Home

Leerplan

Thema 1 2A

Thema 1 2B

Thema 1 2D

Thema 1 2E

Thema 2 2B

Thema 2 2D

Thema 4 2A

Thema 4 2B

Thema 4 2D

Thema 4 2E

Thema 5 2A

Thema 5 2D

Thema 5 2E

Thema 6 2B

Thema 6 2D

Thema 7 2A

Thema 7 2B

Thema 7 2D

Thema 7 2E

Thema 8 2A

Thema 8 2D

Thema 8 2E

Thema 9 2A

Thema 9 2B

Thema 9 2E

Thema 10 2B

Hit Counter

Thema 5 2D
Thema 5 : Bewogen en zoekende mensen vinden elkaar: Kerk – andere godsdiensten

2 illo d

auteurs: Joke Hellemans, Ilse Hayen, Liesbeth Werckx, Bart Wijgaerts

 

 

Doelstelling:

Kinderen kunnen nadenken en spreken over het belang van mensen bij wie zij zich thuis voelen. (Leerplan pag. 202 nr. 2)

Les 1

Titel: Zich thuis voelen

 

Concrete doelen:

Van de lln wordt verwacht dat ze:

ontdekken dat de stap naar de grote wereld heel spannend kan zijn, maar ook pijn kan doen

zich expressief kunnen uiten

durven participeren in het klasgesprek over grote stappen

hun eigen mening durven verwoorden op het werkblad

Werkwijze:

1. Inleiding

Voorlezen of vertellen

(lkr leest het verhaal voor of vertelt het verhaal)

Verhaal over Ine die niet kan beslissen of ze zich wil laten dopen.

2. Kern

2.1 Toneel

Dramatiseren

(lln spelen de opgegeven situatie in groepjes van 3 ΰ 4 lln)

Ieder groepje krijgt een situatie die jullie na 5 min. inoefenen naar voor moeten brengen.

Wat vond je van het toneeltje?

Zou jij je ook zo gevoeld hebben?

2.2 Bespreking

Klasgesprek

(lkr en lln bespreken de verschillende situaties. Klasschikking: kring)

Wat gebeurt er in al de toneeltjes?

Hoe voel jij je als je zo een grote stap moet zetten?

Ben je ook trots op jezelf als je een grote stap hebt gezet?

Welke grote stap ga jij binnen kort zetten?

Krijg je hulp van anderen om een grote stap te zetten? Van wie? Hoe voel jij je daarbij?

 

2.3 Verwerking

Individuele oefening

(lln vullen een werkblad in)

Wat vond je van dit werkblad?

Waarom?

 

3. Slot

Verbaal aanbieden

(lkr leest het gebed voor)

 

 

Naam: ……………………..

Klas:……………………...

Datum: ……………………..

 

 

 

KRUIS OF MUNT?

Elke dag zijn er zoveel dingen te kiezen. Het begint al bij het ontbijt: cornflakes of brood? En de kleur van je T-shirt: blauw of rood? Er zijn natuurlijk ook veel belangrijkere beslissingen dan deze. Gelukkig moet je die niet zo vaak nemen.

 

Gemakkelijk of moeilijk?

Geef elk vakje de passende kleur: groen als de beslissing gemakkelijk is, oranje als je aarzelt en rood als je echt niet kunt beslissen.

Je muziekinstallatie houden of vervangen door een nieuwe

met geld van je spaarrekening.

Lid worden van een jeugdbeweging of van een sportvereniging

tijdens het weekend.

Vooruitwerken tijdens de week of alle schoolwerk bewaren

voor tijdens het weekend.

Je zakgeld sparen of ermee naar de film gaan.

 

Je communie doen of niet.

 

Merkkleding kopen of goedkope kleding.

 

Zelf nieuwe vrienden maken of wachten tot zij naar jou komen.

 

In de klas samenwerken met deze leerling of met een andere.

 

…

Kruis de bolletjes aan als ze met jouw gedrag overeenstemmen.

Om een beslissing te nemen:

krijg je graag raad van iemand anders

wacht je om te zien wat de anderen doen

kies je meteen, volgens wat je gevoel je ingeeft

stel je duizend vragen om zeker te zijn dat je met kennis van zaken beslist

………………………………………………………………………………

 

Is het volgens jou belangrijk om een vrije keuze te kunnen maken?

Antwoord met ja of neen en geef uitleg waarom.

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

 

Heb jij ooit al eens spijt gehad van een beslissing?

Ja O Neen

Leg uit.

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

 

Hier volgen een aantal persoonlijke eigenschappen. Welke zijn nodig om goede beslissingen te kunnen nemen?

Omcirkel ze.

Besluiteloos

Vastberaden

Beοnvloedbaar

Doortastend

Twijfelachtig

Rechtuit

Lichtgelovig

Kritisch

Goedgelovig

Thema 5: Bewogen en zoekende mensen vinden elkaar: Kerk – andere godsdiensten

Doelstelling:

Kinderen kunnen nadenken en spreken over het belang van mensen bij wie zij zich thuis voelen. (Leerplan pag. 202 nr. 2)

Les 2

Titel: De moeite waard.

 

Concrete doelen:

Van de lln wordt verwacht dat ze:

leren opkomen voor wat zij de moeite waard vinden, vooral als anderen moeite hebben om hen te begrijpen of te accepteren

aandachtig kunnen luisteren naar het verhaal van Martin Luther King

kunnen verwoorden voor wie M.L. King opkwam

kunnen verwoorden op welke manier M.L. King voor die mensen opkwam

het werkblad zelfstandig kunnen invullen

Werkwijze:

1. Inleiding

Verbaal aanbieden

(lkr vertelt wat zij/hij de moeite waard vindt)

Vorige les hebben we het over de grote stappen die je in je leven neemt gehad.

Opkomen voor wat jij gelooft is ook een grote stap in leven.

 

2. Kern

2.1 Waarin geloof ik echt en durf ik hiervoor opkomen?

Kringgesprek

(lln schrijven op wat zij de moeite waard vinden. Dit komt in de kring. 1 lln raadt van wie het is, deze zegt waarom hij het geschreven heeft)

Heb jij al ooit in iets gelooft / iets meegemaakt wat jij de moeite waard vond en wat anderen niet respecteerden?

Wat? (lln noteren dit op een blad)

Door wie werd jouw mening niet gerespecteerd?

Hoe voelde jij je daarbij?

Door wie werd jouw mening wel gerespecteerd?

Hoe voelde jij je daarbij?

 

 

 

2.2 Ben ik een Martin Luther King-type?

Verbaal aanbieden: voorlezen / klasgesprek

(lkr leest het verhaal voor. Daarna volgt een klasgesprek.)

Waarin geloofde M.L.K.?

Kwam hij op voor zijn mening? Hoe deed hij dat?

Werd zijn geloof gerespecteerd? Door wie wel? Door wie niet?

Wat vind jij zelf van het optreden / de moed van M.L.K.?

Door wie werd hij gesteund? Wie steunde M.L.K. zelf?

Hoe voelden de mensen zich bij zijn steun?

Wat gebeurde er met M.L.K.

Ken jij nog mensen die zo expliciet opkwamen voor wat zij geloofden? Wie?

Ben jij een M.L.K.-type / iemand die opkomt voor datgene waar hij in gelooft?

 

2.3 Verwerking

Individuele opdracht

(de lln lossen het werkblad op. Eventueel wordt het werkblad nog klassikaal verbeterd.)

 

3. Slot

Klasgesprek

Wil er iemand nog iets vertellen over zijn droom?

 

 

 

 

 

DE DROOM VAN MARTIN LUTHER KING

 

 

1955 : Amerika

Er leven blanken en kleurlingen, onder wie veel zwarten. De zwarten wonen in slechte huizen. Hun loon op de fabriek is maar de helft van dat van de blanke. Ze moeten daarbij nog het zware, vuile werk verrichten. Blanke moeders verbieden hun kinderen met zwarte kinderen te spelen. In veel restaurants en herbergen hangt een bordje : « Negers niet toegelaten ». Op de bus moeten ze achteraan plaatsnemen. Ze worden uitgescholden voor « nikkers » en « zwarte apen ». De zwarten zijn maar mindere mensen, vinden de blanken.

1 december 1955 

De zwarte Rosa Parks neemt achteraan plaats in de bus na een dag hard zwoegen. De bus zit vol. Bij de volgende halte stappen zes blanken in. De buschauffeur gebiedt de zwarten hun plaats af te staan aan de blanken. Drie zwarten staan meteen op en gaan helemaal achterin de bus zitten. Alleen Rosa Parks weigert haar plaats af te staan. De buschauffeur roept twee politieagenten die Rosa Parks meenemen naar de gevangenis.

‘s Anderdaags wordt de zwarte dominee Martin Luther King van het voorval op de hoogte gebracht. ‘s Avonds vindt er in zijn kerk een vergadering plaats. De zwarten beslissen de bussen niet meer te gebruiken. Martin Luther King stelt een brief op die de zwarten in de stad op de hoogte moet brengen van het plan. Reeds de volgende morgen lezen de zwarten de brief.

5 december 1955

Om half zes zit Martin Luther King zijn koffie te drinken. Opeens hoort hij zijn vrouw Coretta roepen : « Martin, Martin, kom gauw ! » Ze wijst naar de bussen die voorbij rijden. De eerste bus is leeg, de tweede is ook leeg, de derde vervoert twee blanken, maar geen zwarte. Het plan slaagt !

De zwarten rijden naar hun werk met de auto’s van vrienden. Maar de meesten moeten uren en uren te voet gaan. Ondanks de pijn in hun benen, houden ze vol. Hun grote leider is Martin Luther King die hun moed inspreekt, die hun zegt geen geweld te gebruiken, die hun zegt de blanken ook lief te hebben.

Hun actie duurt 382 dagen tot het stadsbestuur beslist geen aparte plaatsen meer te voorzien voor de zwarten in de bussen. De busmaatschappij moet uiteindelijk wel toegeven omdat ze veel minder geld verdient dan vroeger.

Van dan af werkt Martin Luther King zeer hard voor zijn mensen. Hij is hun grote voorbeeld. In zijn kerkje spreekt hij de zwarten moed in. Hij vertelt hun dat zij ook vrij moeten zijn, dat zij ook een trots hebben. Overal spreekt hij de zwarten toe. In zijn gebed vraagt hij de kracht van God. Samen met de zwarten gaat hij de straat op, voert hij actie. Telkens wijst hij hun erop dat ze geen geweld mogen gebruiken.

Dank zij Martin Luther King weten de zwarten dat ze ook mensen zijn en geen beesten. Zo dachten ze vroeger. Ze vonden het vroeger normaal dat ze hard moesten werken, dat ze in slechte huizen woonden, ... nu niet meer. Dank zij Martin Luther King zijn ze trots op hun zwarte huidskleur. Dank zij hem durven ze iets te doen : overal gaan zwarten restaurants binnen waar alleen blanken binnen mogen en ze blijven net zolang zitten tot ze eruit worden gezet door de politie. Ze durven nu de straat opkomen om te demonstreren, ook al krijgen ze slaag van politiematrakken, beten van politiehonden of worden ze de gevangenis ingegooid. Martin Luther King zelf heeft meermaals in de gevangenis gezeten.

Washington : de hoofdstad van U.S.A. : 28 augustus 1963.

250 000 mensen, onder wie 60 000 blanken, zijn te voet naar Washington gekomen. Door de luidsprekers klinken negerliederen. Daarna spreekt Martin Luther King. Nog voor hij ιιn woord heeft gezegd, juicht de menigte hem toe. Het papier waarop hij zijn toespraak geschreven heeft, gooit hij weg. Volgende woorden komen zomaar over zijn lippen :

« Ik zeg jullie, vrienden, vandaag heb ik nog steeds een droom. Ik heb een droom dat eens mijn vier kleine kinderen zullen leven in een land waar ze niet kijken naar de kleur van hun huid, maar naar de kleur van hun hart.

Ik heb een droom vandaag.

Ik heb een droom waarin kleine zwarte jongens en meisjes hand in hand zullen gaan met kleine blanke jongens en meisjes om als broertjes en zusjes samen op te trekken.

Ik heb een droom vandaag.

Ik geloof dat die droom eens waar zal zijn.

Daaraan gaan wij nu werken ! »

De menigte schreeuwt, juicht, lacht en huilt. Samen zingen ze hun meest bekende vrijheidslied « We shall overcome ».

Het volgende jaar in 1964 op 2 juli wordt de wet op de burgerrechten aangenomen : de zwarten kunnen en mogen nu meer dan voorheen (= meer rechten).

 

 

 

Naam: ……………………

Datum: ……………………

Klas: ……………………

 

 

WAT IK DE MOEITE WAARD VIND!

Martin Luther King had een droom

Wat was zijn droom?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Door wie werd Martin Luther Kings droom niet gerespecteerd?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

 

Ik heb ook een droom

Wat is jouw droom?

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Door wie wordt jouw droom niet gerespecteerd en waarom?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Ook andere mensen hebben dromen

Ken jij nog beroemde mensen die opkwamen voor wat zij geloofden? Wie en waarin geloofden zij?