Home

Leerplan

Thema 1 2A

Thema 1 2B

Thema 1 2D

Thema 1 2E

Thema 2 2B

Thema 2 2D

Thema 4 2A

Thema 4 2B

Thema 4 2D

Thema 4 2E

Thema 5 2A

Thema 5 2D

Thema 5 2E

Thema 6 2B

Thema 6 2D

Thema 7 2A

Thema 7 2B

Thema 7 2D

Thema 7 2E

Thema 8 2A

Thema 8 2D

Thema 8 2E

Thema 9 2A

Thema 9 2B

Thema 9 2E

Thema 10 2B

Hit Counter

Thema 10 2B
Thema 10 De Bijbel

2 ILLO B

auteurs: Anke Segers, Ina Hansen, Vanesa Roethooft, Kathleen Paredis, Jan Fransen


Les 1

Beginsituatie ( inhouden, voortaken, werkvormen, leerlingenkenmerken, actualiteit, accommodatie,…)

Lln: - niet elk kind is gelovig en kerkbetrokken

- elk kind staat ergens op zijn weg in zijn menswording

Lk: - het is de eerste keer dat hij les geeft volgens het nieuwe leerplan

Omgeving: - er is voldoende plaats om deze les te geven

- er is een bord aanwezig dat we kunnen gebruiken

 

 

 

 

 

Doelen van de activiteit (cognitief, psychomotorisch, sociaal en affectief)

Van de lln wordt verwacht dat ze:

Algemeen doel:

Inzien dat mensen in hun verhaaltradities en "heilige" boeken een godsdienstige

kijk op het leven verwoorden en doorgeven.

Kerndoel:

Ontdekken hoe mensen in allerlei culturen verhalen vertellen om hun levenswijsheid

door te geven van generatie op generatie.

Uitbreiding:

Een fabel interpreteren als een levenswijsheid

 

Lesfasen en lesinhoud (Wat)

Didactische werkvormen, klasschikking, groepering

Introductie

Sfeerschepping.

Lln komen rond de tafel met boeken staan.

Wat zien jullie hier allemaal op de tafel staan?

Waaraan denken jullie bij het zien van deze boeken?

Welke verhalen vinden we terug in deze boeken? Zijn ze belangrijk?

 

Kern

Aanbreng van het verhaal.

Lkr leest het verhaal "De vos en de raaf" voor.

Dieper ingaan op het verhaal.

Hoe vonden jullie het verhaal?

Wat vonden jullie grappig, droevig,…?

Welke zijn de personages?

Wie vind je het sympathiekst?

Wat wilde de vos?

Geloofde de raaf de vos? + Waarom?

Zou jij hem vertrouwen? Waarom wel/niet?

Specifiėring van het verhaal.

Wie zou dit verhaal geschreven hebben?

Waarom? Welke betekenis?

Hoe komt het dat wij deze verhalen nu nog lezen?

Ken je nog andere verhalen van vroeger?

Kennen jullie dit boek? (lkr toont Bijbel)

Welke verhalen staan hier in? Hoe komt het dat wij deze verhalen nu nog lezen?

CONCLUSIE:

Belangrijke verhalen worden doorverteld van generatie op generatie. Veel verhalen zijn bewaard gebleven door het neerschrijven van dee verhalen.

D. Verhalen verder vertellen met gebaren.

Vroeger konden heel wat mensen niet schrijven, zij vertelden het met hun lichaam.

Lln kijken naar eens dans.

Wat zou deze dans betekenen?

 

Slot

Afronding.

Steek alles maar in de bank, want nu gaan we eten.

 

 

 

Opdrachtsvorm: klassikaal

Lln bekijken wat er op tafel ligt en antwoorden op de vragen van de lkr.

 

 

 

 

 

 

 

Voordrachtsvorm: verbaal aanbieden

Lkr leest het verhaal voor.

Opdrachtsvorm: klassikaal

Lkr stelt vragen en de lln mogen antwoorden

 

 

 

 

 

 

Opdrachtsvorm: klassikaal

Lkr stelt enkel vragen en de lln beantwoorden deze vragen.

Betekenis: laatje niet te snel misleiden, laat je niet te snel ompraten, wees niet lichtgelovig.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voordrachtsvorm: verbaal en aanschouwelijk aanbieden.

Lkr vertelt dit en laat de film bekijken.

 

 

 

 

Voordrachtsvorm: verbaal aanbieden

Lkr vertelt dit.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Les 2: Een lange geschiedenis van bewogen mensen (2)

Doelen van de activiteit (cognitief, psychomotorisch, sociaal en affectief)


Van de lln wordt verwacht dat ze:

- Algemeen doel: in verhalen uit het Oude Testament de godsdienstige zingeving van de joodse
geschiedenis onderkennen;


- Kerndoel: verkennen hoe het Exodusverhaal spreekt over Gods bevrijding van mensen in
alle tijden;

- Uitbreidingsdoel: het Exodusverhaal in verband kunnen brengen met de talrijke ‘vluchtelingen’
van onze tijd.

Informatiebronnen

Leerplan: Gebaseerd op het nieuwe leerplan godsdienst
Andere bronnen:
- De Bijbel, Willibrord vertaling, Katholieke Bijbelstichting Den Bosch, 1992, Ex. 1-40, p. 62-105.
- Poliak, M., Wie is wie in het Oude Testament, A’dam, Deltos Elsevier.

Lesinhoud:

 

I INTRODUCTIE

1 Sfeerschepping / aanknoping

A* Tafel met boeken (voorkennis oproepen)

- Organisatie:

De lkr vertrekt terug van de tafel met boeken die tijdens de vorige godsdienstles reeds klaarstond. De lln staan in een U-vorm rond de tafel.

- Uitvoering: De lkr neemt een bijbel en toont het a/d lln.

" Hoe noemen we dit boek? "

" Hoe is de bijbel ontstaan? "

- De lkr vertelt over de bijbel en toont de twee delen, nl. het Oude Testament
en het Nieuwe Testament.

'De bijbel'

Ontstaan van de bijbel:

Belangrijke verhalen werden doorverteld van generatie op generatie.

De gelovigen vonden de verhalen over God zo interessant dat ze deze

steeds doorvertelden en uiteindelijk hebben enkele personen (o.a. de

evangelisten) de verhalen opgeschreven. Deze verhalen werden samen-

gebundeld tot één boek: de bijbel.

B* Achtergrond van de bijbel:

De bijbel is het best verkochte boek ter wereld en wordt beschouwd als

Het Woord van God, geschreven door mensen, maar met goddelijke in-

spiratie. Hij bestaat uit 2 hoofddelen. Het Oude Testament en het Nieuwe

Testament. Het O.T. is de bijbel van de joden, het N.T. werd geschreven

door christenen. Beide bestaan op hun beurt uit een verzameling kleine

boeken.

C* De Exodus

Vandaag bespreken we 1 belangrijk verhaal uit de bijbel. Het is tegelij-

kertijd ook een boek uit de bijbel. De titel van het boek is 'De Exodus'.

- De lkr toont in de bijbel het boek 'Exodus'.

- Algemene vragen:

"Wat betekent 'Exodus'?"

"Welk volk heeft die uittocht gemaakt?"

"Wie heeft hen daar weggeholpen of bevrijd?"

"Waar gingen ze naartoe?"

'De Exodus'

Verklaring van de naam 'Exodus'

'Exodus' betekent uittocht. Het gaat over de uittocht van de slaven of de

Israėlieten (Hebreeėrs) uit Egypte naar het Beloofde Land o.l.v. Mozes.

II KERN

1 Verhaal vertellen: 'De Exodus:De uittocht uit Egypte'

Verhaal: tekst zie bijlage!

Videofragment uit de film: 'The prince of Egypt'

(Vanaf het moment waarop de laatste plaag over Egypte heerst, net
voor de uittocht door de Rietzee.)

2 Dieper ingaan op het verhaal

De lkr stelt de lln enkele inhoudsvragen.

-"Welk volk heeft Mozes gered uit Egypte?"

---> de Israėlieten of de Hebreeėrs die als slaven werkten in Egypte

- "Wie heeft Mozes deze opdracht gegeven?"

---> Mozes kreeg deze opdracht van God, van Jahwe

- "Op welke manier heeft Jahwe dat gedaan?"

---> het eerste teken was de brandende braamstruik (3 x teken)

- "Wat vinden jullie van Mozes?"

---> ... (moedig, kwam voor zijn eigen volk op, was gelovig, ...)

De lkr stelt specifieke vragen die aanleiding geven tot de kern v/h verhaal.

"Wat betekent het splijten van de zee?"

---> Er gaat een nieuwe wereld voor hen open. Ze zijn terug vrij.

Het is een nieuw begin...

De lkr koppelt de 'uittocht' aan een mogelijke 'verhuizing' van de lln.

"Heb je ook al eens meegemaakt dat je helemaal opnieuw moest
beginnen? Bv. door verhuizing"
"Vond je dat fijn? Waarom wel / niet?"

---> Eigen ervaring van de lln.

3 Actuele gebeurtenissen (actualisatie)

De lkr toont een prent over Kosovaarse vluchtelingen.

De lkr stelt algemene vragen over de prent.

"Wat zie je op deze prent?"

---> iemand met groot verdriet, pijn, ...

"Uit welk land zouden deze personen kunnen komen?"

---> uit een land waar oorlog, armoede, ... heerst

De lkr stelt enkele specifieke vragen.

"Welke gevoelens roept deze prent bij je op?"

---> medelijden, verdriet, ...

"Ben je al eens in contact gekomen met vluchtelingen?"
"Waar?" "Heb je met deze mensen gesproken? ..."

---> de lln vertellen over hun eigen ervaringen

"Weet je waar onlangs oorlog is geweest?"

---> Kosovo, Tsjetsjeniė (is nu nog bezig), ...

"Kun je er iets over vertellen?"

---> de lln vertellen

4 Stellingen

ą De lln steken een groene balpen in de lucht, wanneer ze ermee akkoord

gaan en een rode balpen wanneer ze er niet mee akkoord gaan.

1) 'Veel vluchtelingen komen naar ons land en willen er blijven wonen.'

2) 'Je krijgt nieuwe buren. Het zijn vluchtelingen (buitenlanders). Je wil er

niet bevriend mee zijn.'

3) 'Verhuizen voor ons betekent hetzelfde als het wegvluchten van de vluch-

telingen.'

III SLOT

Evaluatie:

De lkr stelt de lln enkele persoonlijke vragen i.v.m. het verloop van de les.

 

Les 3: Symbolen

 

Doelen van de activiteit (cognitief, psychomotorisch, sociaal en affectief)

Van de lln wordt verwacht dat ze:

Algemeen doel:

De betekenis van godsdienstige symbolen kunnen verwoorden en dat ze de symbolen herkennen.

Kerndoel:

De symbolen van andere culturen herkennen en verwoorden

Uitbreiding:

Symbolen in een raadsel kunnen terugvinden

Lesfasen en lesinhoud (Wat)

Didactische werkvormen, klasschikking, groepering

Introductie

Sfeerschepping

In onze vorige 2 godsdienstigelesjes hebben we het over symbolen en betekenissen gehad. Deze les gaan we in groepjes rond die symbolen en betekenissen werken.

 

Kern

Tafel 1

De lln hebben elk een voorwerp meegebracht die een speciale betekenis heeft voor hen. Eerst schrijven ze individueel op waarom zij dit meegebracht hebben en waarom dit zo speciaal is. Vervolgens neemt iemand een voorwerp van tafel en vraagt van wie dit is. Diegene die dit meegebracht heeft, vertelt wat hij opgeschreven heeft. Dan neemt iemand anders een ander voorwerp en dit doet men tot iedereen aan bod gekomen is.

Tafel 2

De lln luisteren naar verschillende muziekfragmenten en kleuren een vakje in. Dit kleuren gebeurt niet zo maar, maar ze moeten de kleur gebruiken hoe ze zich voelen als ze dat fragment horen.

 

Tafel 3

Op tafel liggen een aantal prenten van symbolen uit de bijbel. De lln zoeken de betekenis van de prent door te overleggen met elkaar.

Bv.: brood = gaf Jezus aan zijn lln de avond voordat hij stierf.

Andere symbolen: beker, water, zon, vuur, kruis.

Tafel 4

Op tafel ligt het boek "alle dagen feest" (= een boek overandere werelddelen) en verschillende symbolen. Zij moeten aan de hand van dat de symbolen onder de juiste godsdienst (islam, hindoeļsme, katholiek) leggen. De symbolen staan allemaal in dat boek. In dat boek moeten de lln ook de betekenis van dat symbool zoeken.

Tafel 5

Lln krijgen een werkblad met woordzoekers op. Lln losse, dit zelfstandig op.

 

Slot

Synthese

Lkr en lln bespreken tot slot klassikaal de symbolen uit de bijbel.

 

 

 

 

 

 

 

 

Voordractsvorm: verbaal aanbieden

Lkr vertelt dit.

 

 

 

 

 

Voordrachtsvorm: verbaal aanbieden

Lkr legt de verschillende tafels uit.

Opdrachtsvorm: klassikaal

Lln lossen de opdracht op: eerst schrijven ze hun mening op en wanneer hun voorwerp getrokken wordt, vertellen ze hun mening tegen de andere lln.

 

 

 

 

Opdrachtsvorm: klassikaal

Lln luisteren en kleuren de vakjes naargelang ze zich op dat moment voelen.

 

 

 

Opdrachtsvorm: klassikaal

Lln bespreken onderling de prenten ( in hun groepje). Op het einde van de les worden alle symbolen voor heel de klas besproken worden.

 

 

 

 

Opdrachtsvorm: klassikaal

Lln leggen de symbolen onder de juiste godsdienst en zoeken de betekenis van de symbolen in het boek.

 

 

Opdrachtsvorm: individueel

Lln lossen het werkblad zelfstandig op. Verbetering gebeurt achteraf door de lkr.

 

 

Gespreksvorm: klasgesprek

Lkr en lln bespreken de verschillende symbolen.