Kinderen ontdekken een grote verscheidenheid in de wijze waarop
mensen gelukkig willen worden.
Kern:
Dit houdt in dat ze:
- verwoorden wat hen zelf gelukkig maakt;
- nagaan wat mensen gelukkig maakt.
Uitbreiding:
Dit houdt in dat ze:
- onderzoeken wat geluk betekent voor iemand die voor hen
een idool, voorbeeld is.
Kernidee en aanpak van deze lessen:
Ik zie deze lessen als een verkenning van het woord GELUK( IG ).
Wat maakt mij gelukkig?
Wat maakt de mensen gelukkig?
Hoe kunnen wij daartoe bijdragen?
Het is een verkenning van de leefwereld van de lln. " Ik en
de anderen. "
Waarom " Ik en de anderen " en niet " de anderen en Ik
"?
Simpelweg omdat ik ervan overtuigd ben dat geluk bij jezelf begint en
dan uitgroeit naar anderen. Bij een Godsdienstles moet je immers achter
je mening staan. Hierdoor kan je les vallen of opstaan. Je moet
getuigen van je eigen geloof.
We gaan de verkenning op verschillende fronten voeren: 6 tot
12 jarige en volwassenen.
Dit omdat de lln. op het einde van hun basisschoolperiode gekomen
zijn en hierbij ook een stukje " kind zijn " afsluiten. Ze
zijn op weg naar volwassenheid.
Ik wil de kinderen een verkenning aanbieden waardoor de lln. gewaar
worden dat geluk varieert van leeftijd en van persoon tot persoon.
Intro
Kaarsje op het bord met het woord geluk eronder.
Wat maakt jou gelukkig?
Interviews afnemen
Hierbij ga ik verschillende interviews hanteren. Dit probeer ik te
bewerkstellingen door verschillende interviews af te nemen van personen
op verschillende leeftijden. Hierbij worden er meerdere meningen
gevraagd bij elke leeftijd, want wat iemand gelukkig maakt is niet
alleen afhankelijk van de leeftijd, maar ook van de persoon.
Interviews bespreken
Deze interviews worden in de vorm van een klasgesprek besproken aan
de hand van een aantal vaste vragen.
- Wie heeft het gefilmd? Vond je dat de persoon er lang moest
over nadenken of vond hij/ zij het misschien een moeilijke vraag?
- Wat maakte hem/ haar gelukkig?
- Wat vind jij daarvan?
- Waarom denk je dat dat hun gelukkig zou maken?
( Reden: gebrek aan genegenheid, … )
- Hoe kunnen wij daartoe bijdragen?
Wat kunnen wij doen om die persoon dan gelukkig te maken?
- Denk je dat die persoon dat echt gelukkig gaat maken?
Op het einde van het gesprek stel ik de vraag of wij de vetgedrukte
vragen eigenlijk wel mogen stellen. Eigenlijk niet, omdat gelukkig zijn
voor iedereen een andere betekenis heeft.
Verwerking
Iedereen krijgt een blad met een kaarsje met het woord geluk eronder.
Elke lln. noteert op zijn blad wat hen NU gelukkig zou maken.
De anderen krijgen de kans erbij te schrijven wat zij ( zouden )
kunnen bijdragen om die persoon ( aan de hand van zijn wens ) gelukkig
te maken.
" De kaars " is als symbool
het centrale element in deze lessen.
Want geluk vind je door iets te krijgen of te willen ( genegenheid,
liefde, vriendschap, … maar ook voor velen materiele dingen).
Denk maar eens aan je verjaardag! Voordat ik het kaarsje uitblaas,
mag ik een wens doen. Wat zou je dan wensen wat je echt gelukkig zou
maken of wat je echt zou willen om gelukkig te zijn?
Naar de volgende lessen toe kan er een godsdienstig aspect aan vast
geregen worden.
We kunnen misschien beginnen met de uitspraak " Geld maakt niet
gelukkig ".
We kunnen dan gaan kijken hoe God hierover denkt. Hij ziet geluk
vooral in de niet-materialistische dingen.
De kinderen krijgen zo de kans om zich hierin terug te vinden. Let
op! Het is niet geloven! Dat is een heel ander aspect.
3. Doelstellingen van twee activiteiten
Les 1