Home

Leerplan

Thema 1 2A

Thema 1 2B

Thema 1 2D

Thema 1 2E

Thema 2 2B

Thema 2 2D

Thema 4 2A

Thema 4 2B

Thema 4 2D

Thema 4 2E

Thema 5 2A

Thema 5 2D

Thema 5 2E

Thema 6 2B

Thema 6 2D

Thema 7 2A

Thema 7 2B

Thema 7 2D

Thema 7 2E

Thema 8 2A

Thema 8 2D

Thema 8 2E

Thema 9 2A

Thema 9 2B

Thema 9 2E

Thema 10 2B

Hit Counter

Thema 1 : Gelukkig zijn.

2 ILLO A

auteurs: Natasha Cauberghs, Wendt Cauberghs, Inge Van Bael en Iene Vanvoorden.

Bouwstenen voor geluk.

 

Algemene doelstelling :

Leerplan p.186. Kinderen verzamelen bouwstenen waarmee mensen hun leven mooier en gelukkiger willen maken.

Uitwerking les 1 : Het geluk in mezelf en mijn medemens.

Doelen :

De leerlingen verwoorden wat hen zelf gelukkig maakt.

De leerlingen gaan na wat mensen gelukkig maakt.

De leerlingen verwoorden wat hen zelf ongelukkig maakt.

De leerlingen gaan na wat mensen ongelukkig maakt.

De leerlingen durven over hun eigen gevoelens te spreken.

De leerlingen beseffen dat geluk voor iedereen anders is.

BASISIDEE : Geluk is een niet te definiëren begrip dat voor iedereen anders is.

Hierna vindt u deze les uitgeschreven. De inhouden staan steeds als eerste. De didactische werkvormen vindt u daarna. Als u het eerste blad van de inhouden en het eerste blad van de didactische werkvormen naast elkaar legt, krijgt u een duidelijk overzicht van de gehele les.

 

inhouden

didactische werkvormen

Introductie.

Kern.

Slot.

Verbaal aanbieden.

Klasgesprek.

Kring.

 

 

 

 

Lesfasen en lesinhoud (wat)

I. Introductie

1. Aankondiging.

Beluisteren van "Gelukkig zijn" van Ann Christy.

De titel op het bord wordt ingevuld: Tijd om gelukkig te zijn.

Het lied wordt voor een tweede maal beluisterd.

Een opdracht hierbij: Wat maakt de zangeres gelukkig?

II. Kern van de les

1. Instructie I

De klas wordt verdeeld in vier groepen.

Iedere groep krijgt 1 flap met daarop: - ik ben gelukkig als …

- ik ben ongelukkig als …

- mensen zijn gelukkig als …

- mensen zijn ongelukkig als …

De leerlingen krijgen eerst de opdracht om over de stelling na te denken, vervolgens krijgen ze de tijd om hun gedachten en gevoelens op te schrijven op de flap.

2. Instructie II

De flappen komen aan bord.

Er volgt een klassikale bespreking van de verschillende flappen in de vorm van een klasgesprek.

Wie vond het moeilijk om over het onderwerp na te denken en waarom?

Iedere groep bespreekt zijn flap en de andere leerlingen mogen aanvullen indien nodig.

Als iedere flap besproken is gaan we nog kort in op de overeenkomsten en de verschillen tussen de klas en de mensen.

3. Verwerking.

Iedere leerling krijgt een bloemetje.

Op het bloemetje staat: "Geluk is voor mij …"

De leerlingen vullen hun antwoorden in in de blaadjes.

De bloemetjes worden in de geluksboom gehangen.

III. Slot

Tot slot zingen we het lied "If you’re happy."

 

 

Uitwerking les 2 : Geluk bij mensen uit een ander werelddeel en soaps.

Doelen :

De leerlingen zien aan de hand van enkele voorbeelden hoe mensen in andere culturen geluk nastreven.

De leerlingen onderzoeken hoe het geluk van mensen wordt voorgesteld door de media.

BASISIDEE :

Geluk hangt af van je mogelijkheden.

Geluk hangt af van het milieu waarin je opgroeit.

De media toont geluk op een andere (onmogelijke) manier dan

wij kennen.

Hieronder volgt deze les uitgeschreven

suggestie voor een derde les: geluk en reclame.

 

Lesfasen en lesinhoud (wat)

 

Didactische werkvormen, klasschikking, groepering …(Hoe)

   

I. Introductie

1. Aankondiging.

De geluksboom wordt opnieuw aangehaald.

Wat maakt ons ook al weer gelukkig?

Zou iedereen op deze wereld dezelfde gelukswensen hebben?

 

 

* Klasschikking : De leerlingen zitten aan hun banken in rijen.

 

* Klasgesprek : Wat maakt ons weer gelukkig ? Is iedereen gelukkig op deze wereld ? Is gelukkig zijn voor iedereen hetzelfde ?

II. Kern van de les

1. Instructie I: Bespreken van andere culturen.

- De arme Afrikaan is al gelukkig met zeer weinig.

- De Aziaten hebben speciale gewoontes en rituele waardoor we niet zoveel van hen weten.

- De rijke Amerikaan leeft luxueus en kan zich veel veroorloven.

Er wordt kort besproken wat de leerlingen weten over deze volken en welke verschillen er zijn met ons.

2. Instructie II: De stoel.

Uitleg van de vorm: De stoel is een soort van kringgesprek waar er een stoel in het midden staat. De stoel is leeg, maar in onze verbeelding zit er een persoon op. De leerlingen mogen dan vragen stellen aan deze persoon. Indien iemand een antwoord op de vraag weet, of denkt hoe deze persoon gaat reageren, mag die leerling achter de stoel gaan staan en zeggen wat hij wil zeggen. De anderen mogen daarop ingaan, maar het is de bedoeling dat als een leerling gesproken heeft deze terug naar zijn plaats gaat en dan terug reageert.

Op de stoel komen de drie personen te zitten die we in instructie I besproken hebben.

3. Instructie III: Invloed van de media.

Vermits de Amerikaan het laatste op de stoel zit kunnen we gemakkelijk de link naar de media maken. Eerst "ontrollen" we de stoel.

Amerikanen stellen het leven anders voor dan wij het kennen. De vraag aan de leerlingen is:

Hoe komen wij dagelijks in contact met het Amerikaanse leven?

De leerlingen zullen zeken en vast de televisie aanhalen en daar gaan we op verder.

- Hoe wordt gelukkig-zijn op TV voorgesteld?

- Is dit allemaal realistisch?

- Zouden de personages in hun leven echt gelukkig zijn zoals in de soap? Waarom wel/niet?

 

 

 

* Klasschikking : De leerlingen gaan in een kring zitten. (banken aan de kant)

* Klassikale opdracht : De leerlingen vertellen wat ze weten over het leven van een Aziaat, een Afrikaan en een Amerikaan.

 

 

 

 

* Dramatische werkvorm : De stoel : De leerlingen verplaatsten zich in de huid van een Aziaat, een Afrikaan en een Amerikaan.

 

 

 

 

 

 

 

* Klasgesprek rond gelukkig zijn en de media.

 

 

 

 

 

 

 

III. Slot

Verwerking.

Er worden opnieuw bloemetjes uitgedeeld, deze keer van een andere vorm. De leerlingen worden in vier groepen verdeeld.

Iedere groep moet zich inleven in het leven van een andere persoon en zo het bloemetje invullen: - soap – Amerikaan – Aziaat – Afrikaan.

* Klassikale opdracht : De leerlingen krijgen opnieuw een bloemetje, maar nu een ander soort.

In groepen van vier krijgen ze de opdracht op geluk op te schrijven voor :

- Soap

- Aziaat

- Afrikaan

- Amerikaan