Home

Leerplan

Thema 1 2A

Thema 1 2B

Thema 1 2D

Thema 1 2E

Thema 2 2B

Thema 2 2D

Thema 4 2A

Thema 4 2B

Thema 4 2D

Thema 4 2E

Thema 5 2A

Thema 5 2D

Thema 5 2E

Thema 6 2B

Thema 6 2D

Thema 7 2A

Thema 7 2B

Thema 7 2D

Thema 7 2E

Thema 8 2A

Thema 8 2D

Thema 8 2E

Thema 9 2A

Thema 9 2B

Thema 9 2E

Thema 10 2B

Hit Counter

Thema 5 2A
2 ILLO A

auteurs: Grobben Patrick, Monique Steensels, Kuypers Sofie, Smits Wendy, Anne Magelinckx

 

DEELTHEMA: De vijf wereldgodsdiensten

Zie nieuw leerplan: p 200 (5.2.3.5)

Beginsituatie:

De lessen werden in een katholieke school gegeven in het vijfde leerjaar.

De lln kennen de namen van enkele andere godsdiensten.

De lessen werd gegeven tijdens de eerste les godsdienst na de paasvakantie.

Doelstellingen:

Kinderen verkennen kritisch de verscheidenheid aan godsdiensten en levensbeschouwingen in hun eigen omgeving en in de grote wereld.(C )

Kinderen kunnen hun eigen betrokkenheid in de kerk verwoorden. (DA)

Kennis maken met mensen die een trekkersrol betekenden voor de respectievelijke wereldgodsdiensten. (C )

Kinderen verkennen hoe christenen gemeenschap vorm(d)en rond het evangelie van Jezus.

Op zoek gaan naar tekenen van aanwezigheid van andere geloofsgemeenschappen in hun omgeving (C )

De beleving en enkele rituelen van de vijf wereldgodsdiensten verkennen en verwoorden. (C )

Kritisch respect opbrengen voor de bewogenheid waarmee mensen hun godsdienst en levensbeschouwing beleven. (DA)

Bronnen:

De informatie over de verschillende wereldgodsdiensten heb ik gehaald uit de boeken van de reeks ‘De wereld van de …’

Bahree Patricia, reeks: Godsdiensten van de wereld, Clavis, 1982

(‘De wereld van de joden’; ‘De wereld van de molims’; ‘De wereld van de christenen’; ‘De wereld van de boeddhisten’; ‘De wereld van de hindoes’)

 

 

Fasering van het leerproces:

LES 1: VERKENNEN EN AANKNOPINGSPUNTEN ZOEKEN

 

Specifieke doelstellingen:

Lln zijn bereid om samen in een groepje zoveel mogelijk antwoorden op te zoeken. (DA)

Lln verwoorden tekens van de verschillende godsdiensten uit hun directe omgeving. (DA)

De lln verkennen de vijf wereldgodsdiensten. (C )

De lln kunnen de naam van een godsdienst bij het juiste teken plaatsen. (C )

De lln hebben respect voor de verschillende godsdiensten, het materiaal en de boeken die ter beschikking worden gesteld. (DA)

De lln respecteren de gemaakte afspraken. (vb: tijd per tafel, één leider per groep, …)

 

LESGANG EN LESINHOUD

DID. WERKVORMEN

INTRODUCTIE

Benoemen van eigen godsdienst

Wij zijn christenen

Wij maken een kruisteken als teken van het kruis waaraan Jezus genageld werd

Jezus was het grote voorbeeld, de leider, de stichter van het christendom. Hij is de christus.

Er zijn nog andere gelovigen:

- joden

- boeddhisten

- hindoes

- moslims

Wij gaan nu tijdens de twee godsdienstlessen van deze week wat meer opzoekingswerk verrichten over deze godsdiensten

Deze les gaan jullie aan de ontdektafels vraagjes oplossen . De antwoorden gaan we dan op het einde van deze les en het begin van volgende les overlopen en nadien gaan we een soort quiz houden.

INSTRUCTIE

Opzoeken van antwoorden op MOET- en/of MAG-vragen

Werkbladen: zie verder

 

 

 

 

 

 

 

 

Overlopen van antwoorden

Antwoorden: zie boeken van ‘ De wereld van de …’ (zie bronvermelding)

SLOT

Afsluiting van de les

 

 

(klasgesprek)

Wie is er met Pasen naar de kerk geweest?

Hoe worden wij gelovigen genoemd?

Aan welk teken kan je een christenen herkennen? Welk teken maak je in het begin en op het einde van een eucharistieviering?

Wat stelt dit kruisteken voor?

Wie was dus het grote voorbeeld voor onze godsdienst?

Zijn er op de wereld alleen maar christenen?

Bestaan er nog andere gelovigen?

Welke andere grote gelovigengroepen ken je nog ?

 

Lkr hangt symbolen van de vijf wereldgodsdiensten op bord en hangt de naam van de godsdienst eronder

Lln mogen zelf groepjes kiezen van drie lln

De groepjes blijven ook behouden tijdens de quiz in de volgende les

Banken worden verschoven

Aan elke tafel gaat ongeveer 7 minuten gewerkt worden

Lln moeten eerst MOET-vragen oplossen en dan MAG-vragen

De groepen krijgen een cijfer naargelang het meeste opgeloste antwoorden. Dit is al een aanzet voor de quiz (3 punten voor meeste, 2 punten voor op een na meeste, 1 punt voor die daarna)

Ontdektafels worden klaargezet

Lln zijn op de hoogte dat het om een competitieles gaat

Groepsleider wordt aangeduid

Antwoorden worden in potlood geschreven

(groepswerk)

(OLG)

antwoorden worden in pen ingevuld

antwoorden komen op bord

 

lln geven bundeltje af aan lkr

 

WERKBLADEN:

 

 

Ik bevind me aan de tafel van ……………………………..

 

MOET- VRAGEN:

Hoe heten de volgelingen van deze godsdienst?

Hoe heet het heilig boek van deze godsdienst?

Hoe heet het gebouw waar de eredienst plaatvindt?

Wie is dé stichter of belangrijke figuur van deze godsdienst?

 

MAG-VRAGEN:

Wat zijn monniken?

Wie zijn de evangelisten?

Wat betekent het woord ‘Messias’?

Aanwie heeft Jezus de naam ‘Petrus’ gegeven? Wat betekent ‘Petrus’?

 

Wat betekent het woord ‘Kerk’?

De bijbel bestaat uit 2 grote delen. Welke?

Welke zijn de 7 sacramenten?

 

 

Gebruik het woord ‘kathedraal’ in één zin zodanig dat de betekenis ervan duidelijk wordt.

 

Wat gebruiken veel christenen bij het bidden?

 

Geef de naam van een heilige. Wanneer wordt iemand heiligverklaard?

 

 

 

 

Ik bevind me aan de tafel van ……………………………..

 

 

MOET- VRAGEN:

Hoe heten de volgelingen van deze godsdienst?

Hoe heet het heilig boek van deze godsdienst?

Hoe heet het gebouw waar de eredienst plaatvindt?

Wie is dé stichter of belangrijke figuur van deze godsdienst?

 

MAG-VRAGEN:

Welke zijn de vijf beloften om goed te kunnen leven?

 

 

 

 

 

 

 

Welke dieren staan afgebeeld in het midden van ‘het wiel van het leven’?

 

Wat is een mantra en waar worden ze op gegraveerd?

 

 

Wat is meditatie?

 

 

Om welke leeftijd gaan jongetjes in het klooster voor een paar maanden?

Wat is een Dalai Lama?

 

 

Hoe heet de Japanse vorm van deze godsdienst?

Monniken doen veel aan schoonschrijven. Ze gebruiken daarbij ………………………. en ……………………………

Welke mudra of handeling (A B C of D) laat iemand zien die lesgeeft op pagina 34 van het boek ‘De wereld van de boeddhisten’?

Dankzij welke twee toestellen weet men nu in onze landen ( het Westen) meer over deze godsdienst dan vroeger ?

 

 

 

Ik bevind me aan de tafel van ……………………………..

 

 

MOET- VRAGEN:

Hoe heten de volgelingen van deze godsdienst?

Hoe heet het heilig boek van deze godsdienst?

Hoe heet het gebouw waar de eredienst plaatvindt?

Wie is dé stichter of belangrijke figuur van deze godsdienst?

 

MAG-VRAGEN:

Hoe heet de Allerhoogste God die de volgelingen vereren?

Hindoegoden en hindoegodinnen hebben vaak veel ………………………...

Dit is het teken dat ze …………………….. zijn dan de gewone mensen.

Wat is ‘het kastenstelsel’?

 

Wie vormen de hoofste kaste in India?

Welke zijn de vier periodes in het leven van een volgeling?

 

 

Wat doen de volgelingen van deze godsdienst om te laten zien dat de geboorte van een baby een speciale gebeurtenis is?

 

 

Hoe wordt de naam van een baby gekozen?

 

 

Hoe heet de belangrijkste plechtigheid tijdens de kinderjaren van een jongen?

Welke dieren zijn heilig in deze godsdienst en waarom ?

 

Waar wonen de goden volgens de volgelingen van deze godsdienst?

 

 

 

 

 

Ik bevind me aan de tafel van ……………………………..

 

 

MOET- VRAGEN:

Hoe heten de volgelingen van deze godsdienst?

Hoe heet het heilig boek van deze godsdienst?

Hoe heet het gebouw waar de eredienst plaatvindt?

Wie is dé stichter of belangrijke figuur van deze godsdienst?

 

MAG-VRAGEN:

Waar of niet waar: bestaat er een joods ras?

Wat is de betekenis van ‘ het eeuwige licht’ dat altijd brandt in de synagoge?

 

Som de speciale kledingsstukken op die de volgelingen soms aandoen bij het bidden.

 

 

Welke dieren mogen de volgelingen wel eten?

 

Hoeveel namen krijgt een kind bij de geboorte?

 

Hoe heten de 2 soorten scholen waar een joods kind les volgt?

 

Wat maakt de joodse bruidegom express kapot bij de huwelijksplechtigheid?

Wat is de sabbat? Op welke dag van de week begint de sabbat?

 

 

Hoeveel kaarsen kan men in totaal op een rij zetten op de kandelaar die gebruikt wordt tijdens het feest ‘Chanoeka’?

Hoe heet de schotel met bijzonder voedsel die op tafel staat tijdens het paasfeest? Geef 3 dingen die erop liggen

 

 

 

 

Ik bevind me aan de tafel van ……………………………..

 

 

MOET- VRAGEN:

Hoe heten de volgelingen van deze godsdienst?

Hoe heet het heilig boek van deze godsdienst?

Hoe heet het gebouw waar de eredienst plaatvindt?

Wie is dé stichter of belangrijke figuur van deze godsdienst?

 

MAG-VRAGEN:

Welke zijn de vijf beloften om goed te kunnen leven?

 

 

 

 

 

 

 

Welke dieren staan afgebeeld in het midden van ‘het wiel van het leven’?

 

Wat is een mantra en waar worden ze op gegraveerd?

 

 

Wat is meditatie?

 

 

Om welke leeftijd gaan jongetjes in het klooster voor een paar maanden?

Wat is een Dalai Lama?

 

 

Hoe heet de Japanse vorm van deze godsdienst?

Monniken doen veel aan schoonschrijven. Ze gebruiken daarbij ………………………. en ……………………………

Welke mudra of handeling (A B C of D) laat iemand zien die lesgeeft op pagina 34 van het boek ‘De wereld van de boeddhisten’?

Dankzij welke twee toestellen weet men nu in onze landen ( het Westen) meer over deze godsdienst dan vroeger ?

 

 

 

LES 2: VERDIEPEN EN CONFRONTEREN

Specifieke doelstellingen:

De lln kunnen van de vijf wereldgodsdiensten volgelingen, het gebouw van de eredienst, het heilig boek en de stichter (of belangrijk persoon) benoemen. (C )

De lln vullen hun werkblad ordelijk in. (DA)

De lln kunnen van de vijf wereldgodsdiensten een paar specifieke kenmerken opnoemen. (vb: ritulen, kledij, …) (C )

De lln hebben respect voor de verschillende godsdiensten. (DA)

LESGANG EN LESINHOUD

DID. WERKVORMEN

INTRODUCTIE

Benoemen van de vijf wereldgodsdiensten

Er bestaan vijf grote wereldgodsdiensten

- christendom

- jodendom

- boeddhisme

- hindoeïsme

- islam

INSTRUCTIE

Invullen van correcte antwoorden

Antwoorden: zie boeken ‘ De wereld van de …’ (zie bronvermelding)

SLOT

Afsluiting van de les

 

 

 

Lln benoemen de verschillende wereldgodsdiensten en linken ze bij het juiste teken.

Lkr hangt namen en tekens op bord.

 

 

 

 

 

 

 

Lkr schrijft antwoorden op bord.

Lkr toont de prenten nogmaals, het materiaal (vb een boeddha, de koran, …)

 

LES 3: VERWERKEN EN INTEGREREN

 

Specifieke doelstellingen:

De lln stellen op een creatieve manier een wereldgodsdienst voor. (C)

De lln zijn gemotiveerd voor een quiz. (DA)

De lln houden zich aan de regels van de quiz. (DA)

LESGANG EN LESINHOUD

DID. WERKVORMEN

INTRODUCTIE

Sfeerschepping en aanknopingspunt van vorige les

INSTRUCTIE

Herhalen van leerstof op een creatieve manier

Maak per groepje een voorstelling van de opgegeven wereldgodsdienst. Je mag antwoorden van de MOET- en MAG-vragen tekenen, schrijven, … op dit behangpapier.

 

 

Evaluatie

Ik vind de voorstelling van … mooi omdat …

 

Op een speelse manier (in de vorm van een quiz) de leerinhoud herhalen

Leerinhoud en werkbladen: zie bijlage in eerste les

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SLOT

Afsluiting van de les

 

 

 

 

 

 

 

(groepsopdracht)

Bundeltje wordt opnieuw genomen

Lln gaan in hun groepje zitten

Per groepje krijgen ze een stuk behangpapier

Elk groepje werkt een wereldgodsdienst volledig uit adhv de MOET- en MAG-vragen van de werkbladen

Een aangeduide ll binnen een groepje schrijft de antwoorden van het werkbundel op het behangpapier

(lln krijgen 15 minuten de tijd)

 

 

Het groepje met de meeste juiste antwoorden (al dan niet juiste) tijdens les 1 krijgt 5 extra verdiende punten voor de quiz, het groepje met net iets minder juiste antwoorden krijgt 4 extra punten, …

quiz begint de laatste 15 à 20 minuten van de les

punten worden toegekend dmv streepjessysteem

lln mogen per groepje zelf kiezen van welke godsdienst ze een vraag willen

lkr gebruikt de volgorde van de letterlijke vragen van de werkblaadjes

verschillende wereldgodsdiensten staan met hun naam op het bord geschreven

lkr zet achter elke godsdienst het cijfer met de resp groep om aan zo te kunnen bijhouden dat elke groep van elke godsdienst minstens een vraag neemt

indien een groep het antwoord niet weet wordt de vraag aan de volgende groep in wijzerzin gevraagd

de winnaar is diegene met de meeste streepjes

 

 

Behangpapier van elk groepje wordt opgehangen in de catechesehoek

Plaatsen van materiaal in de godsdiensthoek.

 

 

 

EVALUATIE:

Ik heb maar twee lessen van de drie kunnen geven omdat ik maar beschikte over 100 minuten. (Ik heb les1, een deel van les 2 en les 3 gegeven.)

Tijdens mijn eerste les heb ik zelf niet veel moeten doen. De activiteit lag bij de kinderen. Ik heb gewoon heel even uitgelegd wat de bedoeling was van de komende godsdienstlessen en nadien was alle tijd van de godsdienstles besteed aan opzoekwerk door de lln. Ik begeleidde tussen de groepjes indien er vragen of moeilijkheden waren.

Het waren fijne lessen omdat ikzelf veel heb bijgeleerd over de godsdiensten, over de manier van werken van de lln tijdens ondektafels en omdat ik de lln heel gemotiveerd heb kunnen laten opzoeken om iets bij te leren.

Ik heb in deze lessen ook aandacht willen richten op aspecten van taal: namelijk belangrijke zaken scheiden van minder belangrijke zaken tijdens het zoekwerk, opzoeken in naslagwerken,…

Ook mbt wereldoriëntatie: namelijk de lln laten ervaren van tekens in de omgeving van verschillende godsdiensten, vertellen van een bezoek aan moskee tijdens vakantie, …

De lln waren heel gemotiveerd bij het opzoekwerk omdat ze wisten dat ze meer punten kregen (bij het begin van de quiz) als ze aan meer vragen gewerkt hadden.

Op vele vragen hadden de lln een verkeerd antwoord gevonden. Toen dacht ik dat ik misschien beter de woordjes die ze moesten invullen op de vragen bovenaan het blad had moeten vermelden. Ik heb het daar met mijn stagementor over gehad en ze zei dat ik dat het beter zo was omdat anders de lln willekeurig de woorden zouden ingevuld hebben.

De tijd per tafel (7 minuten) was vrij kort maar het had ook zijn voordelen. De lln waren extra gemotiveerd om door te werken omdat ze wisten dat ze dan meer punten zouden krijgen bij het begin van de quiz. Er werd binnen de groep spontaan gedaan aan verdeling van het werk. (vb: iemand schrijft, de andere zoekt op, de andere herhaalt het te schrijven antwoord, …) De lln waren ook gemotiveerd omdat ze hun eigen groepje mochten kiezen.

Na de eerste tafel heb ik even alles stilgelegd om met de lln te reflecteren over de manier van opzoeken. De voordelen, nadelen overlopen en andere manieren aangegeven. Dit had als gevolg dat tijdens de tweede tafel gemiddeld iets meer vragen konden ingevuld worden.

De boeken van de reeks over de godsdiensten van de wereld (zie bronvermelding) bevatten

een duidelijke structuur en opzoekmogelijkheid.

Ikzelf heb wat moeilijkheden gekend tijdens de kwis. Ik had mijn afspraken op een bepaald moment zelf overtreden maar had het niet gemerkt toen ik het aan het zeggen was. Duidelijk afgelijnde afspraken in samenspraak van de lkr en lln , moeten in acht genomen worden!