Struikelend over Gods wegen

Stilletjes op kousevoeten sluip ik binnen in de kamer van Steven. Zijn handen golven in draaiende bewegingen over het gladde behang. Hij glimlacht stilletjes voor zich uit in het halfduister, genietend van de rust, het ritmische bewegen en de rijkdom van zijn gesloten wereldje.
Ik verwijder zijn epilepsiehelm, graai doorheen zijn piekende haren en het genieten wordt breder : als je zo'n godganse dag dat beschermende spul op je hoofd hebt wordt krabben een gunst en een lust.
Zijn grote bruine ogen kijken me aan, zijn glimlach wordt intenser, zijn hand knijpt herkennend in die van mij.
Ik omvat hem wat steviger, voel zijn warme wang tegen de mijne, en een golf van droevig geluk overspoelt mij. Stilletjes begin ik te praten over ons moe, die bijna een kwarteeuw lang voor hem heeft mogen zorgen, die op een dag ziek werd, en vocht en vocht en vocht ...
Jaren duurde haar strijd, jaren van pijn, van ongemak en angst.
Ze wilde leven voor jou, mijn jongen, want ze was jouw engelbewaarder die alles zag en alles wist.
Ze doorzag jouw ongemakken en pijn, raadde waarom je langer sliep dan normaal of ongeduriger was dan anders.

Ik ben het met je eens, Steven, moeders zouden niet mogen sterven.
Want kinderen als jij hebben engelbewaarders nodig, die in je ogen alles kunnen lezen, zoals moeke Marian dat kon.
Weet je, Steven, ik had verwacht dat je ogen gingen vragen om moe, dat je aarzelend het hele huis zou doorzoeken, maar niets daarvan, je bleef wat je was, de Steven van altijd.
En eigenlijk is het beter zo, want wie zou jou het onzegbare kunnen zeggen, wie zou aan jou het grote geheim van de dood kunnen verklaren ?
We moeten samen verder nu over Gods ondoorgrondelijke wegen, rechtop als het kan, maar vaak haperend en moeizaam, en jij Steven wordt meer dan ooit de zin van mijn leven.
Terwijl we zachtjes samen praten, vloeien schaamteloze tranen over mijn en jouw wangen, maar gelukkig is de tijd voorbij dat alleen meisjes en vrouwen mochten wenen.
Steven is stilgevallen, zijn ogen zijn dicht, en plots voel ik feller dan ooit jouw moederlijke aanwezigheid, Marian, jouw adem die ons beiden omvat en voorstuwt en ons verder doet stappen, struikelen en kruipen over die oneffen paden die God voor ons heeft uitgetekend.

Ik ben het met je eens, Steven, moeders sterven niet echt ...

TERUG naar Hoofdmenu Gedicht 'Steven' Gedicht 'Marian'
Gedicht 'Degeneratie' Wie ben ik ? Gedicht 'Episode aan zee'
Gedicht 'Spiegels van de ziel' Gedicht 'Vriendschap' Gedicht'1November'
Gedicht 'Afscheid' Meditatie 'Herinnering' Familiefoto's
Gedicht 'Zwakheid Gedicht 'Tuin' Meditatie 'Geluk'
Gedicht 'Dromen' Gedicht 'Palliatieve eenheid'' Gedicht 'Handicap ?''

Sign My Guestbook  View My Guestbook

 
FastCounter by bCentral