GELOOF
Ziedaar, 't is klaar -
ik adem, ik werk, ik leef
en ik maak verzen.
Het leven en ik, we meten
elkaar met de blik
en ik vecht er tegen
op al mijn wegen.
Met het leven liggen we in strijd,
maar, geloof niet,
geloof niet
dat ik, alles ten spijt,
het leven haat.
Neen, mijn maat!
Zelfs, indien ik moet sterven,
en het moet derven,
het leven, hoe hard en brutaal
het ook is met zijn greep van staal,
ik zou er zo aan houden
het leven te behouden.
Veronderstel nu, dat men mij
de koord om nek lei
en mij zei:
"Wil je nog een uurtje leven?"
Onmiddellijk zou ik te kennen geven:
"Weg met de koord!" "Moord!"
zou ik slingeren in hun gezichten.
"Weg er mee, booswichten!"
Voor het Leven...
zou ik alles geven.
Al moest ik als testpiloot
in d'oneindige hemel;
of dat een trapraket mij afschoot
tussen het stergewemel.
Ik zou vertrekken -
alleen - gereed
om te ondekken
een verre planeet.
Ik zou dan nog even
van aandoening beven
bij het zien hoe blauw - gewis -
de hemel daarboven is.
Nog even te kunnen wikken
en over het gevoel beschikken
van nog te leven
en nog voort te kunnen leven.
Maar, stel u eens voor, dat
men mij zou ontnemen - wat?
Niets dan een grein
van mijn geloof;
ik zou schreeuwen om die roof en
jammeren en huilen van pijn,
als een panter-dodelijk getroffen.
't Ware voor mij het hoogste offer.
Dan, wat dan,
zou er nog van
mij blijven of resten,
na deze verplettering?
Een ware ontreddering!
Zo waar, als klaar
Van af dit pesten zou er mij
niets meer resten.
Mogelijks wilt ge het neerslaan
mijn geloof in de toekomst,
mijn vertrowen in morgen
om een leven vrij van zorgen
en van meer wijsheid balaan?
En hoe zoudt gij het aanvallen?
Met schroot of met ballen?
Neen! ongepast en orgetast,
een tevergeefs iets,
het dient tot niets!
Mijn geloof zit gepantserd
en diep geankerd,
kloek in mijn lijf
en de kogel die
door dit pantser drijft,
is not niet uitgevonden!
en zal nooit worden gevonden!
[HOME
PAGE] [VAPTSAROV
PAGE]
© 1998 Martin
Mitov