Wegwijs in methodescholen
Op 20 november organiseerde
de Ouderwerkgroep van Het Trappenhuis een info-avond door en voor de methodescholen.
Het was in feite een historische avond, want voor het eerst zat het complete
gamma aan Gentse methodescholen er broederlijk verenigd aan de sprekerstafel.
Vertegenwoordigers van Steiner, Montessori, Jenaplan, Freinet, De Oogappel
en De Buurt kregen onder het toezicht van moderator Gilbert Van den Abbeele
(lerarenopleiding van de Hogeschool Gent uit de Ledeganckstraat) in eerste
instantie elk een kwartier spreektijd om de fundamenten uiteen te zetten
waarop hun pedagogie berust.
Een zware opgave natuurlijk, volgens sommigen
een onmogelijke opgave. Maar toch net voldoende tijd om een tipje van de
sluier te lichten, en ja, enkele sprekers wisten er een opmerkelijk levendig
en boeiend betoog van te maken. Nadien werd een reeks vragen behandeld
en begon zich een debat te ontwikkelen onder de aanwezigen.
Ziet de aandachtige toehoorder van nu af aan de
verschillende methodescholen superduidelijk gestructureerd en netjes gescheiden?
Twijfelt hij aan niets meer en is hij voortaan expert? Foei, want indien
hij voortaan in vakjes zou gaan denken ware de avond compleet mislukt.
Wel kwam een vloedgolf aan informatie op de toehoorder af, bijwijlen hoorde
hij frappante gelijkenissen en dan weer even frappante verschillen. Wat
op het eerste gezicht duidelijk en vanzelfsprekend leek, bleek het even
later helemaal niet meer. Tot een synthese kan men pas later komen, maar
de belangstelling is gewekt om het terrein verder te verkennen. Bij wijze
van hulpmiddel vroegen wij aan elke spreker ons een neerslag van zijn uiteenzetting
te bezorgen. Een neerslag die u hier kan lezen.
Jenaplanschool 'Het Regenboogje'
Wij willen de kinderen zo goed mogelijk begeleiden op hun weg naar volwassenheid
en gaan daarbij uit van de volgende punten:
1. Wij willen bouwen aan een samenleving waarin mensen als gelijken
in rechten en in waardigheid worden beschouwd.
2. Wij erkennen dat ieder kind een uniek wezen is dat recht heeft om
een eigen identiteit op te bouwen. De begeleiders hebben de plicht om de
eigen mogelijkheden van elk kind te zoeken en te stimuleren, om hen zo
goed mogelijk te helpen bij het vormen van hun persoonlijkheid.
Het vormen van een persoonlijkheid kan alleen binnen een gemeenschap.
Eén van de gemeenschappen waarbinnen een kind opgroeit, is de schoolgemeenschap.
Op onze school wil men de kinderen leren een volledig functionerend lid
van die gemeenschap te zijn. Dienstbaar aan die gemeenschap, maar ook weerbaar,
kritisch, opkomend voor zichzelf en voor anderen.
Wij
willen het kind leren zijn vrijheid goed te gebruiken; leren dat vrijheid
met verantwoordelijkheid te maken heeft. Het zal ook de vrijheid van andere
leden van de gemeenschap moeten aanvaarden, mogelijk maken en stimuleren.
Op de school worden de verschillen tussen de kinderen positief benaderd.
Deze verschillen maken het zelfs mogelijk elkaar meer tot dienst te zijn.
Geen klassen, maar stamgroepen
In een stamgroep zitten kinderen van verschillende leeftijden en met een
verschillende vordering in de leerstof. Tijdens hun hele basisschool zitten
de kinderen over het algemeen in drie verschillende stamgroepen: de bovenbouw
(9, 10 en 11 jaar); de middenbouw (6, 7 en 8 jaar); de onderbouw in 2 groepen
(een van 2,5 tot 4 jaar en een van 4 tot 6 jaar).
Ze ervaren dus achtereenvolgens om in een groep telkens de jongste,
de middelste en de oudste te zijn. Een pienter kind is dus niet zijn hele
schooltijd het sterretje van de klas en een langzaam lerend kind zal niet
steeds ervan dat anderen hem of haar steeds voor zijn. In zo'n stamgroep
zitten dus kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar. Dit betekent
dat er op zeer verschillend niveau gewerkt wordt. uiteraard vraagt dit
van de onderwijsgevende groepsleider pedagogische, didactische en organisatorische
vaardigheden.
Binnenin de stamgroep: niveaugroepen
Een niveaugroep bestaat meestal uit een aantal kinderen die even ver zijn
in een bepaald leerstofonderdeel. Deze kinderen gaan zoveel mogelijk door
in hun eigen tempo. De niveaugroepen kunnen wat de samenstelling betreft
regelmatig wisselen. Bij niveaugroepen is het noodzakelijk dat regelmatig
wordt bekeken of kinderen nog in de juiste niveaugroep zitten.
Een ritmisch weekplan
In Het Regenboogje werken de kinderen dus in eigen tempo. Vanzelfsprekend
kennen die kinderen ook de volledige leerstof van de basisschool. Eigen
tempo betekent niet dat luiheid aanvaard wordt.
De begeleider heeft de omstandigheden waarin de kinderen verkeren op
een dusdanige wijze georganiseerd en doordacht dat er voor de kinderen
een uitdagende werking van uitgaat, zodat elk kind daarmee aan de slag
wil. Het is dus niet zo dat iedereen maar zijn of haar gang gaat: op school
wordt gewerkt met een ritmisch weekplan waarin allerlei activiteiten zijn
vastgelegd. De activiteiten die elkaar afwisselen zijn gesprek, spel, werk
en viering.
1. Gesprek
Elke dag wordt begonnen met een kring: ochtendkring, verjaardagskring,
lees- of boekenkring, verslagkring, probleemkring, muziekkring. Bedoeling
van deze kringgesprekken is om de kinderen de kans te geven hun eigen emoties,
vragen of problemen naar voor te brengen. Door deze gesprekken worden de
kinderen heel wat mondiger en leren ze ook veel gerichter luisteren.
2.
Spel
Het kind staat spelend in de wereld. Al spelend leert het een heleboel:
het leert hoe sterk het is, hoe het moet springen, duwen, trekken, wiebelen.
Het leert vriendschap sluiten, het leert samen iets doen, het leert ruzies
oplossen. Het speelt na wat het zopas heeft meegemaakt. Zo wordt er spelend
heel wat geleerd. Onder spel wordt ook verstaan: turnen, expressie, vrij
spel en het speelse element dat in heel wat leerstofonderdelen kan vervat
zijn. De expressielessen worden ook wel georganiseerd in keuzecursussen.
Dan kunnen de kinderen in kleine groepen onder leiding van ouders en begeleiders
werken rond zelfgekozen thema's.
3. Werk
In werk onderscheiden we de volgende aspecten:
- De cursus. Hiermee worden de groepsinstructies en de daarmee verbonden
verwerkingsopdrachten aangeduid.
- Het stil-werkuur. De kinderen zijn individueel bezig met het verwerken
van de opdrachten die voortkomen uit de instructiemomenten. De kinderen
werken met weekopdrachten. Zij bepalen het tempo en leren samen met de
begeleider hun werk te plannen. Die weektaak wordt zoveel mogelijk aangepast
aan elk kind.
- De blokperiode. Tijdens de blokperiode komen de activiteiten aan
bod waarbij samengewerkt wordt. Wereldoriëntatie staat hier centraal.
Het documentatiecentrum wordt ijverig bezocht en hier groeien de thema's
en projecten.
Infrastructuur
Een zeer belangrijk kenmerk van een Jenaplanschool is de huishoudelijke
sfeer en inrichting van de lokalen. In Het Regenboogje beschikken wij over
heel grote lokalen waarin we diverse werkhoeken aantreffen. Elke leefgroep
heeft ook een zithoek en een keuken. De inrichting van het lokaal probeert
zoveel mogelijk het schoolse te bannen.
Evaluatie
In Het Regenboogje is het puntenrapport afgeschaft. In plaats ervan komt
een uitgebreid verslag over de vorderingen van het kind. Dit zowel op leergebied
als op het vlak van het sociaal-emotionele. Een dergelijke evaluatie geeft
aan het kind en aan de ouders een zeer precies beeld over het kind.
Copyright ©
januari 1998