Wegwijs in methodescholen: 
Montessorischool "Klimop"

Op 20 november 97 organiseerde de Ouderwerkgroep van Het Trappenhuis een info-avond door en voor de Gentse methodescholen. Hier en nu krijgt  Montessorischool Klimop spreektijd om de fundamenten van hun pedagogie uiteen te zetten.

Wie was Maria Montessori?
Maria Montessori (Italië 1870 - Noordwijk(Ndl) 1952) was de eerste vrouwelijke arts in Italië, een specialiste in psychiatrie en pedagogie. Zij publiceerde vele werken over opvoeding en onderwijs. Haar ideeën vonden weerklank over de hele wereld. In meer dan 70 landen bestaan Montessorischolen. Het internationale Montessoricentrum ligt momenteel in Nederland. België telt 3 Montessori-scholen. Twee Nederlandstalige scholen: één in Oppem, één in de Theresianenstraat 34 in Gent en een Engelstalige privé-school in Antwerpen.
Montessori's visie is: "Een mens, een kind, draagt in zich een rijkdom aan mogelijkheden. Het kind bezit al die wezensrijkdommen die het nodig heeft om zich te ontwikkelen tot wie het eigenlijk is. Het kind draagt in zich een diepe bron van kracht, van creativiteit, een bron van vitale energie, een oorspronkelijkheid die veel machtiger is en rijker is dan wij algemeen vermoeden. Het is die fundamentele stuwkracht die het kind aanzet tot activiteit, tot zelfwerkzaamheid, zelf ontwikkelen, tot aanpassen en omgaan met mensen en met zijn omgeving. Het kind is dus, uit zichzelf, gericht op leren: leren in de zin van ontwikkelen, groeien, meer zichzelf worden..."
Opvoeding en onderwijs zijn er dan ook op gericht om kinderen te helpen groeien in zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. De ouder, de opvoeder, de leidster, de onderwijzer is eigenlijk begeleider. Hij zal vooral kijken, zien, luisteren en observeren wat het kind nodig heeft: "Kijk naar het kind en het zegt je wat het nodig heeft."

SpelMontessorionderwijs heeft drie kernpunten:

1. HET KIND MET ZIJN GEVOELIGE PERIODEN
Een gevoelige periode is die tijd waarin het kind bijzonder rijp is, klaar is om iets te leren. Denk aan leren stappen, fietsen, lezen, tellen, schrijven, creëren.
2. DE VOORBEREIDE OMGEVING
Vanuit observatie moet een begeleider zien wat het kind nodig heeft en op die manier zorgen voor de beste omstandigheden. Hij reikt een juiste, wisselende ontwikkelingsgebonden omgeving aan. Concreet betekent dit: 3. DE GROEPSSAMENSTELLING
Werken in leefgroepen. Kinderen moeten leren omgaan met verschillende leeftijden. Kinderen leren van elkaar. Jongeren leren van ouderen, ouderen geven uitleg aan jongere kinderen. Men is nooit de oudste of de kleinste in de groep. Wisselende rol van elk kind!

De kerngedachte van het Montessorionderwijs is: "Help mij om het zelf te doen!" Zelfontwikkeling komt door spontane activiteit en kinderen krijgen dus een zekere vrijheid. Toch blijven structuur en een gezonde discipline hier broodnodig. Een kind moet zich houden aan een aantal afspraken.
Klimop1. Concrete inrichting van De Klimopschool
De onderbouw: peutergroepen en leefgroepen van de 2de en 3de kleuterklas.

2. De middenbouw: leefgroepen van het 1ste, 2de en 3de leerjaar. 3. De bovenbouw: leefgroepen van het 4de, 5de en 6de leerjaar.
Hier is meer ruimte voor zelfstandig werk Er is een maandplanning voor bepaalde vakken. Leerlingen kiezen zelf wanneer zij wat doen. Ook in deze bouw werkt men voor bepaalde vakonderdelen met groepsaanzetten of instructiemomenten met individuele verwerkingen. Kosmische opvoeding is projectwerking waarin geschiedenis, aardrijkskunde en natuurkunde verweven zijn.

Belangrijk in dit geheel is de totale zorg voor het kind: sociaal, emotioneel, affectief en cognitief. Kleuters en leerlingen worden sterk individueel gevolgd en begeleid. Differentiatie en directe remediëring is hier mogelijk. Een geregelde evaluatie, bijsturing en vorming is fundamenteel binnen het gehele team.
 

Jenaplan Steiner De Oogappel De Buurt Freinet
Overzicht Artikels
Copyright © De Viervoeter                     maart 1998