en vormt dus de wat verdere planeten. Hierdoor vind je al een heel belangrijk verschil tussen de binnen- en buitenplaneten, namelijk verschil in dichtheid en verschil in afstand van de zon. Doordat de afstand van de zon verschillend is, is er ook een groot temperatuurverschil. Tot de binnen planeten behoren: mercurius, venus en de aarde. De buitenplaneten zijn: mars, jupiter, saturnus, uranus, neptunes en pluto.

Het ontstaan van het zonnestelsel gebeurde in paar ingewikkelde stappen die wij hier gaan uitleggen.

 

1.Het begin

Miljarden jaren geleden explodeerde in de melkweg een reusachtige ster. Na een tocht van tienduizenden jaren troffen de schokgolven van deze explosie (supernova) een rondtollende wolk van stof en gassen. Waardoor die wolk zich samen begon te trekken en sneller begon te draaien, zo begon het ontstaan van het zonnestelsel.

 

 

2.Het inzakken

Toen de wolk inzakte werden stof en gas door de zwaartekracht naar binnen getrokken. De kern van de wolk werd steeds heter en dichter. Langzamerhand platte de wolk af tot een schijfvorm. Op een gegeven moment had de schijf een doorsnee van 14 miljard km: 2 keer zoveel als het huidige zonnestelsel.

 

3.Het ontstaan van de zon

Door de druk op de kern van de wolk steeg de temperatuur zo erg dat er voortdurende nucleaire reacties, zoals kernsplijting en kernfusies, opgang kwamen in de kern.

Zo begon de kern te ontbranden en ontstond er een ster, onze zon.

De grote energie die werd weggeblazen bij de reacties, wordt zonnewind genoemd.

Door zonnewind werd veel stof en gas van de nieuwe stenige planten, dichtbij de zon, weggeblazen. Alleen de reuze planten die ver genoeg van de zon lagen, waren groot genoeg en hadden dus genoeg zwaartekracht  om hun gassen te behouden, die planten kregen een stof kring. 

 

 

 

4.Het ontstaan van de planeten

Door de massa aantrekkingskracht begonnen de kleine stof deeltjes in de wolk zich samen te klonteren. Sommigen groeiden uit tot klonten van enkele kilometers. De grootste klonten vormden de bouwstenen van de planeten. Doordat ze aantrekkingskracht op elkaar uit oefenen (elkaar aan trekken), botsen sommige klonten tegen elkaar en vormden grotere hemellichamen. Na miljoenen jaren ontstonden uit die grote hemellichamen de negen planeten. Door de lage temperatuur ver van de zon verzamelden zich gassen rond sommige klonten: zo werden de vier gas reuzen gevormd. Materiaal dat niet in de zon of in de negen planeten terecht kwam werden kometen of asteroïden.

 

Het huidige zonnestelsel bestaat uit: 1 kern (de zon), negen planeten, 63 manen (volgens laatste tellingen), 6 grote asteroïden (diameter van boven de 300 km), veel kleine asteroïden meteorieten. Tussen al deze hemellichamen zweven nog talloze stof- en gasdeeltjes.

 

 

 

 


vorige pagina

deze site bookmarken

top