Wegwijs in methodescholen: 
Leefschool "De Oogappel"

Op 20 november 97 organiseerde de Ouderwerkgroep van Het Trappenhuis een info-avond door en voor de Gentse methodescholen. Hier en nu krijgt  De Oogappel spreektijd om de fundamenten van hun pedagogie uiteen te zetten.

WAT IS DE OOGAPPEL?
De Oogappel aan de Nederpolder 27 is een ervaringsgerichte school. Wij noemen het ook een 'Leefschool'. Dit is eigenlijk een heel eenvoudige omschrijving om te zeggen dat onze school een plaats is waar kinderen kunnen leven, leren en werken. De leer- en werkprocessen starten vanuit de ideeën en ervaringen van de kinderen. Ze nemen zelf verantwoordelijkheden en initiatieven om hun doelstellingen te kunnen bereiken. In groep leren leven en rekening houden met anderen is voor onze oogappels van het hoogste belang. Voor de begeleiders is hier een specifieke taak weggelegd die meer begeleidend dan leidinggevend zal zijn.

DE OOGAPPEL DRAAIT ROND 6 PIJLERS.
Dit zijn 6 uitgangspunten, kapstokken waar we de werking van de school aan hangen. Dat de werking rond deze kapstokken draait betekent dat de zes uitgangspunten allemaal met elkaar te maken hebben en niet los te koppelen zijn.
1. Ervaringsgericht leren
Bob brengt zijn zelfgemaakte raket mee, Illanka wou met de groep een restaurant openen, Arthur en Owen wilden piraten worden, Cennet schreef een tekst over haar papa die een café had gekocht. Dit zijn enkele uitgangspunten die er in onze leefgroepen voor zorgden dat de kinderen zelf gingen onderzoeken, ontdekken, organiseren.
Tal van werkvormen komen hier aan bod. De kinderen moeten heel wat vaardigheden onder de knie krijgen om hun doelstellingen die ze zelf opstellen te kunnen verwezenlijken. Het leren door ervaring heeft vooral te maken met dingen doen en verder werken rond de ideeën die ze zelf aanbrengen of kiezen. De begeleiders scheppen optimale omstandigheden om bij de kinderen nieuwsgierigheid te stimuleren, alle zintuigen te prikkelen en om ervaringen te willen opdoen.
De Oogappel2. Democratie
Om gemotiveerd en enthousiast te kunnen werken vinden wij het ook belangrijk dat de kinderen al heel jong leren om zelf mee beslissingen te nemen en te organiseren.
Dit kan alleen maar als afspraken, planningen, leefregels door de gehele groep worden gedragen en het gevolg zijn van een democratische beslissing. Kinderen moeten hierbij; rekening houden met andere meningen. Ze zullen ook leren hun eigen voorstellen te gaan verdedigen in de groep.
Het is soms ook nodig zich bij een meerderheidsbeslissing neer te leggen. Door te praten met elkaar leren de kinderen ook om in groep naar een consensus te zoeken.
De democratie op school wordt doorgetrokken naar alle geledingen van de school, dit wil zeggen op het niveau van het forum, binnen het team van leerkrachten en directie, samenwerking met ouders en met zoveel mogelijk andere instanties die met de school samenwerken.
3. Emancipatie
In onze werking zien we het ook als onze taak om te streven naar gelijkwaardigheid van iedereen. In de dagelijkse schoolpraktijk houdt dit in dat we moeten streven naar extra inspanningen voor hen die het op een of andere manier moeilijker hebben. We moeten trachten om de kinderen een solidariteitsgevoel als morele waarde bij te brengen.
Helpen wordt niet als een last maar als een sociale vaardigheid en verantwoordelijkheid beschouwd. Kinderen leren zo ook medeverantwoordelijk te zijn voor elkaar. Het bieden van gelijke kansen voor iedereen trachten wij zo goed mogelijk in praktijk te brengen. Daarnaast is het ook belangrijk ieder naar zijn eigen kwaliteiten te leren waarderen.
4. Ontwikkelingsprocessen
Het streven naar het maximaal benutten van kansen die kinderen moeten krijgen leidt ertoe dat we elk kind op een hoger niveau proberen te tillen. Voor sommigen zal dit vrijwel automatisch gebeuren. Voor andere kinderen wordt dit een strakker begeleidingsproces waarbij we ook aangepast materiaal aanbieden. We houden hier dus rekening met het individueel niveau op cognitief, sociaal, emotioneel en psycho-motorisch vlak. Daarbij differentiëren we de leerstof en het werktempo naargelang van de mogelijkheden van elk kind.
Spel5. Omgeving
De kinderen maken deel uit van hun eigen omgeving. Dit is in de eerste plaats hun thuis, de buurt, maar ook hun school. De werking van de school moet daarom geënt zijn op hun omgeving. De kinderen moeten in hun leefgroepen die omgeving gaan verkennen en verruimen. De directe omgeving van de kinderen op school, namelijk de inrichting van onze leefgroepen, werk- en speelruimtes vinden we ook heel belangrijk. We onderzoeken naarmate de kinderen ouder worden een steeds ruimer milieu: stad, land, wereld. We streven naar respect voor die omgeving, respect ook voor de natuur en de mensen rondom ons. We houden rekening met de verschillende milieus waar kinderen vandaan komen.
6. Intercultureel en multicultureel
Aangezien de stad waarin we leven bruist van verschillende culturen, is het voor ons vanzelfsprekend dat we dit gegeven als een rijkdom beschouwen. Wij kiezen onomwonden voor een multiculturele school waar iedereen, met welke achtergrond dan ook, zich moet kunnen thuis voelen.
We werken ook heel actief aan een interculturele aanpak van ons onderwijs. In de praktijk van de leefgroepen houdt dit in dat we de diverse culturen binnen de school, maar ook andere, regelmatig van dichtbij op een evenwaardige manier bekijken en er rond werken. Wij hebben ook bijzondere aandacht voor een belangrijke groep migrantenkinderen.
 

Jenaplan Steiner Montessori De Buurt Freinet
Overzicht Artikels
Copyright © De Viervoeter                     maart 1998