Home

Leerplan

Thema 1 2A

Thema 1 2B

Thema 1 2D

Thema 1 2E

Thema 2 2B

Thema 2 2D

Thema 4 2A

Thema 4 2B

Thema 4 2D

Thema 4 2E

Thema 5 2A

Thema 5 2D

Thema 5 2E

Thema 6 2B

Thema 6 2D

Thema 7 2A

Thema 7 2B

Thema 7 2D

Thema 7 2E

Thema 8 2A

Thema 8 2D

Thema 8 2E

Thema 9 2A

Thema 9 2B

Thema 9 2E

Thema 10 2B

Hit Counter

Thema 2: 2D
THEMA 2 Grenzen van het leven

auteurs: Tom Cartuyvels, Sara Houwaer, Lowie Christel, Claes Heidi

Hoofddoelen

Kinderen confronteren zich ermee dat de weg naar geluk geen rechtlijnige vervulling kent.

De leerlingen kunnen zowel positieve als negatieve ervaringen verkennen en uitwisselen : ervaringen van geluk, eigen mogelijkheden, groei, geborgenheid, speelsheid, gezelligheid,… en ook van kwetsbaarheid, ziekte, handicap, echtscheiding, onmacht, lijden, dood,… (dit kunnen eigen ervaringen zijn of getuigenissen van andere mensen) ;

De leerlingen kunnen kritisch bekijken hoe geluk en grenzen aan bod komen in de media : nieuwsberichten, reclame, soaps, talk-shows,… ;

De leerlingen kunnen de mogelijkheden en moeilijkheden verkennen van mensen met een handicap in het openbare leven

De leerlingen kunnen kritisch omgaan met ideaalbeelden.

 

Les 1

 

Doelen

De leerlingen kunnen beperkingen door middel van het uitvoeren van opdrachten ervaren.

De leerlingen kunnen verwoorden welke beperkingen er zich in de opdrachten schuil houden.

De leerlingen kunnen zich over beperkingen en grenzen in hun eigen dagelijks leven uiten.

A Inleiding

1 Boek : « Juul » Gregie de Maeyer

De leerkracht leest het verhaal van Juul aan de leerlingen voor met behulp van de prenten in het boek.

 

B Kern

2 Bespreking van het verhaal (klasgesprek)

De leerlingen mogen in het kort vertellen wat er gebeurt in het verhaal.

Ze uiten tevens hoe hun gevoelens t.o.v. het verhaal.

De leerkracht gaat nog niet in op het moraal van het verhaal !

3 Ervaren van beperkingen

De leerkracht deelt de leerlingen in in groepjes.

Elk groepje krijgt een opdracht. Ze krijgen een vijftiental minuten om de opdracht tot een goed einde te brengen.

Nadat de opdrachten uitgevoerd zijn, vertelt elk groepje vooraan in de klas wat hun uitdaging was en hoe ze dit ervaren hebben.

Bij elke opdracht wordt er besproken welke beperkingen er waren.

3.1 Opdracht 1 (groepswerk : 4 leerlingen)

Elke leerling in dit groepje krijgt één tekenblad en één kleurpotloodje. De leerlingen krijgen de opdracht om met dat ene kleurpotloodje een verscheidenheid van die kleur aan bod te laten komen in het kunstwerkje/tekening. Elke tekening azonderlijk moet een kunstwerkje worden. Maar als al de tekeningen tegen elkaar geplaatst worden,

moet dit één geheel vormen (een kunstwerk).

Beperking : - eigen mogelijkheden ® mogelijkheden van de groep

- materiaal

3.2 Opdracht 2 (groepswerk : 6 leerlingen)

Bij deze opdracht zijn er twee goepjes van drie leerlingen. Eén lid van de groep moet telkens iets uitbeelden (opdrachtkaart) zonder iets te zeggen. De andere groepsleden moeten het TV-programma, zegswijze, titel boek,… proberen te raden. Er staat een tijdslimiet op van 2 min. Als de groepsleden het dan nog niet geraden hebben, mag de andere groep antwoorden.

Beperking : - handicap : niet spreken

3.3 Opdracht 3 (groepswerk : 4 leerlingen)

Bij deze opdracht krijgen de leerlingen een hoop oude kleren. Twee van hen moeten naar een feest gaan. Het is niet zomaar een feest, want al de mensen die er naartoe zullen gaan zijn zeer rijke lui. Ze dragen extra-vagante kleding om in de schijnwerpers te kunnen lopen. De leerlingen moeten nu kledingsstukken samenstellen door er eventueel in te snijden, aan elkaar te nieten,… en zo iets nieuws te ontwerpen. Hoe gekker hoe beter !

Beperking : - geld/kleding

- fantasie ?

 

3.4 Opdracht 4 (groepswerk : 6 leerlingen)

Bij deze opdracht moeten de leerlingen een feestje organiseren voor 50 mensen. Ze krijgen maar een beperkt budget om alle benodigdheden te kopen. Ze krijgen een aantal reclamefolders en een rekenmachine.

Beperking : - geld

3.5 Opdracht 5 (groepswerk: 2 leerlingen)

Twee leerlingen mogen "Memory" spelen. Om de beurt draaien ze twee kaartjes om. Als het dezelfde zijn, mogen ze de kaartjes houden en opnieuw twee kaartjes omdraaien. Wie het meest kaartjes heeft wint.

Beperking: - geheugen

- geluk

4 Andere beperkingen (klasgesprek)

De leerkracht schrijft een aantal trefwoorden aan bord(geluk, geborgenheid, groei, verkeer, onmacht, echtscheiding,…). De leerkracht houdt samen met de leerlingen een klasgesprek rond die trefwoorden i.v.m. de beperkingen die er zich in schuil houden.

C Slot

5 Wat hebben we nu ingezien door deze les ?

De leerlingen mogen verwoorden wat hen is bijgebleven in deze les en welke nieuwe inzichten ze misschien gevormd hebben.

 

Les 2

Doelen

De leerlingen kunnen een diepgaand gesprek voeren over hoe mensen omgaan met hun beperkingen.

De leerlingen beseffen hoe belangrijk de rol van de media is in het bepalen van het ideaalbeeld in de maatschappij.

De leerlingen kunnen zich uiten hoe zij staan t.o.v. de dood als beperking.

 

A Inleiding

Gedicht "Freekie"

De leerkracht leest het gedicht voor.

De leerlingen mogen hun gevoelens uiten over dit gedicht.

B Kern

 

Beperking: zware handicap (klasgesprek)

De leerlingen krijgen een krantenartikel over zwaar mentaal gehandicapten.

De tekst wordt hardop gelezen door de leerlingen.

De leerkracht houdt nu met de leerlingen een klasgesprek over dit artikel.

De leerkracht stuurt het gesprek met een aantal gerichte vragen:

Hebben deze mensen ook beperkingen?

Hoe belangrijk zijn die schilderijen voor deze mensen?

Enkel een geldwaarde?

Ken jij ook iemand met een handicap?

Hoe gaat hij/zij om met deze beperking(en)?

Beperking: volslankheid

De leerkracht toont afbeeldingen van een aantal bekende mensen (slanke, jonge mensen).

De leerkracht vraagt aan de leerlingen wat we kunnen zeggen over de lichaamsbouw van de mensen die op TV komen.( Zij vormen een ideaalbeeld)

De leerkracht houdt een kort klasgesprek over dit onderwerp onderwerp met de leerlingen.

De leerkracht stuurt dit gesprek met een aantal gerichte vragen:

Waarom krijgen we zelden volslanke mensen op de televisie of tijdschriften te zien?

Heeft de media invloed op de maatschappij?

Welke gevolgen heeft dit voor de maatschappij?

Zijn mensen die zwaarlijvig zijn minderwaardig?

Ken jij misschien iemand die volslank is?

Hoe gaat hij/zij hiermee om?

De leerlingen krijgen elk een tekst over volslanke mensen en hoe zij omgaan met hun "beperking", hoe zij dit taboe willen doorbreken.

De leerkracht vraagt aan de leerlingen hoe deze mensen omgaan met hun "beperking".

Beperking: Ziekte (Klasgesprek)

De leerkracht laat korte fragmenten zien uit de Levenslijn actie rond astma. Hierin komt o.a. het levensverhaal aan bod van Frederick De Burggraeve.

De leerkracht wijst op de rol van de media en haar houding.

Beperking: Dood (confrontatie: klasgesprek)

De leerkracht houdt samen met de leerlingen een klasgesprek over dit onderwerk.

De leerkracht stuurt het gesprek met gerichte vragen:

Is de dood voor jou een beperking?

Als iemand sterft, van wie je heel veel houdt, is de dood dan een beperking om deze nog verder graag te zien?

Hoe ga jij om met deze beperking?

Is de dood een beperking van het leven?

Hoe stel jij je deze beperking voor?

De leerkracht plaats de verschillende visies naast elkaar. Het mag geen discussie worden. Het is tevens niet de bedoeling dat de leerlingen elkaars inzichten gaan opdringen.

C Slot

Boek "Juul"

De leerkrachten vraagt aan de leerlingen of ze nu hetzelfde inzicht hebben i.v.m. het verhaal van "Juul".

De leerlingen mogen hun inzichten hierover verwoorden.

De leerkracht vraagt aan de leerlingen wat we nu uit deze twee lessen kunnen besluiten.